Vitaal en Sociaal Breda

Terugblik op onze ambitie

Terug naar navigatie - Terugblik op onze ambitie

In sociaal opzicht was 2021 een jaar van volhouden en veerkracht. Het was het 2e jaar waarin corona haar stempel drukte op de Bredase samenleving. Als gemeente vertrouwden we op de (veer)kracht in de samenleving zelf en we zagen dit vertrouwen opnieuw bevestigd. Ondanks alle tegenslagen hielden de meeste mensen toch stand. Ze bleven naar elkaar omkijken en kwamen teleurstellingen te boven. Als overheid investeerden we in die kracht door extra initiatieven mogelijk te maken, door te investeren in doelgroepen die de klappen van corona het hardste voelden en door de vaste basis van inwoners en ondernemers veilig te stellen met tijdelijke financiering.

Van vangnet tot vraagbaak
Niet iedereen redde het op eigen kracht. Daarom stonden we als gemeente steeds klaar: soms als vangnet, soms als duwtje in de rug en soms gewoon als vraagbaak. Ook in 2021 hebben we vele tienduizenden Bredanaars kunnen helpen om werk te houden of om weer werk te krijgen, om nieuwe kansen te pakken, door hen tijdelijk te ontzorgen of om het hoofd boven water te houden in roerige tijden.

Grote sociale opgaven
De belangrijkste groei die we dit jaar hebben doorgemaakt, is dat onze taak in sociaal opzicht steeds duidelijker werd: bestaanszekerheid herstellen, kansengelijkheid vergroten en een gezond leven makkelijker maken. Dit zijn grote sociale opgaven die vragen om een langetermijnvisie en -aanpak. Daarom zoeken we steeds meer de verbinding tussen Verbeter Breda en de reguliere inzet vanuit het sociale werkveld.

Hokjes afbreken
Die opgaven kunnen we alleen realiseren met inzet vanuit alle maatschappelijke partners en vanuit alle verschillende domeinen. We zien steeds scherper dat we hokjes moeten afbreken en bredere verbanden moeten gaan zien. Bestaanszekerheid gaat over werk en inkomen, maar ook over wonen, economie en onderwijs. Kansengelijkheid gaat over jeugd en onderwijs, maar net zo goed over veiligheid en wijkaanpak. Gezondheid gaat over maatschappelijke ondersteuning, maar ook over de openbare ruimte, ruimtelijke ontwikkeling en sport.

Van moeten naar willen
We zitten midden in een transitieproces dat in 2015 begonnen is: van wettelijke sociale taken uitvoeren naar een inhoudelijke visie die gebouwd wordt vanuit mensen en levenslijnen. We leren, stukje bij beetje, om onszelf zó te organiseren dat we beter aansluiten bij wat onze inwoners nodig hebben. Zo hebben we in 2021 flinke stappen gezet op het gebied van integraal werken en denken. In het brede sociale domein doorlopen we een strategisch programma dat is gericht op een betere onderlinge samenwerking en meer integrale dienstverlening aan inwoners. Dit programma loopt nog in heel 2022 door.

Veel incidentele middelen
Binnen het programma Vitaal en Sociaal Breda hebben we deze beweging in 2021 goed kunnen maken binnen de begrote middelen. Daarbij hebben we wel veel incidentele middelen binnengekregen, variërend van subsidies voor specifieke projecten tot extra taakfinanciering en coronasteun. De thema’s binnen dit programma verschillen wel in de mate waarin we uitkomen met het begrote budget: 

  • Binnen het thema 'Opgroeien' komen we dankzij de incidentele extra rijksmiddelen voor jeugd uit op een beperkt tekort.
  • Binnen het thema 'Betrokken zijn' zien we duidelijk de financiële gevolgen van de jarenlange toename van het aantal cliënten voor huishoudelijke ondersteuning (als gevolg van het abonnementstarief) en van het aantal cliënten dat begeleiding nodig heeft (onder andere door de extramuralisering van de ggz en door de coronapandemie).
  • Het thema 'Thuis' laat een overschot zien, vooral door incidentele mutaties in de rijksbijdragen en door coronacompensatie.
  • Het grootste positieve resultaat is zichtbaar binnen het thema 'Leren, ontwikkelen en werken'. Dat komt deels door incidentele extra middelen vanwege corona en deels door positieve resultaten door het gunstige economische klimaat, waardoor er veel werk is.
  • Op de thema’s 'Leven' en 'Ontmoeten' zien we beperkte positieve resultaten, onder meer doordat bepaalde activiteiten afgelopen jaar niet konden worden uitgevoerd door corona.

Thema Opgroeien

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?

Jeugd 
De kern van wat we willen bereiken op het gebied van jeugd, is opgenomen in het beleidsplan ‘Samen voor onze toekomst’, dat medio 2020 is vastgesteld. In 2021 zijn we gestart met de eerste volledige jaarschijf van het Uitvoeringsplan jeugd(hulp) 2020-2023. Natuurlijk had de coronapandemie ook hier haar weerslag op: al onze aandacht was gericht op de jeugdigen en hun gezinnen en het voortzetten van het onderwijs, de jeugdhulp en de (nood)opvang. Daarbij was het belangrijk om de kwetsbare jeugdigen en hun gezinnen in beeld te houden, om hen te kunnen blijven ondersteunen en daarnaast de belangrijkste beleidsonderwerpen op te pakken. Denk aan: de verbetering van de jeugdbeschermingsketen, geweld in afhankelijksrelaties en de problematiek 18-/18+.

We hebben het Uitvoeringsplan jeugd(hulp) gestaag maar minder voortvarend gerealiseerd. Dat kwam onder meer door de toegenomen werkdruk bij de jeugdhulpaanbieders en het voorliggend veld als gevolg van Covid-19. Voor de uitvoering van dit plan hebben we al onze ketenpartners nodig. Door de beperkte mogelijkheden om elkaar te ontmoeten, hebben we minder samen kunnen leren en ontwikkelen dan we gehoopt hadden. De zorg voor de jeugd is uiteraard gewoon doorgegaan.

Een belangrijke pijler in ons beleid is dat kinderen gezond en veilig op kunnen groeien. Zij moeten hun talenten kunnen ontwikkelen en gebruiken. Zo kunnen ze een waardevolle bijdrage leveren aan de maatschappij, nu en in de toekomst. Vanuit verschillende beleidsterreinen, zoals onderwijs, spelen, cultuur en veiligheid, besteden we hier aandacht aan vanuit het perspectief van de jeugdige. Met onze preventieve aanpak hebben we hier in 2021 extra aandacht aan besteed door activiteiten te organiseren met onze ketenpartners in het voorliggend veld. Onze aanpak is onder meer gericht op het voorkomen van specialistische jeugdhulp, instroom in de criminaliteit en schooluitval. Daarmee zorgen we voor een gezonde basis voor talentontwikkeling.

Binnen onze preventieve aanpak bundelen en verbinden we activiteiten met andere beleidsterreinen. We werken bijvoorbeeld samen met het beleidsterrein Veiligheid. Samen zorgen we ervoor dat kwetsbare jeugdigen niet vatbaar zijn voor criminele carrières. We bieden daarvoor voorlichting, activiteiten en positieve rolmodellen aan. Daarnaast versterken we de jeugdigen, zodat ze beter in staat zijn om zelf de juiste keuzes te maken als het gaat om bijvoorbeeld wapenbezit, sexting en het veroorzaken van overlast. Het beleidskader voor jeugd en het meerjarenprogramma Veiligheid versterken elkaar door deze overlap. Daarnaast hebben we onze krachten gebundeld voor het tegengaan van ongelijkheid in gezinnen en van achterstanden, zodat we een gezonde voedingsbodem creëren waarin de jeugdige kan opgroeien en zijn talenten kan benutten. Daarbij zijn we begonnen met de kwetsbare gebieden. Intussen passen we deze beproefde werkwijze in de hele stad toe. Daarmee leveren we ook een stevige bijdrage aan Verbeter Breda.

Mede dankzij deze activiteiten en maatregelen blijven kinderen zich goed ontwikkelen en kunnen zij meedoen, ondanks de beperkende maatregelen van de afgelopen periode. Als het (even) niet goed gaat, ondersteunen we kinderen en hun opvoeders. Zo hebben we voorkomen dat kleine vragen uitmonden in grotere problemen.

De volgende resultaten hebben we per thema bereikt:

Terug naar navigatie - Familie

Familie

2018 2021 Percentueel verschil
Het aantal uithuisplaatsingen (reductie van 5% in 4 jaar tijd) 423 385 -8,9%
Het aantal plaatsingen in crisis, verblijfs- en gesloten jeugdhulp (afname van 5% in 4 jaar tijd) 199 168 -15,6%
De verblijfsperiode binnen verblijfszorg is verkort met 2% t.o.v. het jaar 2018 543 346 -36,3%
Totaal aantal pleeggezinnen in regio WBO 222 295 32,9%
Terug naar navigatie - Jeugdhulp

Jeugdhulp

2018 2021 Percentueel verschil
Instroom in de specialistische jeugdhulp (reductie 5%) 1811 1409 -22,2%
Uitstroom van kinderen uit de specialistische jeugdhulp (toename 10%) 1304 1602 22,9%
Terug naar navigatie - Veiligheid

Veiligheid

Cijfers bij beleidsdoelstelling 2018 2021 Percentueel verschil
Het aantal kinderbeschermingsmaatregelen (reductie 7%) 426 540 26,8%
Het aantal kinderbeschermingsmaatregelen langer dan één jaar (reductie 25%) 126 177 40,5%
Het aantal jeugdreclasseringsmaatregelen (reductie 5%) 119 146 22,7%
Terug naar navigatie - Onderwijs

Onderwijs
De wettelijk verplichte resultaatafspraken tussen de gemeente, de voorscholen en het basisonderwijs zijn in 2021 op papier gezet. Daarmee hebben we afspraken gemaakt over de schakelmomenten en de doelstellingen van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Extern adviesbureau Sardes heeft een scan uitgevoerd die bevestigt dat VVE op de juiste plaatsen wordt aangeboden. Daarmee is de evaluatie van het spreidingsbeleid afgerond.

Naast het VVE-aanbod in de voorscholen bevat het programma aanvullende interventies op het gebied van taal en laaggeletterdheid, video home training en peuterspel thuis. Ouders zijn zo nadrukkelijk betrokken bij de VVE. De invoering van de ouderbijdrage heeft overigens niet geleid tot een grote afname van het aantal gezinnen dat deelneemt aan de VVE. Dit is in lijn met de landelijke ervaringen. Verder zien we een toenemende complexiteit bij de VVE-gezinnen. Dit heeft zijn weerslag op de groepen. Thuis-nabij en een zo normaal mogelijke inzet blijven de basis vormen voor de VVE.

Hoewel de cijfers van het schoolverzuim niet zijn verslechterd, vermoeden we dat de gevolgen van de coronapandemie voor het onderwijs de komende jaren zichtbaar worden. Uit onderzoek blijkt dat 2 op de 5 Bredase ouders medio 2021 vonden dat de schoolprestaties van hun jongste kind zijn verslechterd tijdens van de coronacrisis. Hetzelfde geldt voor de contacten die de kinderen met leeftijdsgenoten hebben. Bijna 1 op de 3 ouders geeft aan dat zijn kind zich minder gelukkig voelt. De gemeente en het onderwijs werken samen om de onderwijsachterstanden zo veel mogelijk te beperken. Er is sprake van een constante, licht dalende lijn van schoolverzuim. Landelijk is dit circa 2,1% en voor Breda is dit 1,7%. Vanwege corona zijn de cijfers van de afgelopen jaren echter niet een-op-een vergelijkbaar.

Jongerenparticipatie maakt steeds meer deel uit van ons reguliere werk. We stimuleren goede initiatieven als de Toekomststoel en leergemeenschappen, om jongeren te stimuleren om mee te denken en mee te bouwen aan hun toekomst. Gemeentebreed vragen we de mening van inwoners in het algemeen en van jongeren in het bijzonder.

Wat hebben we ervoor gedaan ?

Terug naar navigatie - Wat hebben we ervoor gedaan ?

Jeugd
In het eerste volle jaar van het Uitvoeringsprogramma jeugd(hulp) 2020-2023 zijn we aan de slag gegaan met een groot aantal concrete maatregelen. Hieronder noemen we de belangrijkste.

Thema Familie
Samen met het veld hebben we een plan van aanpak uitgevoerd om samenhangende ondersteuning te verzorgen binnen de projecten ‘Doelgroep 18-/18+’ en ‘Civiel Trajectberaad’. Binnen de projecten ‘Pleegzorg’ en ‘Complexe echtscheidingen’ werkten we samen met verwijzers en verbeterden we het aanbod van passende hulp voor deze doelgroep. Het gaat om meerjarige projecten die nu een plan van aanpak hebben en kunnen starten via onze ketenpartners. Voorbeelden zijn een betere coördinatie voor de plaatsing van jeugdigen in de pleegzorg en het bestendigen van de pilot 'Uniform hulpaanbod bij complexe scheidingen', die moet leiden tot een betere samenwerking met onder meer de rechtbank en de Raad voor de Kinderbescherming.

Thema Onderwijs-Zorg
We hebben gewerkt aan een betere ondersteuning, waardoor kinderen niet onnodig thuis komen te zitten en jongeren minstens een startkwalificatie behalen. Daarvoor hebben we binnen de projecten ‘Jeugdhulp in het onderwijs’ en ‘Plein 3’ geïnvesteerd in kwaliteit en expertise in het onderwijs. Na het eerste volledige jaar 'Plein 3' zien we dat onze investering een bestendige aanpak oplevert om jongeren aan het werk of op school te houden en daarmee een beter perspectief te bieden. Uit de resultaten blijkt bovendien dat de kosten voor alle betrokken beleidsterreinen afnemen.

Thema Jeugdhulp
We hebben onder meer geïnvesteerd in vakmanschap en samenwerking. In de toegang tot de jeugdhulp hebben we verder gewerkt aan een deskundige poortwachterfunctie die bijdraagt aan het normaliseren en versterken van specialistische expertise. De projecten ‘Verbeteren toegankelijkheid jeugdhulp’ en ‘Jeugdzorg en huisarts’ hebben daar in 2021 aan bijgedragen. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in onderzoek naar de transformatie die we in de contracten voor jeugdhulp (en daarmee in ons zorglandschap) willen bereiken. Daarvoor hebben we gekeken naar onze eigen lessen en ervaringen van de afgelopen jaren. Ook hebben we gesproken met alle betrokkenen in de regio WBO, bijvoorbeeld tijdens raadsbijeenkomsten, in gesprekken met collega-jeugdhulpregio’s, jeugdhulpaanbieders, onderzoekers van het AEF-rapport 'Stelsel in groei', ouders en jeugdigen, en de partners in het voorliggend veld.

In 2021 hebben we met alle betrokken partners samengewerkt om de significante stijging van het aantal hulpvragen en jeugdhulptrajecten in goede banen te leiden. We hebben daarvoor extra geïnvesteerd in onze maatschappelijke partners door middelen beschikbaar te stellen voor extra professionals en aanvullende opdrachten voor activiteiten. Daarnaast zien we een toename van het aantal unieke jeugdigen in zorg. Deze groei wordt vooral veroorzaakt door de ambulante specialistische  jeugdhulptrajecten. Het resultaat daarvan is dat de uitgaven voor jeugdhulp stijgen. Vooral isolement, de sluiting van het onderwijs en het wegvallen van perspectief hebben gezorgd voor een grotere hulpvraag bij jeugdigen. We hebben daardoor nóg meer waardering gekregen voor de inzet van de jeugdhulpprofessionals en de jeugdhulpaanbieders en voor de ondersteuning die zij het afgelopen jaar aan onze jeugdigen hebben gegeven.

Thema Veiligheid
In 2021 hebben we gewerkt aan 2 belangrijke opgaven: het verkorten van de doorlooptijd in de keten en het realiseren van een effectieve en efficiënte samenwerking om de gesignaleerde knelpunten op te lossen. Met het project ‘Regionale verbetering samenwerking jeugdbescherming’ hebben we gewerkt aan een betere samenwerking bij het toeleiden, het helpen en het afschalen. Ook hebben we geïnvesteerd in het project 'Proeftuin ouder in detentie' om te komen tot een samenwerking met onder meer Avans Hogeschool, Exodus en de penitentiaire inrichting binnen het jeugdstrafrecht. Dit gesubsidieerde project loopt in 2022 en 2023. Daarnaast hebben we een plan van aanpak opgesteld dat is gericht op een betere uitvoering van crisisinterventies binnen de regio WBO.

Samen met de deelnemers aan de thematafel Breda Opgroeien hebben we preventieve activiteiten georganiseerd. Dat heeft ook in 2021 voor een belangrijke basis gezorgd in de stad. Daar bovenop hebben we samen met maatschappelijke organisaties diverse activiteiten voor jongeren georganiseerd. Ook zijn we initiatieven gestart vanuit de preventieve aanpak Jeugd. De coronapandemie was een extra drijfveer om dit te doen. Hieronder vindt u een overzicht met een korte beschrijving per onderdeel:

  • Superskillz
    We zijn gestart met het online programma ‘Superskillz’, dat de sociaal-emotionele ontwikkeling, de veerkracht en de mentale gezondheid van kinderen tussen de 6 en 13 jaar stimuleert. Op 2 basisscholen (De Parel en De Wisselaar) hebben we de eerste ervaringen opgedaan. Jongeren evalueren het programma na afloop. Bij positieve resultaten bekijken we of we nog meer scholen enthousiast kunnen maken om hiermee te gaan werken.
  • Innovatie BUas
    Vijf vierdejaars studenten van Breda University of applied sciences (BUas) werken, als onderdeel van de minor Experience Design & Innovations, aan een innovatie voor jongeren in de wijk Heuvel. Het onderwerp van de innovatie is het leren kennen en ontwikkelen van competenties. Ze hebben hier tot februari 2022 aan gewerkt en hebben jongeren, bewoners en maatschappelijke partijen bij hun activiteiten betrokken.
  • Versterking jongerenwerk, wijksport en jongereninitiatieven
    Wij hebben Breda Actief, Grote Broer Grote Zus en Surplus gevraagd om extra aandacht te geven aan jongerenwerk, (bewegings)activiteiten voor jongeren en eigen initiatieven van jongeren. Zo start Grote Broer Grote Zus in Breda-Zuidwest met hun werkwijze. In andere delen van de stad stimuleert Breda Actief met Citytrainers en Buurtheldenprojecten de organisatie van sportieve, educatieve en culturele activiteiten voor jongeren. Surplus zet extra jongerenwerk in en sluit aan bij activiteiten. We hebben afspraken gemaakt voor een jaar. Na een evaluatie van de activiteiten bepalen we of we voor langere tijd afspraken kunnen maken.
  • Project Comeback
    Project Comeback is een programma met gratis on- en offlineactiviteiten voor jongeren. Deze activiteiten zijn gericht op het welzijn van de jongeren met de thema’s: persoonlijk, werk & opleiding, sociale contacten, en lichamelijke en mentale gezondheid. Bekende topsporters werken hieraan mee, omdat zij een belangrijk rolmodel voor jongeren kunnen zijn. Daarmee probeert het project jongeren te inspireren en een boost te geven aan hun welzijn.
  • Verschillende activiteiten
    Tijdens diverse vakantieperiodes (maar ook daarbuiten) zijn op verschillende plekken in de stad activiteiten georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn:
    • Voetbalactiviteiten door de hele stad onder begeleiding van onder andere Grote Broer Grote Zus, Sterren van Morgen en WDS ’19. Deze activiteiten hebben ook een maatschappelijk karakter en geven een bijdrage aan de verschillende wijken.
    • Suppen onder begeleiding van Sterren van Morgen: een sportieve activiteit op het water. Tussen april en augustus hebben ongeveer 100 jongeren een sup-clinic gevolgd. Daarmee wilden we (kwetsbare) jongeren op een positieve manier in contact brengen met elkaar en met watersport, een activiteit die jongeren vaak niet zelfstandig kunnen financieren. Tijdens deze clinic was er aandacht voor de stad, de natuur, de oevers en het schoonmaken van de singels.
    • Muziek maken, kooklessen en creatieve activiteiten verzorgd door La Femme Vitaal.
    • Knutsel- en gameactiviteiten door Grote Broer Grote Zus.
    • Een bewustwordingsvideo rondom de ramadan in 2021 door Grote Broer Grote Zus, Surplus, Sterren van Morgen en een aantal positieve rolmodellen.

TEJO-huis
TEJO (Stichting Therapeuten voor Jongeren) is een inloophuis voor jongeren. Het biedt jongeren tussen de 10 en 20 jaar on- en offline toegang tot laagdrempelige therapeutische hulp, anoniem en gratis, onmiddellijk, op het moment dat zij het nodig hebben en op een voor hen bereikbare plaats. Professionele therapeuten verlenen de hulp vrijwillig.

JUZT
In 2021 heeft stichting Juzt geprobeerd om zijn laatste locatie te verkopen, zodat we tot een finale vereffening konden komen. Ondanks een aantal serieuze mogelijkheden is dat niet gelukt. Daarom hebben we in december 2021 de uitstaande lening verlengd tot juli 2022. We kijken met stichting Juzt naar alternatieve opties om te komen tot een verkoop en daarmee tot een afwikkeling. Voor de financiële afwikkeling hebben we een voorziening. Op dit moment is er nog geen (voorlopig) koopcontract gesloten voor de locatie.

Jeugdbescherming Brabant (JBB)
In 2021 hebben de problemen rondom Gecertificeerde Instellingen (GI’s) in het algemeen en JBB in het bijzonder de nodige aandacht gevraagd en dit duurt nog steeds voort. Ons belangrijkste doel is om jeugdigen te voorzien van de juiste hulp en een verblijfplaats. In 2021 zijn we daar als regio WBO succesvol in geweest. Daarbij stonden we als regio Brabant (met 5 jeugdhulpregio’s) onder verscherpt toezicht van de Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ), omdat niet elke regio daar effectief in is geweest. Dit duurt naar verwachting voort in een deel van 2022. Daarnaast hebben we in 2021 extra middelen beschikbaar gesteld voor JBB om de dienstverlening en de zorg voor jeugdigen op peil te houden. Naar verwachting zijn er in 2022 aanvullende bijdragen nodig om de continuïteit van deze zorg te kunnen waarborgen.

Verordening Jeugd 
In 2021 is gebleken dat we de vastgestelde 'Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2020' moesten aanpassen door een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. We hebben deze aanpassing voorbereid en hebben de verordening tot eind 2021 geëvalueerd. Dat heeft geleid tot de 'Eerste wijziging van de Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2020', die in 2022 wordt behandeld. Ook hebben we de beschikkingen in overleg met de ouders aangepast.

Gemeentelijk Plan Spelen
In september hebben we het gemeentelijke plan Spelen vastgesteld. Op speelplekken kunnen verschillende leeftijdsgroepen elkaar ontmoeten, samen spelen en bewegen.

Onderwijs

  • De gemeente, het onderwijs, de kinderopvang en maatschappelijke instellingen hebben in 2021 de doorgaande ontwikkelingslijnen versterkt, zodat peuters en kleuters optimale startkansen hebben.
  • Het Rijk heeft extra middelen beschikbaar gesteld aan scholen en de gemeente (Nationaal Programma Onderwijs). In 2021 hebben we een plan ontwikkeld dat zich de komende 2 jaar richt op hulpverlening, veiligheid en zorg op school, en aanvullende activiteiten.
  • In 2021 hebben we een volgende stap gezet voor het verbinden van het onderwijsbeleid, het jeugdbeleid en maatschappelijke organisaties. Zo hebben de thematafel Breda Leert en de thematafel Tegengaan Voortijdig Schoolverlaten ieder vele projecten uitgevoerd. Dit zijn enkele voorbeelden:
    • Het aanbod van VVE voor peuters en kleuters van 2½ tot 4 jaar is uitgebreid en de aansluiting op het basisonderwijs is versterkt.
    • De Nieuwe Veste, het primair onderwijs en andere partners hebben het project ‘Ontdek je talent’ uitgevoerd.
    • 'Taal 18+' heeft de taalbegeleiding uitgebreid van inwoners die daar behoefte aan hebben.
    • 'Voortijdig schoolverlaten' heeft ondanks corona vele kwetsbare jongeren individueel begeleid, waardoor het percentage schoolverlaten vrijwel gelijk is gebleven.
    • We hebben afspraken gemaakt met bedrijven voor stageplaatsen voor jongeren.
  • De Kindertrendrede is uitgesproken en heeft geleid tot vervolgafspraken met leden van de gemeenteraad. Er heeft een 3e editie plaatsgevonden van het project Gezond 100 met vo-scholieren en mbo- en hbo-studenten.
  • In 2021 hebben we voorbereidingen getroffen voor een nieuwe verordening voor het leerlingenvervoer. We hebben veel aandacht besteed aan de bezwaarschriften van ouders die een beroep deden op leerlingenvervoer. Intensieve gesprekken hebben geleid tot een lager aantal leerlingen in het leerlingenvervoer in het schooljaar 2021-2022. Dat is conform de intentie van de nieuwe verordening: het naar vermogen zelfstandig reizen van de leerling naar de school.
  • De gemeente, taalaanbieders en maatschappelijke organisaties hebben in 2021 het Actieplan Taal & Laaggeletterdheid verder uitgevoerd. Een mooie ontwikkeling binnen de NT1-aanpak is de televisieserie Gewone Helden. Daarin laten taalambassadeurs zien dat laaggeletterdheid niets is om je voor te schamen. Op het vlak van digitale inclusie is veel vraag naar Digimaatjes; 1-op-1-ondersteuning in digitale vaardigheden. Taal op de werkvloer is vanwege corona minder aan bod gekomen. Breda Eenvoudig heeft aandacht gevraagd voor eenvoudig communiceren, onder andere tijdens de Huh?-parade. Ook in onze eigen organisatie zijn we aan de slag gegaan om eenvoudig en duidelijk te communiceren. Collega’s met direct klantcontact volgen trainingen om helder te communiceren en om laaggeletterdheid te herkennen.
  • Niet alle doelstellingen van het actieplan zijn behaald. Door corona konden enkele projecten niet doorgaan en konden minder inwoners taalonderwijs volgen.
  • Corona heeft onmiskenbaar gevolgen gehad voor de schoolresultaten van leerlingen en studenten. Het Regionaal Bureau Leren heeft intensief gewerkt aan maatwerk; leerlingen zijn thuis bezocht en via Teams begeleid, en ook de scholen hebben sterk ingezet op individuele begeleiding.
  • FIKS is de Bredase en Zundertse variant van het landelijke programma Maatschappelijke Diensttijd (MDT). In 2021 zijn 3 groepen jongeren begeleid met in totaal 38 jongeren.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren
Thema-indicatoren Opgroeien
Indicator: Deelname cultuur door kinderen (audit nr 1)
Omschrijving: Percentage kinderen en jongeren van 6 tot en met 17 jaar dat een cultuuractiviteit doet in de vrije tijd.
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
57 41 Zie toelichting
Het percentage in 2021 (41%) is aanzienlijk lager dan in 2020 (57%). Dit kan verschillende oorzaken hebben: allereerst is de vraag dit jaar gesteld aan ouders van kinderen vanaf 4 jaar (eerder onderzoek vanaf 6 jaar); daarnaast kan corona, meer nog dan in 2020 ertoe hebben geleid dat minder kinderen een activiteit konden volgen of hebben gevolgd. In de eerstvolgende herijking van de set (beleids)indicatoren passen we deze indicator aan aan de nieuwe leeftijdsgrens (4 tot 18 jaar in plaats van de huidige 6 tot 18 jaar).
Indicator: Deelname cultuur door kinderen - basisschoolleeftijd (audit nr 2)
Omschrijving: Percentage kinderen van 6 tot en met 11 jaar dat deelneemt aan cultuuractiviteiten.
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
63 44 Zie toelichting
In de basisschoolleeftijd zien we in 2021 een fors lager percentage deelname aan culturele activiteiten dan in 2020. Dit kan verschillende oorzaken hebben: allereerst is de vraag dit jaar gesteld aan ouders van kinderen vanaf 4 jaar (eerder onderzoek vanaf 6 jaar); daarnaast kan corona, meer nog dan in 2020 ertoe hebben geleid dat minder kinderen een activiteit konden volgen of hebben gevolgd. In de eerstvolgende herijking van de set (beleids)indicatoren passen we deze indicator aan aan de nieuwe leeftijdsgrens (4 tot 12 jaar in plaats van de huidige 6 tot 12 jaar).
Indicator: Deelname cultuur door kinderen - middelbare schoolleeftijd (audit nr 3)
Omschrijving: Percentage kinderen van 12 tot en met 17 jaar dat deelneemt aan cultuuractiviteiten.
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
52 35 Zie toelichting
De 35% cultuurdeelname van kinderen in het voortgezet onderwijs (12 tot 18) is in 2021 aanzienlijk lager uitgekomen dan in 2020 (52%). Op dit moment is niet direct duidelijk waardoor dit grote verschil komt. Mogelijk hangt het samen met het lange(re) termijn effect van corona, waardoor minder jongeren konden of wilden deelnemen aan een cultuuractiviteit.
Indicator: Beweegnorm (audit nr 4)
Omschrijving: Percentage kinderen en jongeren van 6 tot en met 17 jaar dat voldoet aan de beweegrichtlijn (7 dagen per week minstens een uur matig intensieve inspanning)
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
27 12 30 42 Zie toelichting
Let op: realisatiecijfers vanaf 2021 zijn niet meer vergelijkbaar met voorgaande jaren in verband met wijzigingen in de landelijke beweegrichtlijnen (in 2020) en de onderzoeksopzet (2021). De streefwaarde in 2021 is behaald, deze streefwaarde is destijds nog wel gebaseerd op de 'oude definitie / onderzoeksopzet'. Deze indicator zal in de eerstvolgende herijkingsronde worden aangepast aan de nieuwe beweegrichtlijnen.
Indicator: Jongeren met jeugdbescherming (audit nr 5)
Omschrijving: Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdbescherming van het totaal aantal jongeren in deze leeftijd
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
0,9 0,9 0,9 0,8 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Er is sprake van een lichte daling vanaf 2015. In de periode 2015 - 2021 ligt het aandeel jongeren met jeugdbescherming in Breda steeds lager dan het aandeel in Nederland en het gemiddelde cijfer van gemeenten van vergelijkbare grootte.
Indicator: Jongeren met ambulante jeugdhulp (audit nr 6)
Omschrijving: Aantal jongeren tot en met 23 jaar met ambulante zorg in natura jeugdhulp (ambulante begeleiding en/of ambulante behandeling).
Bron: Gemeente Breda, Zorgportaal (berichtenverkeer jeugdhulp) Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
3.899 4.139 4.142 4.503 Zie toelichting
Er is geen streefwaarde bepaald. Bij het doorontwikkelen van de monitor Jeugd kijken we of er een geschikter kerncijfer is dat we gebruiken als begrotingsindicator. Daarom is er voor 2021 nog geen streefwaarde bepaald.
Productindicatoren Product Algemene voorzieningen jeugd
Indicator: Kinderen in uitkeringsgezin (audit nr 7)
Omschrijving: Percentage kinderen tot 18 jaar in uitkeringsgezinnen
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
7 6 6 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Van 2009 t/m 2012 groeide 6% van de kinderen op in een gezin dat moet rondkomen van een bijstandsuitkering. In de periode 2013 t/m 2018 nam dit toe tot 7% en vanaf 2019 ligt het weer op 6%. De groep kinderen in een uitkeringsgezin in Breda is vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde en iets lager (1%-punt verschil) dan gemeenten van vergelijkbare grootte. Realisatiecijfer voor 2021 is nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.
Indicator: Jongeren met delict voor rechter (audit nr 8)
Omschrijving: Percentage 12 tot en met 21-jarigen met delict voor de rechter van totaal aantal jongeren in deze leeftijd
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
1 1 1 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Het cijfer voor 2020 is inmiddels wel bekend. Vanaf 2009 is sprake van een daling: van 3% naar 2% in 2012 t/m 2014 en naar 1% vanaf 2015. Dit is vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde en het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte. Realisatiecijfer voor 2021 is nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.
Indicator: Werkloze jongeren (audit nr 9)
Omschrijving: Percentage 16 t/m 22-jarigen dat werkloos is (=als werkzoekende staat ingeschreven bij het UWV en geen baan heeft volgens de Polisadministratie) ten opzichte van het totaal aantal jongeren in deze leeftijd.
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
2 2 2 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. In de periode 2015-2020 ligt het aandeel werkloze jongeren steeds op 2%, vergelijkbaar met het landelijke cijfer en het gemiddelde cijfer van gemeenten van vergelijkbare grootte. Realisatiecijfer voor 2021 is nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.
Productindicatoren Product Jeugdhulp maatwerkondersteuning
Indicator: Jongeren met jeugdhulp (audit nr 11)
Omschrijving: Percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp van het totaal aantal jongeren in deze leeftijd (over het hele jaar)
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
10,1 10,6 10,9 10,6 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Ter vergelijking: in 2021 is het landelijk gemiddelde uitgekomen op 10,5%.
Productindicatoren Product Jeugdhulp geëscaleerde zorg
Indicator: Jongeren met jeugdreclassering (audit nr 12)
Omschrijving: Percentage jongeren van 12 tot 23 jaar met jeugdreclassering van het totaal aantal jongeren in deze leeftijd
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
0,4 0,5 0,5 0,4 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Het aandeel is de afgelopen jaar redelijk stabiel en vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde en lager dan grote gemeenten.
Productindicatoren Product Primair en voortgezet onderwijs
Indicator: Absoluut schoolverzuim (audit nr 13)
Omschrijving: Aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school (per 1000 leerplichtigen)
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: Aantal per 1.000
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
2,9 4,3 3,1 2,6 Zie toelichting
Vanaf 2014 is sprake van een dalende trend. In de periode 2014-2020 is het absoluut verzuim in Breda hoger vergeleken met het landelijk gemiddelde en in de periode 2014-2019 ook hoger dan het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte. In 2020 is laatstgenoemde voor het eerst op hetzelfde niveau. Realisatiecijfer voor 2021 is nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.
Indicator: Relatief schoolverzuim (audit nr 14)
Omschrijving: Aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is (per 1000 leerplichtigen)
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: Aantal per 1.000
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
19 22 17 Zie toelichting
In de periode 2014-2019 is het relatief verzuim in Breda lager vergeleken met het landelijke cijfer en het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte (behalve in het jaar 2016). Ten opzichte van 2015 (realisatie: 30 leerlingen per 1000 ongeoorloofd afwezig) is sprake van een dalende trend. Realisatiecijfers voor 2020 en 2021 zijn nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.

Thema Betrokken zijn

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?
  • In 2021 hebben we met MOOIWERK en vrijwilligersorganisaties uit de stad samengewerkt aan een plan van aanpak voor 2022-2024, dat in september is vastgesteld door de gemeenteraad. In dit plan zijn de belangrijkste speerpunten voor het vrijwilligerswerk in Breda verwerkt en is beschreven hoe we het vrijwilligerswerk zo goed mogelijk kunnen ondersteunen.
  • Steunpunt informele zorg Breda (StiB) heeft verder gewerkt aan de doelen uit het Uitvoeringsplan Zorg voor elkaar Breda, subthema mantelzorg, respijtzorg en dementie (te vinden op Breda.nl).
  • In maart 2021 is de tijdelijke opvanglocatie aan de Riethil in gebruik genomen. Door het gebruik van 1- en 2-persoonskamers en de nodige aanpassingen in het gebouw konden we voldoen aan de coronamaatregelen. De doorstroomvoorziening aan de Slingerweg is inmiddels gesloopt. In augustus zijn we gestart met de nieuwbouw van een dag- en nachtopvang.
  • Het proces van de klantreis Wmo is verder in gang gezet en is per 1 januari 2022 in de hele stad ingevoerd. De insteek is om de zelfredzaamheid van inwoners te vergroten en vaker oplossingen te vinden die dicht bij mensen liggen, goedkoper zijn en waar mensen net zo tevreden over zijn.
  • De naamsbekendheid van Zorg voor elkaar Breda (ZveB) lijkt na een stijging in 2020 weer wat afgenomen in 2021.

Wat hebben we ervoor gedaan ?

Terug naar navigatie - Wat hebben we ervoor gedaan ?

In september hebben we de gemeenteraad uitvoerig inzicht gegeven in de financiële en inhoudelijke ontwikkelingen binnen de Wmo. We lieten zien dat we in de periode 2018-2021 in totaal zo'n € 7 miljoen hebben bespaard dankzij efficiencywinst en door scherpe keuzes te maken in de maatregelenpakketten. Toch kunnen we daarmee niet de extra kosten opvangen van het voortdurend toenemende aantal cliënten en de fors stijgende tarieven.

Transitiejaar
Omdat we nog onvoldoende duidelijkheid hadden over 2 belangrijke ontwikkelingen in 2021, hebben we besloten om 2022 als transitiejaar te zien. In de eerste plaats was het nog niet duidelijk of het abonnementstarief zou worden afgeschaft. Inmiddels weten we dat dit waarschijnlijk enkel het geval is voor huishoudelijke verzorging. Het is nog onduidelijk hoe dit gaat lopen en hoeveel mensen we hiermee kunnen laten uitstromen. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel pas over 2 tot 3 jaar ingevoerd. Daarnaast is er nog geen duidelijkheid over verdere financiële compensatie. Wel heeft de nieuwe staatssecretaris een Wmo-houdbaadheidsonderzoek aangekondigd. De bedoeling is dat dat beeld moet leiden tot een fundamentele discussie over de opgave in de Wmo. Verder zagen we dat het beroep op Wmo Begeleiding onverminderd blijft toenemen. Corona heeft deze ontwikkeling versterkt.

Beweging naar de voorkant
In 2021 hebben we onze beweging naar de voorkant voortgezet. In januari is de klantreis Wmo van start gegaan in Noordoost. Alle Wmo-gerelateerde vragen van inwoners zijn sindsdien opgepakt door het aanmeldpunt en de inlopen van ZveB. Zij bepalen na een korte uitvraag waar de vraag het beste opgepakt kan worden. Dit kan maatschappelijk werk of een klantmanager Wmo zijn, maar veel vragen kunnen ook door de inwoner zelf worden opgelost met informatie en het juiste advies. In deze klantreis staat de samenwerking tussen de klantmanager Wmo en het maatschappelijk werk van ZveB centraal, met aandacht voor de juiste zorg en ondersteuning op de juiste plaats en met de klant in de lead. We zagen het aantal maatwerkvoorzieningen voor Wmo Begeleiding in Noordoost stabiliseren, terwijl dit aantal in de andere 3 kwadranten steeg. In januari 2022 hebben we de nieuwe klantreis Wmo daarom in de hele stad ingevoerd. We verwachten dat deze aanpak de groei van het aantal aanvragen voor Wmo Begeleiding dempt. Een daling lijkt op dit moment echter niet reëel.

Huishoudelijke Verzorging
We zagen het aantal aanvragen voor huishoudelijke verzorging in 2021 onverminderd blijven stijgen. Vooral in de tweede helft van 2021 kwamen er dusdanig veel nieuwe cliënten naar de gemeente toe, dat we de aanvragen niet meer binnen de wettelijke termijnen konden afhandelen. Daarom besloten we om te gaan werken met een afgebakende wachtlijst voor specifieke aanvragen voor huishoudelijke verzorging. Daarbij hoorde een zorgvuldige screening vooraf welke mensen wel en niet langer konden wachten op hulp. Op die manier voorkwamen we dat mensen die sneller hulp nodig hadden daar te lang op moesten wachten. En zorgden we juist voor een drempel (langer wachten) voor de gemiddeld wat vermogendere doelgroepen die door het financieel aantrekkelijke abonnementstarief naar de gemeente komen voor een schoon huis. HV3
Inmiddels is duidelijk geworden dat HV3 (een combinatie van huishoudelijke verzorging en lichte begeleiding) niet meer de meerwaarde biedt die we enkele jaren geleden voorzagen. Dit heeft meerdere oorzaken. Allereerst past HV3 niet goed in het gedachtegoed van de beweging naar de voorkant, omdat we voor lichte begeleiding vaak andere oplossingen vinden dan een maatwerkvoorziening. Daarnaast wordt de  besparing die we voor ogen hadden bij het uitdenken van HV3 (daardoor) niet meer gehaald. Tot slot blijkt uit een inventarisatie onder de aanbieders en de klantmanagers dat er wel relevante casussen zijn voor HV3, maar dat de aantallen beperkt zijn. Daarom voeren we HV3 niet meer door. Hoewel we HV3 niet gaan invoeren, houden we aandacht voor de doorontwikkeling van huishoudelijke verzorging.

Bewustwording rondom eenzaamheid
Met de campagne '+EEN Breda' hebben we de bewustwording rondom eenzaamheid (mede door corona) vergroot. In het kader van Breda Samen Doen hebben we nieuwe uitvoeringsplannen opgesteld voor 2022. Hierbij hebben we ook rekening gehouden met de coronasituatie. Wanneer reguliere activiteiten niet mogelijk zijn, zetten we een alternatief aanbod in. In 2021 heeft voor het eerst de Dag van de Verantwoording plaatsgevonden. In overleg met de gemeenteraad hebben we gekozen voor 2 momenten: 'Staat van de tafels: de inhoud' en 'Staat van de tafels: het proces'. Beide bijeenkomsten waren constructief en er zijn interessante inzichten gedeeld.

Agenda toegankelijkheid
In 2021 hebben we de actiepunten van de 'Agenda toegankelijkheid 2020' uitgevoerd. We zijn gestart met en voor mensen met een beperking om een ‘Agenda toegankelijkheid 2022’ op te stellen. Het uitgangspunt blijft ‘niets over ons, zonder ons’: we betrekken de mensen die het betreft actief bij het formuleren en uitvoeren van activiteiten. De coronamaatregelen vroegen daarbij om meer creativiteit en flexibiliteit in de planning en de uitvoering van de voorgenomen activiteiten.

LHBTIQ+
Samen met de Regenboogpartners hebben we weer diverse activiteiten georganiseerd om de sociale acceptatie, weerbaarheid en veiligheid van de LHBTIQ+-inwoners te vergroten. Dat deden we onder meer met zichtbare uitingen en activiteiten op dagen als Paarse Vrijdag en Coming-out-day, maar ook door een campagne die specifiek was gericht op de aanpak van straatintimidatie.

Senioren
We hebben een projectleider aangesteld voor het project Breda Senior, die intern en extern verkennende gesprekken heeft gevoerd met stakeholders. Op 21 oktober vond een werkconferentie plaats waarbij onder andere senioren, raadsleden en vertegenwoordigers van zorg- en welzijnsorganisaties een eerste aanzet hebben geschreven voor een agenda. Verder hebben studenten van Avans Hogeschool onderzoek gedaan naar de behoeften van senioren in Breda. Via workshops met stakeholders en senioren hebben ze eind december hun advies opgeleverd. Dit gebruiken we bij het bepalen van de speerpunten van Breda Senior. Ook zijn er 2 werkgroepen gevormd: 1 met senioren en 1 met stakeholders waarmee we in gesprek willen blijven.

Gemengd wonen

  • Een jaar na het sluiten van het Pact hebben we de eerste tussenrapportage bestuurlijk besproken. Daarin wordt de voortgang van de betrokken projecten geschetst en bewaakt.
  • Het gemengd-wonenproject aan de Gageldonksestraat is gestart. Verder zijn we begonnen met de planvorming van tijdelijke sociale woningen. Daarnaast is de eerste paal geslagen voor de nieuwbouw aan de Rijpstraat, waar een gemengd-wonenproject komt. 

Mantelzorgers
Mantelzorgers bieden essentiële hulp op het gebied van zorg en welzijn. Daarom willen we hen zo goed mogelijk ondersteunen. Dit doen we door de inzet van het StiB, waar mantelzorgers ondersteuning en informatie kunnen krijgen. Om respijtzorg aan te bieden, zijn we een pilot gestart met logeerzorg. Deze pilot is eind 2021 gestart en loopt door tot en met eind 2022. We willen daarmee respijtzorg bieden aan mantelzorgers die zorgen voor een naaste met dementie.
De waardering van mantelzorgers is (nog) niet omgevormd naar een pas of app. Zoals we al schreven in de begroting 2022, bleek uit een voorverkenning dat een stadspas alleen succesvol kan zijn als deze breed wordt opgezet, voor verschillende doelgroepen. Een besparing op de uitvoeringskosten van de mantelzorgwaardering is op korte termijn niet realistisch zonder die omvorming. Wel hebben we in 2021 de VVV-bon vervangen door de Breda Cadeaukaart, zodat de lokale economie gesteund wordt. Het geldbedrag van € 75 is gelijk gebleven.

Wet verplichte ggz
Begin 2022 is de eindrapportage over de gemeentelijke taken bij de Wet verplichte ggz opgeleverd. Het onderzoek kostte meer tijd vanwege de coronacrisis. De aanbevelingen volgen we komende jaren op. Dat betekent onder andere dat we eenmaal per jaar de uitvoering van de gemeentelijke taken evalueren. Dit blijven we doen met de regiogemeenten in West-Brabant. 

Samenwerkingsafspraken vanuit het Preventieakkoord
Het Bredaas Lokaal Preventieakkoord bestaat uit 28 samenwerkingsafspraken met diverse partners, verdeeld over de 3 speerpunten: gezond ouder worden, Hoge Vucht en een gezonde werkvloer. In 2021 hebben we voor het eerst uitvoeringsgelden beschikbaar gesteld. Diverse partners hebben hier gebruik van gemaakt. Hierdoor is de uitvoering van deze samenwerkingsafspraken al (deels) in gang gezet. In 2022 verkennen we hoe we deze plannen op een duurzame manier kunnen voortzetten. 

Beheersmaatregelen
In het bestuursakkoord Lef en Liefde is afgesproken om met aanvullende plannen te komen om kosten binnen het sociaal domein te beheersen. Binnen de Wmo zijn er op verschillende momenten in de afgelopen jaren beheersmaatregelen ingevoerd. Zo wisten we 1,5 miljoen structureel te besparen door een kapitaallastenregeling in te voeren voor aanbieders, waarbij ze alleen nog daadwerkelijk gemaakte kosten voor eigen kapitaal kunnen declareren. Verder zijn we vanuit ‘de juiste zorg op de juiste plek’ in gaan zetten op een betere doorstroming van cliënten vanuit de Wmo naar de Wlz. Hiermee hebben we een besparing gerealiseerd van 0,9 miljoen. En we hebben het eerdergenoemde project Beweging naar de Voorkant zowel vanuit inhoudelijke visie, als vanuit kostenefficiëntie in 2021 ingevoerd in één stadskwadrant. En per 1 januari 2022 in de gehele stad. We verwachten (onder andere vanuit een uitgewerkte businesscase) hiermee een besparing te realiseren van 1,5 miljoen euro. Alleen we zien dat er ook andere ontwikkelingen zijn die deze besparing minder zichtbaar maken, omdat het aantal cliënten wel fors is gestegen. Mede door de enorme stijging van aanvragen in 2021 voor huishoudelijke verzorging, gaan we vanaf 2022 aanvragen meer screenen op urgentie. 

In 2021 hebben we tenslotte de volgende beheersmaatregelen uitgewerkt:

•    Strakkere regie op het gebruik van de deeltaxi
Ook in 2021 konden inwoners met een deeltaxipas onbeperkt gebruikmaken van de deeltaxi. Wel zagen we een relatief lager gebruik door de coronacrisis. Daarnaast hebben we een verkenning uitgevoerd onder de gebruikers van de deeltaxi. Hierbij hebben we onderzocht hoe groot de doelgroep is die veel kilometers reist en wat hun vervoersbehoefte is. Bij hen zijn we ook nagegaan wat de noodzaak is van het gebruik van de deeltaxi. Een beperking van het aantal kilometers is echter niet aan de orde geweest vanwege het beperkte gebruik in coronatijd. Ook de verkenning of het reguliere openbaar vervoer een alternatief is, heeft om die reden nog niet plaatsgevonden.

•    Aanpassingen zorgpolis
Afgelopen jaar konden inwoners met hoge zorgkosten en een relatief laag inkomen weer gebruikmaken van de zorgpolis Gemeenten Extra Uitgebreid. Naast de collectiviteitskorting die onderdeel is van de polis, betaalt de gemeente het volledige eigen risico. Dit betekent in de praktijk dat de bijdrage van de gemeente in 2021 ongeveer € 32 per maand per cliënt was. De uitgaven voor de collectieve ziektekostenverzekering zijn afgenomen door duidelijkere communicatie over wie gebruik kan maken van deze polis (mensen met chronische klachten en/of extra structurele hoge ziektekosten) en door controle daarop bij het aanvragen. In totaal hebben we hiermee zo’n 1,8 miljoen structureel kunnen besparen.

•    Technische optimalisaties
In 2021 hebben we nog beter zicht gekregen op onze cliënten en onze zorgaanbieders. Dit inzicht maakte een aantal doorontwikkelingen mogelijk. Zo zijn de pgb-tarieven met ingang van 1 januari 2021 aangepast, zodat ze meer in lijn zijn met onze tarieven voor Zorg in Natura (ZiN). Ook is het pgb-proces geoptimaliseerd, waardoor cliënten nog zorgvuldiger begeleid worden en er door betere voorlichting nog meer sprake is van eigen regie. We zien dat deze optimalisaties ervoor zorgen dat minder mensen uit eigen beweging voor een pgb kiezen. Daarnaast is de tariefopbouw voor geclusterd wonen bij ZiN meer in lijn gebracht met de werkelijke kosten daarvan. Dit is geïmplementeerd bij de nieuwe inkoop voor beschermd wonen, die op 1 januari 2022 van start is gegaan. Met deze technische optimalisaties hebben we zo’n 1,6 miljoen bespaard, waarvan in totaal 1,4 miljoen op PGB-budget (hoewel sommige pgb-houders zijn overgestapt van PGB naar Zorg in Natura, waardoor er slechts sprake is van een verschuiving van budget i.p.v. een besparing). Van de 1,4 miljoen aan structurele besparingen op PGB in de afgelopen jaren is 0,5 miljoen in 2021 gerealiseerd (zie financiële toelichting).

Deze maatregelen hebben in totaal veelal meer besparingen opgeleverd dan begroot. In totaal gaat het om zo'n € 7 miljoen aan structurele besparingen. Deze opbrengsten zijn niet altijd een-op-een terug te zien in de jaarrekening, omdat het resultaat ook door andere ontwikkelingen kan zijn beïnvloed. De gestegen cliëntaantallen in huishoudelijke ondersteuning en begeleiding en fors gestegen tarieven zijn daarbij de grootste factor.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • Zorgaanbieders hebben door corona meer kosten gemaakt voor de uitvoering van de Wmo. Het Rijk heeft ons als compensatie een bedrag van zo'n € 350.000 gegeven. Zorgaanbieders kunnen tot 1 april 2022 een declaratie voor meerkosten indienen. De verwachting is dat deze compensatie van het Rijk daarvoor voldoende is.
  • Het aantal begeleidingstrajecten onder jongvolwassenen (18 t/m 27 jaar) nam in de afgelopen jaren  toe. Deze toename komt mede door de coronacrisis, waarbij (kwetsbare) jongeren vastlopen, zoekende zijn naar structuur of terugvallen in ongewenst gedrag. Het beoogde effect van het project Bewegen naar de voorkant (beheersmaatregel) is onder andere door de toename van het aantal begeleidingstrajecten minder goed zichtbaar en leidt slechts tot een demping van de groei in plaats van tot een daadwerkelijke daling van de kosten. 
  • Inmiddels lijkt duidelijk dat onze claim voor financiële compensatie van de aanzuigende werking van het abonnementstarief niet volledig door het Rijk gehonoreerd wordt.  We zien een sterk toegenomen vraag naar huishoudelijke ondersteuning (+20% ten opzichte van 2018) en een (bij wet verplicht) explosief toegenomen tarief (+30% ten opzichte van 2017). Wel wil de nieuwe coalitie het abonnementstarief voor huishoudelijke ondersteuning afschaffen en een eerlijke bijdrage invoeren. Onduidelijk is nog hoe dit er precies uit komt te zien. De (financiële) effecten van deze maatregel zijn dus ook niet te voorspellen. De invoering neemt minimaal 2 tot 3 jaar in beslag.

Meer informatie vindt u in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren
Thema-indicatoren Betrokken zijn
Indicator: Meedoen (audit nr 15)
Omschrijving: Percentage inwoners dat actief meedoet in de samenleving. Dat kan op verschillende manieren: intensief mantelzorg, intensief vrijwilligerswerk, minimaal 12 uur per week aan het werk in loondienst of als zelfstandig ondernemer, deelname aan re-integratietraject, school/opleiding volgen.
Bron: Buurtenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
71 73 Zie toelichting
Er is geen streefwaarde bepaald.
Indicator: Actief in de buurt (audit nr 2201)
Omschrijving: Percentage bewoners dat zich actief heeft ingezet in de buurt
Bron: Buurtenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
27 30 26 Zie toelichting
Bandbreedte is 25%- 27%. De streefwaarde is niet behaald. In 2021 bleef de coronacrisis en de daarbij horende maatregelen ook in de buurten impact hebben. Dit maakt dat bewoners minder actief zijn geweest in 2021.
Indicator: Ondersteuning buurtinitiatieven (audit nr 2202)
Omschrijving: Percentage bewoners dat het (helemaal) oneens is met de stelling: De gemeente ondersteunt buurtinitiatieven op het gebied van leefbaarheid en veiligheid voldoende.
Bron: Buurtenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
12 12 10 Zie toelichting
Streefwaarde was dat de groep die de ondersteuning van de gemeente onvoldoende vindt gelijk blijft of kleiner wordt (ten opzichte van 2019). Deze streefwaarde is behaald. In 2021 is er blijvend aandacht geweest voor veiligheid en leefbaarheid in de wijken en buurten. Met name door de aanpak Aandachtswijken was hiervoor extra aandacht.
Productindicatoren Product Maatwerk Wmo
Indicator: Maatwerkarrangementen Wmo (audit nr 16)
Omschrijving: Aantal cliënten met een maatwerkarrangement Wmo (per 10.000 inwoners)
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: Aantal per 10.000
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
830 850 840 790 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Het voorlopige realisatiecijfer gaat over de eerste helft van 2021 (=790). De cijfers over het hele jaar zijn standaard hoger dan op basis van het halfjaarcijfer te verwachten is. Je kunt dus niet stellen dat er sprake is van een daling in 2021. In de periode 2017-2020 is het aandeel hoger vergeleken met het landelijke cijfer en het gemiddelde cijfer van gemeenten van vergelijkbare grootte.

Thema Thuis

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?

Voor sommige mensen is een ‘thuis’ niet vanzelfsprekend. Omdat het daar niet veilig is, bijvoorbeeld. Omdat ze het niet kunnen betalen. Of omdat ze er zelf een rommeltje van maken, waardoor het niet verantwoord is. Daarom hebben we ook in 2021 weer vele inwoners geholpen aan een thuis. Onze inzet varieerde van hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld, tot hulp bij dakloosheid en het bieden van een veilige woonomgeving bij psychische problematiek.

Wat hebben we ervoor gedaan ?

Terug naar navigatie - Wat hebben we ervoor gedaan ?

Huiselijk geweld en kindermishandeling

  • Veilig Thuis en tal van andere organisaties zetten zich dagelijks in voor vroegsignalering en het bieden van de juiste hulp aan slachtoffers van alle vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA). In 2021 hebben we de afspraken met Veilig Thuis vernieuwd. Vanaf begin 2022 werken we volgens deze afspraken. Voor de aanpak van plegers worden mannelijke ervaringsdeskundigen ingezet (ex-plegers van huiselijk geweld), die samen met een professionele hulpverlener hulp en ondersteuning bieden aan gezinnen waar huiselijk geweld speelt. Dit doen we onder andere bij huisverboden.
  • Eind 2021 werden we geconfronteerd met wachtlijsten bij Veilig Thuis. Zij hebben inmiddels actie ondernomen om deze wachtlijsten weg te werken.
  • De afspraken over het overdragen van casuïstiek naar lokale teams zijn dit jaar vernieuwd. De implementatie en de monitoring van de uitvoering vinden plaats in 2022.
  • Het beleidskader 'GIA en Meldpunt crisiszorg' is gereed en aangeboden aan de gemeenteraad. De financiële bijdrage voor GIA (aan Veilig Thuis) is voor 2022 vastgesteld.
  • Het nieuwe regionale programma is vervangen door het regionale beleidskader, waarin we voortbouwen op het programma Geweld Hoort Nergens Thuis. Niet alle activiteiten uit het programma zijn al afgerond. De voorbereidingen voor een grootschalig trainingsprogramma zijn in de tweede helft van 2021 gestart, de uitvoering is doorgeschoven naar 2022. Ook de incidentele inzet voor de aanpak van schadelijke praktijken pakken we  in 2022 op. Het Rijk heeft hier incidenteel extra middelen voor beschikbaar gesteld via de decentralisatieuitkering.
  • In het regionale beleidskader GIA staat wat we verwachten van de vrouwenopvang en wat de basis is voor de subsidieverlening aan stichting Safegroup. Bij de vrouwenopvang is sprake van achterstallig onderhoud. Ook zijn er frictiekosten in beeld gebracht door de overgang van Juzt naar een zelfstandige stichting. Hiervoor hebben we in 2021 extra subsidie verleend, maar een deel van de extra investeringen vindt plaats in 2022.

Integrale crisiszorg
Het landelijke (telefonische) meldpunt Zorgwekkend Gedrag is medio 2021 opengegaan. 

Aanpak verward gedrag

  • Het scholingsprogramma is succesvol uitgevoerd. De aanpak van verward gedrag is onderdeel van het reguliere werk. In Breda hebben we onze medewerkers, medewerkers van onze partners en alle inwoners de kans geboden om een training over verward gedrag te volgen. In 1,5 jaar hebben we 6 trainingen aangeboden. Hier hebben veel mensen aan deelgenomen. In totaal hebben we 35 trainingen aangeboden en de deelnemers gevraagd wat zij ervan vonden. Een ruime meerderheid was zeer tevreden. Ze misten alleen de inzet van rollenspellen. Dit was vanwege de coronapandemie helaas maar beperkt mogelijk. De deelnemers hoopten wel dat de gemeente deze trainingen nog een keer wil aanbieden.
  • Met subsidie is de functie van de wijk-GGD'er ingebed in de reguliere werkzaamheden van de bemoeizorg- en de OGGZ-taken van de GGD.

Beschermd wonen
Per 1 januari 2022 wordt gestart met de doordecentralisatie van beschermd wonen. Dat betekent dat niet alleen de 43 centrumgemeenten, maar alle 355 gemeenten zich volledig gaan inzetten voor inwoners die in aanmerking komen voor beschermd wonen en daartoe alle regionale samenwerkingsafspraken hebben gemaakt. Eind 2021 zijn deze samenwerkingsafspraken in de regio Breda bekrachtigt. De gemeenschappelijke regeling 'Beschermd wonen regio Breda' is door alle gemeenteraden vastgesteld. Daarin hebben we de gezamenlijke verantwoordelijkheid vastgelegd voor de toegang, de contractering en de financiering van beschermd wonen. De gemeente Breda heeft de opdracht gekregen om dit te organiseren. We hebben afgesproken dat de eerste aanmelding voor beschermd wonen bij de lokale toegangen plaatsvindt. Daarmee geven we invulling aan de gezamenlijke inhoudelijke verantwoordelijkheid. Ook sturen we op de aanmeldingen voor beschermd wonen, doordat eerst wordt gekeken of hulpvragers ook geholpen kunnen worden met een lokale voorziening en/of het aanbod in het voorliggend veld. De regio Breda heeft voldaan aan alle elementen van de Norm voor Opdrachtgeverschap voor Beschermd Wonen.

Vanaf 1 januari 2023 zou er een nieuwe financiële verdeling over gemeenten en een zogeheten woonplaatsbeginsel komen.  Daarmee wordt geregeld dat gemeenten voortaan verantwoordelijk zijn voor beschermd wonen voor de eigen inwoners en daartoe ook in staat zijn, omdat ze daarvoor ook de middelen ontvangen. Inmiddels is bekend geworden dat de voorgenomen invoering van het woonplaatsbeginsel beschermd wonen door het Rijk per 1 januari 2023 uitgesteld wordt. 

We hebben namens de hele regio nieuwe contracten gesloten voor beschermd wonen. De nadruk is nog meer komen te liggen op de tijdelijkheid van beschermd wonen, om het onderscheid met de Wet langdurige zorg (Wlz) duidelijker te maken. Daarnaast leggen we de nadruk op zo veel mogelijk zelfstandig (blijven) wonen, zoals afgesproken in het regionale beleid. In de beschikkingen leggen we een duidelijker verband tussen de gewenste resultaten voor de cliënten en de bijbehorende ureninzet door de aanbieder. Hiermee krijgen we meer sturingsinformatie over de kwaliteit en de kosten. Tot slot heeft de gemeente geïnvesteerd in het gesprek met de zorgaanbieders over de gewenste kwaliteit en de doelen van het beleid.  
 
We hebben een aantal voorbereidende stappen gezet om uiteindelijk te komen tot een regionale uitstroom uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. De gemeenten, corporaties en grootste zorgaanbieders in de regio hebben in 2021 een onderbouwde aanname opgesteld van de behoefte aan woningen voor de komende jaren. Die aanname geldt als een streefbeeld om samen naar toe te werken. Tegelijkertijd hebben we de inhoudelijke ambities beschreven in een convenant waarin ieders rol beschreven is. Beide documenten zijn eind november bestuurlijk bekrachtigd. Alle gemeenten en corporaties hebben de kwantitatieve opgave opgenomen in de prestatieafspraken.

Maatschappelijke opvang

  • In 2021 hebben we (dreigend) dak- en thuislozen een passend traject aangeboden via Centraal Onthaal. Dit kon een opvangplek zijn bij de doorstroomvoorziening of opvang voor jongeren bij Villa Boerebont. De meer zelfredzame dak- en thuislozen gaan naar een crisiswoning. Dit kan in Breda, maar ook in het land van Altena. In 2021 hebben we het aanbod aan woon- en opvangplekken uitgebreid op basis van het versterkingsplan tegen dak- en thuisloosheid.
  • In het 2e kwartaal van 2021 zijn de sloop- en bouwwerkzaamheden voor de nieuwe dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen gestart. Naar verwachting wordt de nieuwbouw in de zomer van 2022 opgeleverd en kort na de zomer in gebruik genomen.
  • Eind 2020 zijn we gestart met de projecten vanuit het versterkingsplan tegen dak- en thuisloosheid. Een externe projectleider voert de regie op dit proces, in samenwerking met de regiogemeenten en de betrokken maatschappelijke partners. De projecten zitten in verschillende stadia; het ene is net gestart, het andere is al in een verder gevorderd stadium. De tussenevaluatie wordt verwacht in juni, waarna de eindevaluatie voor eind 2022 op de planning staat.

Ketenaanpak verslavingszorg
In 2021 hebben we de pilot GHB in de dag- en nachtopvang DSV geëvalueerd. Daarop hebben we besloten om deze activiteiten in de reguliere dienstverlening bij DSV in te bedden. Na een evaluatie van het Casusoverleg GHB Breda is besloten om dit netwerkoverleg onder Maatschappelijk Steunsysteem (MaSS)-coördinatie te brengen voor de hele regio. Na 1 jaar vindt een evaluatie plaats.

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's
  • De VNG heeft afgesproken dat de uitname voor cliënten die naar de Wlz zijn gegaan, overeenkomt met de werkelijke kosten. Voor centrumgemeente Breda is de overgang dus budgetneutraal verlopen.
  • Naar verwachting wordt de nieuwe dag- en nachtopvang voor dak- en thuislozen in de zomer van 2022 opgeleverd en kort na de zomer in gebruik genomen.
  • Voor de regionale beleidsvelden 'Geweld in afhankelijksrelaties', 'Beschermd wonen' en 'Maatschappelijke opvang' hebben we ons voorbereid op de uittreding van Alphen-Chaam en Baarle-Nassau uit onze (centrum)regiosamenwerking. Deze ontwikkeling heeft invloed op de begroting voor dit begrotingsthema.
  • In de praktijk is gebleken dat onze aanbieders van beschermd wonen voldoende flexibiliteit hebben om met noodzakelijke oplossingen te komen. Voor de maatschappelijke opvang hebben zij extra quarantaine- en isolatieplekken geregeld.
  • De werkvoorraad bij Veilig Thuis liep eind 2021 behoorlijk op. Er zijn korte en lange termijnacties in gang gezet om de werkvoorraad terug te brengen tot een verantwoord niveau. De verwachting is dat dat in de loop van 2022 het geval is. 

Meer informatie hierover vindt u in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren
Thema-indicatoren Thuis
Indicator: Gehuisveste daklozen (audit nr 17)
Omschrijving: Percentage daklozen van de uitgestroomde daklozen dat duurzaam gehuisvest is
Bron: Gemeente Breda, WIZ Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
54 51 44 Zie toelichting
Realisatiecijfer is niet bekend. De benodigde data voor de berekening was niet beschikbaar. In de eerstvolgende herijkingsronde van de indicatorenset wordt een aanpassing van deze indicator voorgesteld. Daardoor kan beter worden aangesloten bij de landelijke definitie.
Indicator: Beschermd wonen (audit nr 18)
Omschrijving: Aantal cliënten in Beschermd Wonen; gemiddelde van het aantal op de 1e van de maand
Bron: Gemeente Breda, Suites voor het Sociaal Domein Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
793 805 Ongeveer een derde minder cliënten dan in 2019. 618 650
Het aantal cliënten in bescherm wonen is gedaald met 22% ten opzichte van 2020. Er was een grotere daling verwacht (met ongeveer een derde). De lagere daling dan verwacht komt door de overgangsregeling Wet langdurige zorg (WLZ) die december 2020 is aangekondigd. Hierdoor moesten we voor cliënten met een WLZ-toekenning de Wmo voorziening beschermd wonen toch verlengen met minimaal 6 maanden. De overgangsregeling is in het leven geroepen vanwege de achterstanden bij het CIZ en zorgkantoor. Het aantal WLZ aanvragen was hoger dan voorzien. In 2021 gingen er 348 cliënten over naar de Wet Langdurige Zorg.

Thema Leren, ontwikkelen en werken

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?
  • Ondanks de coronacrisis is het ons gelukt om het aantal uitkeringen af te laten nemen van 4447 naar 4258. De verwachte instroom is voorkomen en we hebben zelfs een daling van de instroom in de bijstand bereikt van zo'n 200 mensen ten opzichte van 2020.
  • We hebben ruim 500 mensen laten uitstromen naar werk of zelfstandig ondernemerschap. Dat is fors meer dan in 2020 (369).
  • Het aantal baanafspraken blijft regionaal helaas nog steeds behoorlijk achter. Samen met de regiogemeenten stuurden we op een streefwaarde van 3098, eind 2021. Tot en met het 3e kwartaal kwamen we uit op 1793. In 2021 hebben we al de eerste stappen gezet om dit traject te intensiveren. We zijn gestart met het realiseren van werk-leerlijnen. In samenwerking met ons netwerk en de werkleerlijnen hebben we 178 personen geplaatst met een indicatie banenafspraak. Daarmee hebben we het aantal plaatsingen ten opzichte van 2020 bijna verdubbeld. We gaan in 2022 verder op deze ingeslagen weg.
  • Eind 2021 hebben we 97 mensen (88 fte) aan het werk op een beschutte werkplek. De landelijk bepaalde streefwaarde voor Breda is 91 fte. Daarmee hebben we de streefwaarde voor 97% behaald.
  • We creëerden opnieuw verbindingen van werk-naar-(tijdelijk) werk om mensen uit inactieve sectoren aan het werk te krijgen in sectoren die te kampen hadden met personeelstekorten. Hierdoor was de instroom aan nieuwe bijstandsuitkeringen beperkt en konden we ons blijven richten op het ‘zittend bestand’. Onze nauwe samenwerking met ondernemers en het onderwijs heeft hier een grote bijdrage aan geleverd. We houden onze koers vast en hopen volgend jaar – zonder de impact van corona – nóg meer mensen succesvol te kunnen ondersteunen.
  • We hebben zo'n 850 mensen opgenomen in de schuldhulpverlening. De verwachte 15% extra instroom door de pandemie is mede dankzij de steunmaatregelen uitgebleven. Andere redenen zijn: onze intensievere preventieve werkzaamheden, de aansluiting op de Nederlandse schuldhulproute (waaronder Geldfit.nl) en een hoge instroom door vroegsignalering op basis van de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), die outreachend opgepakt is.
  • We hebben meer dan 4000 meldingen door vroegsignalering in behandeling genomen.
  • We hebben de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo-regeling) volledig uitgevoerd en bijna 2000 aanvragen afgehandeld. Daarvoor werden we in het klanttevredenheidsonderzoek gewaardeerd met een 9.
  • We hebben tussen januari en oktober 2021 in totaal 384 aanvragen ontvangen en afgehandeld voor de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK-regeling).
  • In 2021 hebben we (mogelijk) gedupeerden van de toeslagenaffaire waar mogelijk geholpen. Op verzoek van de Rijksoverheid hebben we besloten om vooruit te lopen op de inwerkingtreding van een wetsvoorstel en om gedupeerden hun schulden en vorderingen vanuit (vooral) het sociaal domein kwijt te schelden.

Wat hebben we ervoor gedaan ?

Terug naar navigatie - Wat hebben we ervoor gedaan ?

Preventie aan de voorkant
We hebben onze samenwerking met het UWV geïntensiveerd en voeren nu maandelijks overleg over de kortlopende uitkeringen (tot 3 maanden). Hierdoor konden we Bredanaars preventief ondersteunen, zodat zij zo min mogelijk een beroep hoeven doen op een bijstandsuitkering. Mede door de aantrekkende arbeidsmarkt en de landelijke steunpakketten is het aantal kortdurende WW-uitkeringen fors afgenomen. Het gaat nu om enkele uitkeringen in plaats tientallen, zoals in 2020. Desondanks blijven we onze intensieve samenwerking voortzetten.

Offline én online dienstverlening
Met 'West-Brabant werkt door' faciliteren we (regionale) ondersteuning bij personele vraagstukken. Dat doen we via het zogeheten Regionaal Mobiliteitsteam (RMT). Daarnaast hebben we een afgeschermde portal gebouwd, waardoor werkgevers en werkzoekenden elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten. Inmiddels staan daarin maar liefst 412 regionale werkzoekenden en 207 werkgevers geregistreerd. Deze aantallen schommelen uiteraard continu. Veel werkzoekenden en werkgevers vinden deze laagdrempelige manier van contact prettig. Inmiddels hebben minstens 46 mensen langs deze weg een nieuwe baan gevonden. Ons streven was 50. (Vaak verlopen deze plaatsingen buiten ons om, waardoor ze niet altijd traceerbaar zijn.) Daarnaast is het platform, vanuit werkgeversoogpunt, een succesvolle leadgenerator. De backoffice en het accountmanagement zijn waardevolle oren en ogen die bij vragen snel en accuraat de juiste contactpersoon koppelen om ondersteuning te bieden.

Nog slimmer werken en leren
We hadden al een gedegen infrastructuur staan, waarbij werken en leren prima samengaan. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in functionele opleidingsmogelijkheden, zoals het Logistiek Paspoort, de Schildersvakopleidingen en de Zorg Academie. Bij al deze trajecten konden kandidaten via ‘sprintmodules’ deel-accreditaties halen (conform de CREBO-dossiers, gedeeltes van een officieel diploma). Daardoor kwamen ze sneller aan het werk. Kandidaten behaalden praktische kwalificaties voordat ze instroomden bij een werkgever. We hebben daardoor in alle kansrijke sectoren een ruimer keuzepallet aan opleidingstrajecten in combinatie met betaald werk: de traditionele mbo, de niveau 2 (BBL-)leerroutes én geaccrediteerde functionele cursussen. Dit sluit prima aan bij de behoeftes vanuit de markt en de kandidaten.

Werk-leerlijnen
In 2021 hebben we de infrastructuur voor de werk-leerlijnen vormgegeven. De eerste goede resultaten zijn al geboekt: 61 Bredanaars hebben via de werk-leerlijnen een arbeidsovereenkomst gekregen. Daarnaast hebben we van dit project ook iets opgestoken voor nieuwe initiatieven, waarmee we nog meer mensen sneller en duurzaam aan het werk kunnen krijgen en houden.

Tegenprestatie

  • Ondanks de lockdowns hebben we in 2021 zo'n 50 nieuwe kandidaten kunnen plaatsen op een tegenprestatieplek. Dat bleef achter bij de doelstelling, maar dat is verklaarbaar: veruit de meeste plaatsen waar mensen een tegenprestatie konden leveren, waren een groot deel van 2021 gesloten. We hebben daarom geïnvesteerd in gesprekken met onze kandidaten. Daaruit bleek dat de mensen betrokken willen zijn bij de Bredase maatschappij. Eenzaamheid, een kwetsbaarder intellectueel vermogen, een gebrek aan financiële mogelijkheden, gezondheid, pech in het leven en niet weten hoe verder zijn vaakgehoorde geluiden. Aandacht blijkt een grote succesfactor te zijn om de kandidaten een stap verder te kunnen brengen. We hebben in 2021 een volledig beeld gekregen van de kandidaten, waarmee ons doel is bereikt.
  • Daarnaast hebben we ook het nieuwe team Actief & Ontwikkeling vormgegeven. Zij voeren onder meer de tegenprestatie uit. In 2021 hebben we vooral aandacht besteed aan een betere regievoering op onder meer de tegenprestatie. Het team stimuleert mensen om mee te doen en in beweging te komen. De regisseurs werken met een lagere caseload, hebben kandidaten 100% in beeld en kunnen daardoor meer begeleiding bieden aan deze mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
  • In 2021 heeft het team Actief & Ontwikkeling de samenwerking met de afdeling Wmo verstrekt. Daardoor kunnen ze mensen met een zorgindicatie beter begeleiden.
  • We hebben meer kandidaten toegeleid naar de indicatie doelgroepenregister.
  • Er ontstaat een betere samenwerking in de wijk met diverse stakeholders (SMO, Surplus, Wijkzaken, Wmo, Participeer MEE, Zorg voor elkaar Breda en Tientjes).
  • In 2021 hebben we de basis versterkt om kandidaten met meer tijd en begeleiding stappen te laten zetten. Punt van aandacht blijft dat we meer aandacht geven aan de organisaties waar deze kandidaten geplaatst worden.

Tozo
De Tozo ondersteunt zelfstandige ondernemers, waaronder zzp’ers, zodat zij een betere kans hebben om hun bedrijf voort te zetten. De regeling wordt uitgevoerd door de gemeenten. Zelfstandigen kunnen aanvullende inkomensondersteuning krijgen voor hun levensonderhoud en een lening krijgen voor bedrijfskapitaal bij liquiditeitsproblemen. De Tozo is per september 2021 beëindigd. In die 9 maanden hebben we - verdeeld over 3 periodes (Tozo 3-4-5) - in totaal 1980 Tozo-aanvragen behandeld.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) light
Ondernemers die na 1 oktober 2021 financiële problemen hebben, kunnen in bepaalde gevallen een beroep doen op het Bbz. Zij kunnen bijvoorbeeld een renteloze lening, een starterskrediet of een aanvulling op het inkomen tot bijstandsniveau krijgen. De gemeenten voeren deze regeling uit. Het Bbz is voor het vierde kwartaal van 2021 op een aantal onderdelen versoepeld. In die periode hebben in totaal 236 Bredase ondernemers zich gemeld voor financiële ondersteuning en/of advies.

Maatwerkfonds Aanvullende Maatregelen (MAM)
Volgens het CBS zijn de vooruitzichten voor de Nederlandse economie gunstig. Toch zijn er ondernemers die moeite hebben om hun bedrijf weer op te starten. Ook in Breda waren er ondernemers die door de pandemie langdurig afhankelijk waren van een inkomen op bijstandsniveau en moesten interen op hun eigen geld. Zij worden nu soms geconfronteerd met liquiditeitsproblemen bij het opstarten van hun bedrijf (of het stoppen daarmee). Via het (tijdelijke) MAM kunnen zij worden geholpen om hun bedrijf en/of hun leven weer op orde te brengen.

Armoede en schulden

  • We hebben bij onze maatschappelijke partners input opgehaald voor de beeldvormende fase van het financieel expertisecentrum. Ook richten we de systemen zo in dat de dienstverlening bij de start van het financieel expertisecentrum al zo optimaal mogelijk is. Denk aan de registratie van de klantcontacten. Vanaf 2022 starten we met de eerste doelgroep, de ondernemers. We beginnen met een telefonisch en een digitaal meldpunt.
  • Daarnaast zijn in 2021 de voorbereidingen gestart om een virtueel platform in te richten voor professionals.
  • In 2021 is Sam& (samenvoorallekinderen.nl) gestart, in samenwerking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur Breda en Stichting Leergeld Breda. Sam& is een landelijke organisatie die zich inzet om kinderen te laten meedoen en armoede te bestrijden. Onder de vlag van Sam& is campagne gevoerd om ouders met een laag inkomen attent te maken op de financiële regelingen waar zij aanspraak op kunnen maken voor hun kinderen. Deze campagnes (via social media, brieven en artikelen in huis-aan-huisbladen) hebben gezorgd voor een toestroom van aanvragen voor ondersteuning. De landelijke organisatie ziet Sam& Breda als een goed voorbeeld voor andere gemeenten. We hebben medewerking verleend aan een interview dat landelijk is gepubliceerd.
  • Bij de begroting 2020 hebben we voor de periode vanaf 2022 structureel financiële middelen beschikbaar gesteld voor 2 eigen bewindvoerders. In 2021 hebben we verder geen stappen gezet op dit gebied.

Kinderopvangtoeslagaffaire 
In 2021 hebben we (mogelijk) gedupeerden van de toeslagenaffaire waar mogelijk ondersteund. Gemiddeld hebben we hier wekelijks 2 fte voor ingezet, verdeeld over 2 trajecten:

  • Het eerste traject betreft de ondersteuning van iedereen die zich heeft gemeld bij de Belastingdienst als mogelijk gedupeerde en die heeft aangegeven contact te willen met de gemeente. Deze ondersteuning vindt plaats op een aantal leefgebieden. We hebben gesprekken gevoerd met 167 (mogelijk) gedupeerden. Velen hadden behoefte aan een luisterend oor, anderen hebben we geholpen door hen te verwijzen naar het Werkgeversservicepunt, andere (gemeentelijke) voorzieningen of psychologische hulp.  Deze mensen zijn daarnaast (als zij dat wilden) begeleid en ondersteund door medewerkers van de gemeente (nazorg). Verder hebben we materiële ondersteuning geboden op de landelijk afgesproken leefgebieden. Denk aan: laptops en fietsen voor kinderen, medische zorg en cadeaukaarten voor dagjes weg met het hele gezin. In 2021 hebben we hier € 203.000 aan uitgegeven.
  • Het tweede traject betreft de kwijtschelding van schulden van erkende gedupeerden. Ook Breda heeft, op verzoek van de Rijksoverheid, besloten om vooruit te lopen op de inwerkingtreding van een wetsvoorstel. Voor 36 gedupeerden hebben we (voor zover dit wetsvoorstel daartoe aanleiding gaf) de schulden en vorderingen vanuit (vooral) het sociaal domein inmiddels kwijtgescholden. Hier hebben we in totaal € 70.509 aan uitgegeven.

Over de schulden en vorderingen die niet onder het concept-wetsvoorstel vallen, hebben wij nog geen beslissing genomen. Daarmee volgen we de lijn die de meeste gemeenten hanteren. Het gaat daarbij om gevallen waarin sprake is van grove opzet en/of schuld bij overtredingen van de Participatiewet en om bepaalde zakelijke schulden. In Breda gaat het om 4 huishoudens. Op basis van het huidige concept-wetsvoorstel komen zij niet in aanmerking voor kwijtschelding, maar wellicht wordt de tekst tijdens de behandeling nog aangepast. Naar verwachting treedt het wetsvoorstel vóór de zomer in werking. Pas daarna nemen we over deze 4 gevallen een besluit.

Landelijk is toegezegd dat alle kosten van de gemeenten, inclusief de uitvoeringskosten, worden vergoed. De verantwoording van deze kosten moeten we medio 2022 bij het Rijk indienen, waarna we eind 2022 uitsluitsel krijgen. Voor de ondersteuning op de leefgebieden hebben we inmiddels voorschotten ontvangen van in totaal € 180.619. Voor de kwijtschelding van de gemeentelijke vorderingen en schulden worden geen voorschotten verstrekt. Alle kosten hiervan worden achteraf vergoed.

TONK
Per 1 januari 2021 is de TONK in werking getreden, omdat er dringend behoefte was aan een regeling om huishoudens te ondersteunen die door de coronamaatregelen minder inkomsten hadden, die daardoor hun (woon)kosten niet meer konden betalen en die geen of onvoldoende steun kregen vanuit andere regelingen. De TONK zorgt voor een tegemoetkoming in deze kosten. De gemeente heeft tussen januari en oktober 2021 in totaal 384 aanvragen ontvangen en afgehandeld.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren
Thema-indicatoren Leren, ontwikkelen en werken
Indicator: Voortijdig schoolverlaters (audit nr 19)
Omschrijving: Percentage leerlingen tussen 12-23 jaar dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
2 2,2 2 1,8 Zie toelichting
In de periode 2007 - 2015 is sprake van een daling van 4,6% naar 2,1%. Vervolgens stabiliseert het aandeel voortijdig schoolverlaters t/m 2020 tot rond de 2,0-2,2. Deze ontwikkeling is vergelijkbaar met het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte en het landelijk gemiddelde (in Breda ligt het aandeel wel iets hoger dan in Nederland). Realisatiecijfer voor 2021 is nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.
Indicator: Bijstandsuitkering (audit nr 20)
Omschrijving: Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners van 18 jaar en ouder
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: Aantal per 10.000
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
425,9 395,6 499 449,3 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. In de afgelopen jaren is het aandeel personen met een bijstandsuitkering lager dan het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte en iets hoger dan het landelijk gemiddelde.
Indicator: Laaggeletterdheid (audit nr 21)
Omschrijving: Percentage laaggeletterden van het aantal totaal inwoners van 16 t/m 65 jaar
Bron: Onderzoeksrapport Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
Zie toelichting
Europees onderzoek naar laaggeletterdheid vindt éénmaal per 4 jaar plaats. De uitkomsten van het uitgestelde Europese onderzoek zijn in 2024 beschikbaar voor elk land. De doorberekening van de gegevens per gemeente zijn in 2024 of 2025 bekend. We spraken met de Raad af om te zoeken naar een andere informatiebron om deze indicator op te baseren. Er blijkt op dit moment geen andere informatiebron voor handen te zijn. Een alternatieve indicator is het aantal inwoners dat in een bepaald jaar meedoet aan een activiteit om de taal- en andere basisvaardigheden te verbeteren. We gaan registreren volgens de landelijke richtlijnen zodra die definitief zijn bepaald.
Productindicatoren Product Participatie
Indicator: Uitstroom naar werk/zelfstandig ondernemerschap (audit nr 22)
Omschrijving: Aantal mensen dat uitstroomt naar werk of zelfstandig ondernemerschap (exclusief TOZO, BBV verkort)
Bron: Gemeente Breda, Suites voor het Sociaal Domein Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
722 613 364 320 516 350
De streefwaarde - destijds lager vastgesteld vanwege corona - is behaald. Door de afbouw van lockdown-maatregelen en een veerkrachtigere economie konden in 2021 meer mensen volledig uitstromen naar betaald werk dan eerder verwacht. In het jaarplan van het Werkgevers Service Punt (WSP) Breda splitsen we de resultaten uit naar fulltime, parttime en preventief. In 60% van de fulltime plaatsingen heeft het WSP Breda een bijdrage geleverd. De andere 40% heeft ‘zonder ondersteuning’ zelfstandig betaald werk gevonden.
Indicator: Baanafspraken regio West-Brabant (audit nr 23)
Omschrijving: Aantal baanafspraken in de regio West-Brabant ten opzichte van nulmeting eind 2012
Bron: UWV Regionale trendrapportage banenafspraak Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
1.274 1.527 1.571 3.098 1.793 3.585
Dit zijn voorlopige cijfers tot en met kwartaal 3. Het totale aantal voor 2021 is nog niet bekend. De streefwaarde wordt naar verwachting niet behaald (nu: 58%). Deze regionale doelstelling is een gezamenlijke resultaatverplichting van werkgevers en overheid. Dat de streefwaarde niet behaald is, komt door meerdere factoren (onder andere bepaling nulmeting, tempo implementatie Participatiewet destijds en gemiddeld minder inzet op praktijkroutes voor deze doelgroep vergeleken met landelijk gemiddelde). Om te zorgen dat we hierin een ‘inhaalslag’ maken, is er begin 2022 een regionale aanjager (projectleider) Banenafspraak gestart. In Breda zelf hebben we deze doelgroep nu goed in beeld. Middels ons netwerk en de werkleerlijnen zijn er in het afgelopen jaar 178 personen geplaatst met een indicatie banenafspraak. Daarmee hebben we ons aantal plaatsingen ten opzichte van 2020 bijna verdubbeld.
Indicator: Beschut werk (audit nr 24)
Omschrijving: Aantal plaatsen beschut werk (in fte van 31 uur)
Bron: Gemeente Breda Meeteenheid: Aantal fte van 31 uur
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
49 62 77 91 88 Zie toelichting
Eind 2021 zijn er 97 mensen aan het werk op een beschutte werkplek. Deze mensen staan samen voor 88 fte van 31 uur. De landelijk bepaalde streefwaarde voor Breda is 91fte. Daarmee is de streefwaarde voor 97% behaald. Let op: cijfers vanaf 2021 zijn niet meer vergelijkbaar met voorgaande jaren. Vanaf 2021 gaat het over het aantal plaatsen in fte (31 uur) in plaats van het aantal personen met beschut werk.
Productindicatoren Product Sociale werkvoorziening
Indicator: Sociale werkvoorziening (personen) (audit nr 26)
Omschrijving: Aantal personen dat begeleid wordt door de sociale werkvoorziening (WSW)
Bron: Gemeente Breda Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
1.059 1.048 1.015 900 997 Zie toelichting
De genoemde streefwaarde is niet meer van toepassing. Omdat er geen nieuwe instroom meer is, wordt het aantal personen dat begeleid wordt in de sociale werkvoorziening bepaald door de uitstroom.
Productindicatoren Product Reïntegratie
Indicator: Lopende re-integratievoorzieningen (audit nr 2209)
Omschrijving: Aantal inwoners van 15-64 jaar met een lopende re-integratievoorzieningen (per 10.000 inwoners). Het zijn voorzieningen die door een gemeente worden ingezet, nadat is vastgesteld dat iemand een belemmering heeft die directe arbeidsinschakeling bemoeilijkt (er is een afstand tot de arbeidsmarkt).
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: Aantal per 10.000
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
361,9 221,2 150,6 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Het aandeel lopende re-integratievoorzieningen daalt sinds 2019 in Breda. In 2020 is het aandeel voor het eerst sinds 2015 lager vergeleken met het landelijke cijfer en het gemiddelde cijfer van gemeenten van vergelijkbare grootte. Realisatiecijfer voor 2021 is nog niet beschikbaar gesteld door VNG Realisatie.
Productindicatoren Product Schuldhulpverlening
Indicator: (Hulp-)vragen geldzorgen en schulden (audit nr 27)
Omschrijving: Aantal hulpvragen in een jaar voor een vorm van dienstverlening bij de afdeling schuldhulpverlening (die worden afgehandeld middels informatie en advies, budgetbeheer, doorverwijzing of een schuldregelingstraject)
Bron: Gemeente Breda, Kredietbank West-Brabant, Allegro Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
1.012 952 790 1.150 963 1.028
De eerder verwachte 15% extra instroom ten gevolge van de pandemie is uitgebleven door steunmaatregelen. Maar ook door intensievere preventieve werkzaamheden, aansluiting op Nederlandse schuldhulproute (waaronder Geldfit.nl), hoge instroom vroegsignalering op basis van nieuwe wet WGS (Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening). Zo zien we meer dan 4.000 vroegsignaleringsmeldingen die onder andere hebben geleid tot ongeveer 1.700 brieven en 1.100 huisbezoeken/telefoontjes. De daling in het aantal gemelde hulpvragen is een landelijke trend.
Indicator: Schuldregelingen (audit nr 28)
Omschrijving: Aantal gestarte schuldregelingentrajecten (die kunnen leiden tot schuldbemiddeling, saneringskrediet, WSNP of geen vervolg).
Bron: Gemeente Breda, Kredietbank West-Brabant, Allegro Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
234 299 255 361 211 329
Voor 2021 was rekening gehouden met een toename van het aantal gestarte schuldregelingen met 15%. De realisatie in 2021 (211) is juist lager dan in 2020 (255). Dit heeft te maken met een lagere instroom van het aantal gemelde hulpvragen op het gebied van armoede en schulden. De verwachte 15% extra instroom ten gevolge van de pandemie is uitgebleven door alle steunmaatregelen; door intensivering van preventieve werkzaamheden; aansluiting op Nederlandse schuldhulproute (waaronder Geldfit.nl); hoge instroom vroegsignalering op basis van nieuwe wet WGS.
Indicator: Budgetbeheer (audit nr 29)
Omschrijving: Aantal budgetbeheertrajecten
Bron: Gemeente Breda, Kredietbank West-Brabant Meeteenheid: Aantal trajecten
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
410 383 407 507 391 462
Voor 2021 rekening gehouden met een toename van het aantal budgetbeheertrajecten van 15%. De realisatie in 2021 (391) is juist lager uitgekomen dan in 2020 (407). Dit heeft te maken met een lagere instroom van het aantal gemelde hulpvragen op het gebied van armoede en schulden. De verwachte 15% extra instroom ten gevolge van de pandemie is uitgebleven door alle steunmaatregelen; door intensivering van preventieve werkzaamheden; aansluiting op Nederlandse schuldhulproute (waaronder Geldfit.nl) en hoge instroom vroegsignalering op basis van nieuwe wet WGS.

Thema Leven

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?

Samen met partijen in de stad hebben we verschillende ambities waargemaakt uit het Uitvoeringsprogramma 2017-2022 van Team Breda. Door corona lag ook dit jaar de focus op de ondersteuning van sportaanbieders en het zoeken naar manieren om het aanbod voort te zetten en te versterken. Daarbij hebben we aansluiting gezocht met Verbeter Breda, gezondheid, participatie, cultuur, het onderwijs en het jeugdbeleid. Uit de najaarsenquête blijkt dat ruim 75% van de volwassen Bredanaars ten minste 1 keer per week heeft gesport, ondanks de pandemie.

Wat hebben we ervoor gedaan ?

Terug naar navigatie - Wat hebben we ervoor gedaan ?

Sporten en bewegen stimuleren

  • De partners aan de thematafel Breda Beweegt hebben hun activiteiten uitgevoerd op alle thema’s: 'vitale sportaanbieders', 'bewegen als basis', 'bewegen in de wijk', 'bewegen in de wijk pensioen' en 'inclusief sporten'. Door de coronamaatregelen deden ze dit vaak in aangepaste vorm. Net als in 2020 boden diverse partners gezamenlijk sport- en beweegactiviteiten aan voor kinderen en jongeren via SummerviBes Breda.
  • We hebben extra ondersteuning geboden aan sport- en beweegaanbieders. We hadden onder meer intensief contact over de coronamaatregelen. Om verenigingen te compenseren voor de extra kosten die zij daardoor maakten, hebben we eind 2021 een tijdelijke subsidieregeling opengesteld.
  • We hadden ook specifiek aandacht voor de brede motorische ontwikkeling van kinderen en jongeren. Op alle basisscholen waar sportcoaches actief zijn, is de beweegvaardigheid van de kinderen gemeten. Diverse sportverenigingen zijn gestart met het opleiden van trainers en coaches, in samenwerking met Curio sport en bewegen en Deltalent. De pilot van het programma Lekker Fit! in de kinderopvang is met ingang van schooljaar 2021-2022 uitgebreid van 4 naar 7 locaties.
  • Bij inclusief sporten lag de focus op bewegen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid en volwassenen met overgewicht, via het Maatjesproject en HealthyLife. Beide projecten worden in 2022 voortgezet.
  • Samen met BUas, NAC Maatschappelijk, Breda Actief, Grote Broer Grote Zus en mCon esports hebben we verschillende online toernooien georganiseerd, enkele in combinatie met fysiek sportaanbod. Om de Bredase esports community verder uit te bouwen, hebben we een samenwerkingsovereenkomst gesloten met BUas. De agenda voor Urban Sports & Culture is verder ontwikkeld.

Gezondheid en preventie
In 2021 hebben we een actieplan opgesteld voor Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) voor de periode 2021-2022. Dit actieplan bevat diverse ambities met verschillende thema’s, zoals gezond eten, water drinken, bewegen en rookvrij opgroeien. Daarbij zoeken we verbindingen met onder meer bedrijven, kinderboerderijen, scholen en sportclubs. Ook hebben we verbindingen gelegd met het Lokaal Preventieakkoord en het Sportakkoord Breda. Zo willen we een omgeving creëren waar de gezonde keuze makkelijk en aantrekkelijk is. Een aantal voorbeelden: alle speeltuinen worden rookvrij gemaakt, er is extra aandacht voor water drinken en 2 sportkantines hebben een gezondere omgeving gecreëerd. Gedurende het jaar was er continu aandacht voor deze thema’s. Rookvrij opgroeien stimuleren we samen met een Rookvrije Generatie.

Sportaccommodaties
De investeringsregeling voor buitensportaccommodaties is volledig benut. We hebben in 2021 € 1,8 miljoen aan subsidie uitgekeerd aan sportverenigingen voor de vernieuwing van velden, banen en kleed- en wasaccommodaties. De totale investering sinds 2018 bedraagt € 5,4 miljoen.

Herijking tarievennota
Dit jaar hebben we een herijking van de dekkingspercentages uitgevoerd. De nieuwe cijfers laten echter zien dat wijzigingen in de organisatie hebben geleid tot aanpassingen van de dekkingspercentages die niet kunnen worden gerelateerd aan de verenigingen. Het is daarom niet wenselijk om dit verschil te verdisconteren in nieuwe tarieven. Door de verslechterde financiële positie van de sportverenigingen zou een verhoging van de tarieven daarnaast ook veel onrust opleveren. We nemen de huidige cijfers daarom als nieuw uitgangspunt en vergelijken deze in 2023 nogmaals om de dekkingspercentages dan transparant te herijken. Dit betekent dat we de huidige tarieven nog 2 jaar indexeren.

Sport en bewegen in de openbare ruimte
In 2021 hebben we een aantal nieuwe beweegplekken aangelegd in de openbare ruimte, waaronder fitnessplek en danceground Epelenberg, sportplek Overakker en fitnessplek Haagse Beemden. De pilot voor de SmartMove/rondje singels is gerealiseerd. Daarnaast hebben we voorbereidingen getroffen om de skateplek in Princenhage te vernieuwen en een basketbalplek aan te leggen in de Haagse Beemden. Ook heeft de Sportcontrainer weer op verschillende locaties gestaan, waaronder op de tijdelijke sportplek op het Chasséveld.

Talentencentrum en talentontwikkeling
We hebben in 2021 diverse regionale talentprogramma’s ondersteund, onder meer op het gebied van atletiek, schaatsen en handbal. Voor het Talentencentrum en de bijbehorende buitenruimte hebben we een definitief ontwerp gemaakt. De omgevingsvergunning is inmiddels verleend en we hebben een uitvoeringsovereenkomst gesloten met de aannemer. De start van de bouw is (vanwege de complexe marktsituatie) doorgeschoven naar het voorjaar van 2022. Medio 2023 is het gebouw klaar.

Sportevenementen
Afgelopen jaar konden maar weinig sportevenementen plaatsvinden. In juni vond het NK Atletiek plaats en in juli het NK King of the Court. Aan dat laatste evenement was een programma voor het primair en voortgezet onderwijs gekoppeld, waardoor leerlingen kennis konden maken met beachvolleybal. 

Toen duidelijk werd dat de Vuelta in 2022 alsnog in Nederland van start gaat, hebben we de voorbereidingen voor de organisatie en het activatieprogramma weer opgestart. Ook hebben we samen met Tilburg een bid ingediend voor de organisatie van de Special Olympics Nationale Spelen in 2024.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren
Thema-indicatoren Leven
Indicator: Tevreden over het leven (audit nr 30)
Omschrijving: Gemiddeld rapportcijfer tevredenheid met het leven
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: Score tussen 1 en 10
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
8 7,8 7,7 >7,8 7,7 > 7,8
De streefwaarde is op 0,1 punt niet gehaald en is hetzelfde als in 2020. Het ligt voor de hand dat de beperkingen en impact van corona hiervan de voornaamste oorzaak zijn.
Indicator: Structureel sporten (audit nr 31)
Omschrijving: Percentage inwoners (16+) dat structureel sport (minimaal 150 minuten matig intensieve inspanning per week)
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
70 75 72 76 Zie toelichting
Let op: cijfers vanaf 2021 zijn niet meer vergelijkbaar met voorgaande jaren in verband met wijzigingen in de landelijk beweegrichtlijnen en de onderzoeksopzet. Met ingang van 2021 is gevraagd naar minstens 150 minuten matig intensieve inspanning per week in plaats van minimaal maandelijks sporten. De streefwaarde - destijds nog gebaseerd op de oude onderzoeksopzet - is voor 2021 gehaald. Dit lijkt er op te wijzen dat de groep die minimaal éénmaal per maand sport (oude definitie) in de regel ook éénmaal per week sport ( nieuwe definitie). De beweegnorm is in 2020 vervangen door de beweegrichtlijn(en). In de jaarrekening 2021 konden de inhoudelijke wijzigingen (vanwege BBV richtlijnen) nog niet worden doorgevoerd. Dit gebeurt alsnog bij de eerstvolgende herijkingsronde van de indicatorenset.
Indicator: Effect ondersteuning op kwaliteit van leven (audit nr 34)
Omschrijving: Percentage Wmo-cliënten dat het helemaal eens of eens is met de stelling 'Door de ondersteuning die ik krijg heb ik een betere kwaliteit van leven'
Bron: CEO WMO Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
77 79 75 70 tot 80 75 tot 80
Het onderzoek moet nog plaatsvinden.
Productindicatoren Product Volksgezondheid
Indicator: Gezondheidsbeleving (audit nr 35)
Omschrijving: Gemiddeld rapportcijfer voor de lichamelijke gezondheid
Bron: Stadsenquête Meeteenheid: Score tussen 1 en 10
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
7,6 7,5 7,7 Continueren: 7,3 - 7,7 7,5 continueren: 7,3-7,7
De streefwaarde is behaald. We zien dat mensen door corona enerzijds meer gezondheidsuitdagingen kennen (meer moeite om voldoende te bewegen en gezond te blijven eten), maar ook bewuster bezig zijn met hun gezondheid.
Productindicatoren Product Sportbeleid
Indicator: Niet-wekelijkse sporters (audit nr 36)
Omschrijving: Percentage inwoners van 19 jaar en ouder dat NIET minstens één keer per week aan sport doet
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl BBV Meeteenheid: %
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
42,3 Zie toelichting
Dit is een landelijk verplichte indicator. De gemeente volgt de ontwikkelingen, maar bepaalt hierop geen streefwaarde. Het onderzoek wordt om de 4 jaar uitgevoerd. Voor het laatst in 2020 en in 2024 weer. Voor 2021 is daarom geen realisatiecijfer beschikbaar gesteld door VNG Realisatie. De beweegnorm is in 2020 vervangen door de beweegrichtlijn(en). Deze landelijk verplichte indicator is daar nog niet op aangepast.

Thema Ontmoeten

Wat hebben we bereikt?

Terug naar navigatie - Wat hebben we bereikt?

Ook in 2021 zagen we weer volop initiatiefkracht, creativiteit en betrokkenheid bij de inwoners en organisaties in Breda. Samen zochten we naar mogelijkheden om veilig gebruik te maken van de openbare ruimte en om elkaar te helpen waar nodig. We hebben veel kunnen betekenen in de behoefte om elkaar te blijven ontmoeten.

Hulp en advies
Tijdens de lockdowns hebben we veel hulp en advies geboden aan inwoners en organisaties binnen de actieve netwerken in de wijken en dorpen. De bestaande netwerken en wijkinstrumenten bleken zeer geschikt om met elkaar in contact te blijven. We bleven op de hoogte van wat er speelde in de wijken en dorpen, konden snel schakelen naar organisaties binnen en buiten het Stadskantoor en kregen de problematiek tijdig in beeld. We hebben vraag en aanbod soepel bij elkaar gebracht en konden vlot reageren op spontane corona-initiatieven van onze inwoners.

Elkaar ontmoeten
Het is belangrijk om elkaar te ontmoeten en juist dat hebben we ook in 2021 gemist. Als gemeente hebben we ontmoeting waar mogelijk gefaciliteerd. We hebben onder meer uitvoeringsplannen gemaakt rondom ‘ontmoeten’ en hebben meerdere (bewoners)initiatieven ondersteund tijdens de lockdowns. Daarnaast hebben we de wijk- en dorpscentra extra (en nog beter op maat) ondersteund en bewoners opgezocht via digitale kanalen (wijkplatforms).

Gelijke kansen
Alle Bredanaars verdienen gelijke kansen. Om daaraan te werken, zijn we in 2021 gestart met Verbeter Breda. In de eerste helft van het jaar hebben we met diverse bewoners en organisaties gesproken over de kloof waar het Circusvis-rapport en het Rekenkamer-rapport ons op hebben gewezen. De opbrengst van deze gesprekken is in juli 2021 vastgelegd in het Pact van Breda. In deel 1 van het Pact constateren we dat we voor een grote opgave staan om de groeiende tweedeling tegen te gaan. Onder thema 2 ‘ondernemend Breda’ staat Verbeter Breda als één van de grote projecten nader uitgewerkt.We hebben ervoor gezorgd dat de uitvoeringsaanpak 'Een plus op aandachtswijken' goed aansluit op het programma Verbeter Breda op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Samen met onder meer bewoners en wijkprofessionals hebben we gewerkt aan een uitvoeringsorganisatie en een actieplan Verbeter Breda voor 2022-2023. We hebben verbindingen gelegd met bewoners en organisaties rondom beleidsthema’s als wonen en de energietransitie. Daarnaast hebben we contact gelegd met andere organisaties, zoals de gemeenten Tilburg en Rotterdam om ervaringen uit te wisselen over het werken met een pact.

Aandachtswijken
Jaarlijks maken we nieuwe wijkfoto’s en wijkagenda’s voor 'Een plus op aandachtswijken', zodat we blijven werken op basis van de meest actuele data en signalen uit de stad. De benaming ‘kwetsbare wijken’ wordt als stigmatiserend ervaren. Daarom noemen we onze uitvoeringaanpak vanaf nu ‘Een plus op aandachtswijken’.

  • In 2021 zijn ook Epelenberg en Hoogeind opgenomen als aandachtsbuurt. Het ging toen specifiek om deze 2 straten. We hebben inmiddels geconstateerd dat het gebied waarin interventies nodig zijn groter is dan we aanvankelijk dachten. Ook de problematiek is breder dan gedacht. Zo zien we  veel kwetsbare bewoners en in sommige delen van dit gebied weinig sociale samenhang. Bovendien ervaren bewoners overlast van andere bewoners, is er sprake van normvervaging, jeugdoverlast, risico’s dat jongeren afglijden naar criminaliteit, drugsoverlast en een toename van afvaldumpingen en zwerfafval. 

Wat hebben we ervoor gedaan ?

Terug naar navigatie - Wat hebben we ervoor gedaan ?

Wijkzaken

  • We hebben snel geschakeld bij spontane initiatieven, zoals activiteiten in de openbare ruimte. Daarnaast signaleerden we wat er speelde in de wijken. We zagen meer eenzaamheid en verward gedrag. Daarnaast merkten we dat inwoners moe werden van de landelijke maatregelen. In sommige buurten was het onrustig, bijvoorbeeld rond de jaarwisseling.
  • De wijkdeals hebben geen noemenswaardige belemmeringen ervaren door corona. Er zijn 100 nieuwe deals bijgekomen in 2021, waaronder een aantal bijzondere, zoals stadslandbouw/buurttuin en jeu-de-boulesbanen. Vanwege corona was er juist meer aandacht voor de buitenruimte. De wijkdeals waren al een succes en dat werd door corona extra benadrukt.
  • Bij de wijk- en dorpsplatforms zijn 121 subsidieaanvragen ingediend en toegekend.
  • Gaandeweg zijn we steeds meer ontmoetingen digitaal gaan doen om toch met elkaar in contact te blijven en waar mogelijk de vaart erin te houden. In de zomermaanden en het vroege najaar konden de fysieke ontmoetingen wél plaatsvinden. Een mooi voorbeeld hiervan is de Buurtcamping in de Hoge Vucht.
  • De geplande projecten en activiteiten uit de wijkagenda’s zijn grotendeels uitgevoerd. Sommige initiatieven hebben alleen wat vertraging opgelopen en lopen door in 2022. Van andere initiatieven bekijken we komend jaar de haalbaarheid. Het project Binnenste Buiten in de wijk Schorsmolen heeft vertraging opgelopen door corona, maar heeft nu al mooie dingen opgeleverd. Het budget is benut om samen een ontwerp te maken voor een voetgangersgebied. Ook hebben we met bewoners digitale bijeenkomsten georganiseerd en een bijeenkomst fysiek buiten. Het Jeugdplan Heuvel vanuit de aanpak Aandachtswijken hebben we wel kunnen uitvoeren zoals gepland.
  • Krypton wordt een centrale plek waar jongeren uit de Hoge Vucht hun talenten kunnen ontwikkelen op het gebied van sport en cultuur. In 2021 hebben de wijkprofessionals, de gemeente en een externe adviseur de knelpunten en uitdagingen in kaart gebracht. Na een eerste verkenning via het project 'Een plus op aandachtswijken' hebben we het project ondergebracht bij Verbeter Breda. Daarbij wordt de keten Jeugd de inhoudelijke trekker. Financieel blijft het project in 2022 vallen onder 'Een plus op aandachstwijken.
  • Vanuit Breda Begroot hebben we in 2021 ook de projecten Bavel 2030, Heusenhout en de speelplek Keermanslaan voortgezet.
  • In 2021 heeft de gemeenteraad gesproken over de toekomstige rol en inzet van de wijk- en dorpsraden. De uitkomsten hiervan worden meegenomen in het nieuwe Uitvoeringsakkoord 2023-2026.
  • De wijk- en dorpscentra hadden het ook in 2021 zwaar. Ze moesten continu omschakelen om te voldoen aan de RIVM-richtlijnen. De gedeeltelijke openstelling en complete sluiting maakten het moeilijk om tot een sluitende exploitatie te komen. Zonder extra steunpakketten vanuit het Rijk en de gemeente waren meerdere wijk- en dorpscentra failliet gegaan. Gelukkig konden we snel reageren op vragen en problemen. We stellen voor om € 130.000 te onttrekken aan de algemene reserve om een aantal verzwakte wijkcentra intensiever te ondersteunen. Het budget is nodig voor ondersteuning van wijkcentrum De Nieuwe Meidoorn, wijkcentrum/ontmoetingscentrum De Vlieren en het faciliteren van overige centra zodat laagdrempelige ontmoetingen in de wijk mogelijk zijn en blijven. 
  • In elke wijk zijn aantrekkelijke en veilige speelplekken. In september hebben we het gemeentelijke plan Spelen vastgesteld. Op speelplekken kunnen verschillende leeftijdsgroepen elkaar ontmoeten, samen spelen en bewegen.

Dit hebben we vanwege corona extra gedaan

  • We hebben bewonersinitiatieven geholpen bij hun keuze om wel of niet door te gaan vanwege de beperkende maatregelen. Ook hebben we spontane hulpacties van bewoners in de buurt ondersteund.
  • Waar mogelijk werden (buiten)activiteiten wel doorgezet, vooral om de jeugd in de wijken voldoende uitdaging te bieden. Ook gemeentelijke programma’s als Breda Buiten werden goed bezocht. Een mooi voorbeeld van een nieuw wijkinitiatief was de Buurtcamping.
  • In 2021 hebben we ook coronamiddelen ingezet om wijkplatforms in de Haagse Beemden en de Hoge Vucht extra te faciliteren en te stimuleren om 'ontmoeten' in de stad een impuls te geven.
  • Voor onze meer kwetsbare en oudere inwoners was 2021 veelal een moeilijker jaar. Zij durfden elkaar vaak nog niet te ontmoeten of ze waren veel beperkter voor hun reguliere activiteiten. Eenzaamheid en verward gedrag werden meer zichtbaar. Daarom hebben we de koppeling met hulporganisaties en wijknetwerkers versterkt. Een mooi voorbeeld is de versterking van extra buurtpunten in de wijk.
  • We hebben de besturen van de wijk- en dorpscentra actief begeleid tijdens de volledige of gedeeltelijke sluitingen. Daarbij dachten we mee over de vele onduidelijkheden en de wisselende mogelijkheden voor hun doelgroepen. We hebben meerdere communicatiemiddelen ingezet om deze besturen zo goed en snel mogelijk te helpen.
  • In Linie en in Prinsenbeek zijn we gestart met de gebiedsgerichte aanpak van de energietransitie. De afdeling Wijkzaken heeft bijgedragen aan de Transitievisie Warmte en de communicatie over het vervolgproces. We hebben een communicatie- en participatieaanpak gemaakt en diverse middelen ontwikkeld, zoals een nieuwsbrief en een mobiel informatiecentrum dat in de wijk als vraagbaak wordt ingezet. Daarnaast zijn we bij huishoudens op bezoek geweest om samen met hen een aanpak te ontwikkelen.

Inburgering
De nieuwe Wet inburgering is uiteindelijk niet per 1 juli 2021 ingevoerd, maar per 1 januari 2022. Dit heeft ons de tijd gegeven om het geheel nog verder uit te werken en pilots uit te voeren om de gekozen weg te testen en zo nodig bij te stellen.

In september 2021 is het beleidsplan Thuiskomen in Breda aan de gemeenteraad voorgelegd. Het college en de gemeenteraad zijn unaniem akkoord gegaan met deze vertaling van de wet Inburgering naar een Bredase aanpak.

Op de 4 onderdelen uit de begroting 2021 hebben we het volgende bereikt:

  • Warme overdracht van het COA naar de gemeente
    Het COA zorgt met een warme overdracht voor een goede start in Breda. Samen met Taalideaal en partners uit de stad zorgen we voor de 8 weken opstartklas. Daarin wordt bepaald in hoeverre nieuwe statushouders geschoold en leerbaar zijn. Op basis van die informatie stelt de regisseur samen met de statushouder het PIP op (Plan inburgering en Participatie). De leerbaarheidstoets geeft aan welk taalonderwijs er gevolgd moet worden: B1, onderwijs of de Z-route. Op verschillende leefgebieden worden doelen afgesproken voor de hele inburgeringstermijn. Daarom hebben we gekozen voor een dynamisch document als grondslag voor de beschikking.
  • Inkoop taalroutes
    In Breda hebben we voor de komende jaren 2 taalaanbieders geselecteerd voor de B1- en Z-route. De aanbesteding voor de onderwijsroute is medio maart afgerond.
  • Ontzorgen
    Met onze werkwijze voldoen we aan de wettelijk verplichte ontzorging. In 2021 heeft de schuldhulpverlening ervaren dat statushouders die in de toekomst gaan starten in de Z-route, meer begeleiding en coaching nodig hebben. Deze ervaringen worden verwerkt in de aanpak voor 2022.
  • Maatschappelijke begeleiding
    Samen met de partners van de ontwikkeltafel Statushouders, de woningbouwcorporaties, het COA en WSP hebben we de klantreis voor inburgering opgesteld. Deze is terug te vinden in het beleidsplan Thuiskomen in Breda.

Om de uitstroom te bevorderen van de mensen die nog moeten inburgeren, hebben we naast de reguliere taaltrajecten in 2021 ook leer-werktrajecten met een extra taalcomponent ingezet (logistiek paspoort, zorg). Vanuit deze leer-werktrajecten zijn statushouders direct doorgestroomd naar betaald werk. Voor deze groep hebben we ook extra nazorg (jobcoaching) geregeld als zij werk hadden aanvaard. Hierdoor blijven zij duurzaam aan het werk en voorkomen we uitval.

Via de thematafel hebben we de begeleiding van statushouders die al langere tijd in Nederland zijn een impuls gegeven. Via buddyprojecten hebben we 80 statushouders gekoppeld aan inwoners van Breda om hun netwerk te vergroten en hen uit hun isolement te halen.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Indicatoren
Thema-indicatoren Ontmoeten
Indicator: Sociale cohesie (audit nr 37)
Omschrijving: Score sociale cohesie
Bron: Buurtenquête Meeteenheid: Score tussen 1 en 10
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
6 6 6,1 Zie toelichting
De streefwaarde is behaald. Door middel van diverse bewonersactiviteiten en faciliteiten (wijk - en dorpscentra) in de wijken en dorpen bleven we sociale cohesie stimuleren. Alleen in de oneven jaren zijn realisatiewaarden en streefwaarden beschikbaar, omdat het onderzoek om het jaar in de oneven jaren plaatsvindt.
Productindicatoren Product Wijkaanpak
Indicator: Leefbaarheidsinitiatieven vanuit bewoners (audit nr 38)
Omschrijving: Aantal ingediende leefbaarheidsinitiatieven van bewoners (fysiek, sociaal, overlast en/of veiligheid)
Bron: Gemeente Breda, Wijkzaken Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
222 179 143 200 121 200
De streefwaarde is niet behaald. Er zijn 121 subsidieaanvragen ingediend en toegekend. In 2021 zijn er geen aanvragen ingetrokken of niet gehonoreerd. Vanwege de blijvende coronacrisis waren de mogelijkheden beperkter om bewoners met nieuwe initiatieven te stimuleren en was de uitvoering van geplande bestaande activiteiten niet altijd mogelijk. Ondanks de fysieke beperkingen zijn met name in de zomermaanden activiteiten wel doorgegaan. Richting einde van het jaar werden de activiteiten zo goed als mogelijk aangepast om toch wat te kunnen betekenen in de wijken en dorpen.
Indicator: Wijkdeals (audit nr 39)
Omschrijving: Aantal initiatieven van bewoners(groepen) die zich richten op onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte (opgeteld aantal vanaf 2012). De gemeente biedt hierbij hulp in de vorm van een vergoeding, materiaal of in de organisatie.
Bron: Gemeente Breda, Wijkzaken Meeteenheid: Aantal
Realisatie 2018 Realisatie 2019 Realisatie 2020 Streefwaarde 2021 Realisatie 2021 Streefwaarde 2022
283 354 407 400 529 425
De streefwaarde is ruimschoots behaald. Wijkdeals hebben ook dit jaar weer een gestage groei laten zien: een toename van ruim 120 wijkdeals ten opzichte van 2020. In de periode 2012-2021 zijn 529 wijkdeals uitgevoerd.
Terug naar navigatie - De kosten van dit programma
Bedragen x €1.000
Exploitatie Primaire begroting 2021 Begroting 2021 na wijziging Jaarrekening 2021 Afwijking 2021
Lasten
Opgroeien 87.839 103.461 105.083 -1.622
Betrokken zijn 56.137 56.461 57.689 -1.228
Thuis 51.401 57.085 50.522 6.562
Leren, ontwikkelen en werken 123.312 136.249 130.067 6.182
Leven 9.046 9.566 9.039 527
Ontmoeten 3.859 4.840 3.805 1.035
Totaal Lasten 331.594 367.662 356.204 11.457
Baten
Opgroeien 36.945 46.507 46.680 -173
Betrokken zijn 5.841 5.991 1.555 4.436
Thuis 6.758 6.504 4.512 1.992
Leren, ontwikkelen en werken 83.602 91.026 97.192 -6.166
Leven 0 270 110 160
Ontmoeten 0 0 -158 158
Reserve investeringen sportverenigingen 836 836 836 0
Totaal Baten 133.981 151.133 150.727 407

Financiële toelichting op dit programma

Terug naar navigatie - Financiële toelichting op dit programma

Het resultaat van het programma Vitaal en Sociaal Breda bedraagt € 11,1 miljoen. Dit positieve resultaat is grotendeels ontstaan door incidentele financiële meevallers. In 2021 hadden we (veel) extra middelen ter beschikking voor de bestrijding van de coronacrisis. Die waren afkomstig uit compensaties vanuit het Rijk en ons eigen pakket aan steunmaatregelen. Deze middelen hoefden niet allemaal ingezet te worden, en leverden daarmee een incidenteel financieel voordeel op. In het hoofdstuk over corona lichten we de incidentele corona-effecten integraal toe. Per thema lichten we de substantiële verschillen ten opzichte van de begroting toe.

De financiële gevolgen voor de (middel)lange termijn zijn nog onzeker. Het nieuwe kabinet stelt structureel extra middelen ter beschikking voor de Jeugdwet. Ook zoeken zij naar een vorm van een eigen bijdrage die recht doet aan de betaalbaarheid voor lage- en middeninkomens en de landelijke normen. De komende tijd moet duidelijk worden wat een nieuw structureel evenwicht is tussen onze beschikbare middelen en het gewenste voorzieningenniveau.

Thema Opgroeien, resultaat € -1,4 miljoen 
Dit thema bevat alle onderdelen van de jeugdhulp. Voor het primair en voortgezet onderwijs gaat het daarnaast om de beleidsuitvoering van deelthema’s, zoals het leerlingenvervoer, de leerplicht, het uitvoeringsprogramma voor- en vroegschoolse educatie en de aanpak van voortijdig schoolverlaten.

Jeugd (resultaat € -2,1 miljoen)
Voor de jeugdhulp ontvingen we in 2021 € 3,4 miljoen meer dan (primitief) begroot. Het Rijk verstrekte deze extra middelen om de acute problematiek in de jeugdzorg op te lossen. Met dit geld kregen we onder andere ruimte om de crisiscapaciteit in de jeugd-ggz uit te breiden en de wachttijden aan te pakken. Hiertegenover stond € 5,5 miljoen aan hogere kosten dan (primitief) begroot. Die werden veroorzaakt door diverse factoren:

  • We moesten investeren in extra personele capaciteit bij het toegangsteam om meer grip te krijgen op de jeugdhulp die werd ingezet en de wachttijden voor de gemeentelijke toegang. Dit zorgde voor € 0,8 miljoen aan hogere kosten. Onze focus lag op de inzet van passende zorg, kortere doorlooptijden, een uniforme werkwijze, meer gebruik van de beschikbare data en meer samenwerking met het voorliggend veld en de zorgaanbieders.
  • Op de verstrekking van niet vrij toegankelijke jeugdhulp, jeugdbescherming en maatregelen voor jeugdreclassering lagen de kosten € 4,1 miljoen hoger dan (primitief) begroot. Dit kwam vooral door:
    • Een hoger aantal verstrekkingen van ambulante jeugdhulp. Ten opzichte van 2020 stegen de kosten van zorg in natura met € 1,7 miljoen. De beheersmaatregelen konden deze groei niet ombuigen. We zagen het aantal jeugdigen in zorg oplopen. De kosten voor psychische en psychiatrische hulpverlening vielen hierbij op. Die werden onder meer veroorzaakt door de corona-omstandigheden en het verwijsgedrag van onze partners.
    • Bij de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en de crisishulp zagen we een kostenstijging van € 0,6 miljoen ten opzichte van 2020. Dit kwam vooral door prijsstijgingen die met terugwerkende kracht zijn doorgevoerd en doordat er meer crisishulp nodig was.
    • Het aandeel en de omvang van de PGB-verstrekkingen nemen af ten opzichte van Zorg in Natura.
  • Met de Jeugdhulpregio’s, de gecertificeerde instellingen (GI’s) en de Jeugdautoriteit (JA) hebben we in 2021 een akkoord bereikt over de tarieven voor alle GI’s vanaf 2020. Dat gebeurde op basis van een kostprijsonderzoek, en een onderzoek naar de bedrijfsvoering van Jeugdbescherming Brabant (geïnitieerd door de 5 Brabantse jeugdhulpregio’s). Daarnaast zijn we voor Jeugdbescherming Brabant een transitievergoeding en een bijdrage in de huisvesting overeengekomen. Deze ontwikkelingen leverden samen een aanvullende kostenpost op van € 0,3 miljoen.
  • Een aantal ontwikkelingen waren bij het opstellen van de begroting nog onvoldoende in beeld, en hebben geleid tot extra kosten. Het gaat dan om hogere lasten door onder meer de gemeentelijke cao-ontwikkelingen, de invulling van de ‘norm van opdrachtgeverschap’,  de organisatie rondom de GI’s en de huisvesting bij Advendo. Dit leverde aanvullende kosten op van ongeveer € 0,3 miljoen.

Primair en voortgezet onderwijs (resultaat € 0,3 miljoen)

  • We hielden € 0,4 miljoen over van de 5,4 miljoen die we ontvingen om achterstanden weg te werken in het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen. De beschikkingen voor deze Rijkssubsidie zijn gedurende het jaar verschillende keren gewijzigd.  Daardoor kwamen meer gelden beschikbaar die we in 2021 niet meer konden verstrekken aan onze samenwerkingspartners. Deze gelden worden nu vanaf 2022 ingezet.
  • We hadden een overschot van € 0,1 miljoen vanuit de regionale aanpak laaggeletterdheid. Door corona konden geplande activiteiten niet plaatsvinden. We stellen voor om dit resterende budget over te hevelen naar 2022 zodat de ambities uit het regionaal plan 2020-2040 ‘Dromen Durven Doen!’ kunnen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld met  een regionale website in dienst van de regionale aanpak laaggeletterdheid en inzet voor een werkgeversaanpak. 
  • We hadden een tekort van € 0,2 miljoen op de bekostiging van het leerlingenvervoer. We hebben tijdelijk extra capaciteit ingezet en extra hygiënemaatregelen getroffen vanwege Covid-19. De nieuwe verordening wordt later ingevoerd en we verwachten een positieve effect op de vervoersaantallen.

Corona (resultaat € 0,5 miljoen)
Twee regelingen hadden een substantieel effect op onze financiën:

  • Vanuit het 4e en 5e coronapakket van het Rijk ontvingen we € 0,8 miljoen om de problematiek rondom jeugd en jongeren aan te pakken, extra activiteiten en ontmoetingen te organiseren en ondersteuning te bieden. Van dit bedrag resteert nog € 0,52 miljoen, dat we overhevelen naar 2022.
  • We ontvingen extra middelen vanuit het Rijk voor onderwijs (Slob-middelen) en het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Van de € 3,6 miljoen aan NPO-gelden was voor 2021 € 0,76 miljoen beschikbaar. Omdat de plannen nog onvoldoende concreet waren, hebben we deze middelen doorgeschoven.

Thema Betrokken zijn, resultaat € -5,7 miljoen
Het thema Betrokken zijn bestaat uit de producten Volwassenen maatwerkondersteuning (de Wmo-voorzieningen huishoudelijke verzorging en begeleiding), Algemene voorzieningen volwassen (zoals de thematafel Zorg voor elkaar) en Maatwerk Wmo (de Wmo woon- en vervoersvoorzieningen). 

  • Het resultaat voor Wmo begeleiding en huishoudelijke verzorging bedraagt € -5,9 miljoen. Dit komt door de volgende ontwikkelingen: de aanzuigende werking door het abonnementstarief voor eigen bijdragen, de vergrijzing, de toenemende complexiteit van de zorg, en de begeleidingstrajecten bij jong volwassenen (mede door de coronacrisis). Het negatieve resultaat bestaat uit 3 onderdelen:
    • Bij de verstrekking van huishoudelijke verzorging ontstond een resultaat van € -3,4 miljoen. Door de aanzuigende werking van het abonnementstarief hebben wij een claim van € 3,9 miljoen neergelegd bij het Rijk om ons te compenseren voor de hogere kosten. In een kamerbrief heeft het Rijk aangegeven dat volledige aanvullende compensatie voor de Wmo niet aan de orde is. De verwachte toename van het aantal cliënten bij de huishoudelijke verzorging wijkt (licht) af van de opgestelde begroting/claim. Het tekort op de voorziening voor huishoudelijke verzorging bedraagt € 3 miljoen. Daarnaast zijn de kosten van de bedrijfsvoering met € 0,4 miljoen overschreden. Dit is onder meer veroorzaakt door de inzet van extra inhuurkrachten om pieken op te vangen. Het kabinet heeft wel aangegeven op termijn te werken aan een eerlijke eigen bijdrage van de huishoudelijke voorziening om de aanzuigende werking van aanvragen terug te dringen. 
    • De post Begeleiding heeft een resultaat van € -3 miljoen. Dit werd mede veroorzaakt door een toename van het aantal begeleidingstrajecten, waaronder jongvolwassenen (18 t/m 27 jaar). Deze toename wordt versterkt door de coronacrisis, waarbij (kwetsbare) jongeren vastlopen, zoekende zijn naar structuur of terugvallen in ongewenst gedrag. We zien dat het project Bewegen naar de voorkant (beheersmaatregel) in 2021 in het stadskwadrant Noord-Oost heeft geleid tot een stabilisatie van het aantal cliënten, terwijl in de andere drie stadskwadranten waar het project niet draaide een stijging zichtbaar is. Vanaf 1 januari 2022 is het project in de hele stad ingevoerd. We verwachten dat dit leidt tot een demping van de groei van het aantal cliënten in Wmo Begeleiding.  
    • Door te sturen op het PGB, zien we een resultaat van € 0,5 miljoen. Dit is uit te splitsen naar PGB begeleiding (€ 0,3 miljoen) en PGB huishoudelijke verzorging (€ 0,2 miljoen). 
  • De verstrekking van Wmo woon- en vervoersvoorzieningen leverde een resultaat op van € -1,4 miljoen. Dit heeft voor € -0,8 miljoen betrekking op de vervoersvoorzieningen. Voor € -0,6 miljoen komt dit door de woonvoorzieningen, waarbij dure aanpassingen nodig waren door de langdurige afwezigheid/beschikbaarheid van passende woonruimte. We zien dat we jaarlijks op deze posten overschrijden en de begroting dus niet reëel is. Daarom is de begroting hierop gecorrigeerd in 2022.
  • Op de post Zorgverzekering is een resultaat behaald van € 0,3 miljoen. Minder cliënten maakten gebruik van de collectieve zorgverzekering bij CZ. Deze verzekering is relatief duur, waardoor mensen in veel gevallen kozen voor een goedkopere verzekering.
  • Voor het hele programma Vitaal en Sociaal Breda zijn de terugvorderingen van subsidies verantwoord op het product Algemene voorzieningen volwassenen. Het betreft subsidies die niet zijn uitgeven door de subsidieontvangers en daarom zijn teruggevorderd. De terugvorderingen hebben betrekking op voorgaande boekjaren en veroorzaken een resultaat van € 0,55 miljoen.
  • In het bestuursakkoord 2018-2022 is voor 2 jaar (2021 en 2022) budget beschikbaar gesteld voor het project Breda Senior. Omdat dit project pas in de 2e helft van 2021 startte, ontstond een resultaat van € 0,15 miljoen. Dit restant wordt overgeheveld naar 2022. Corona was deels oorzaak van de vertraging in de uitvoering van dit project.  

Thema Thuis, resultaat € 4,5 miljoen

Onder dit thema vallen de voorzieningen voor volwassenen in het kader van geëscaleerde zorg. De volgende 3 beleidsterreinen staan hierbij centraal: huiselijk geweld, maatschappelijke opvang en beschermd wonen (Wmo). De gemeente voert de taken voor al deze onderwerpen uit als centrumgemeente voor de regio.

  • De aanpak van huiselijk geweld had een resultaat van € 1 miljoen. Dit werd vooral veroorzaakt doordat het grootschalige trainingsprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ door corona is doorgeschoven naar 2022. Ook de incidentele inzet op de aanpak van schadelijke praktijken wordt in 2022 opgepakt. De begroting van dit onderwerp is onderdeel van de gemeenschappelijke regeling (GR) Geweld in afhankelijkheidsrelaties en het Meldpunt Crisiszorg West-Brabant. Hierin hebben we afgesproken dat alle resterende middelen beschikbaar blijven voor de GR. Het resultaat wordt dan ook overgeheveld naar 2022.
  • Voor maatschappelijke opvang zagen we een resultaat van € 1,2 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat een aantal projecten (die zijn gefinancierd met incidentele middelen vanuit het Rijk) doorlopen in 2022. Het gaat onder meer om het versterkingsplan dak- en thuislozen (€ 0,9 miljoen) en de tijdelijke doorstroomvoorziening (€ 0,3 miljoen). Het positieve resultaat schuift door naar 2022 om de incidentele middelen beschikbaar te houden voor deze lopende projecten.
  • Voor Wmo beschermd wonen hebben we een positief resultaat behaald van € 2,3 miljoen. Dit is mede ontstaan door een aantal mutaties in de circulaires, waaronder de indexering van de integratie-uitkering beschermd wonen van € 0,6 miljoen. Daarnaast ontvingen wij € 1,3 miljoen vanuit de septembercirculaire. Dit betrof een bedrag voor: 
    • De volledige compensatie van de uitvoeringskosten.
    • De doorbetaling van de zorgkosten in verband met de vertraagde overgang van cliënten naar de Wet langdurige zorg (Wlz).
    • Een nacalculatie op de aanvullende uitname uit het gemeentefonds voor de overgang van cliënten naar de Wlz.
    • Een herverdeling/mutatie van het historisch budget.
    • Het was lang onzeker of we een financiële compensatie zouden ontvangen voor de vertraagde overgang van cliënten naar de Wlz. Dat gold ook voor de definitieve uitname uit het gemeentefonds voor de overgang van cliënten naar de Wlz. Daarom hebben we vooraf besloten om voorzichtig te zijn en € 0,6 miljoen van het budget ambulantisering ggz niet uit te geven.

Corona 

In het kader van de compensatieregeling voor meerkosten door corona is er aan beschermd wonen aanbieders € 0,2 miljoen vergoed. Voor deze vergoedingen hebben wij van het Rijk via de decembercirculaire compensatie ontvangen die in programma 5 is verantwoord.

Thema Leren, Ontwikkelen en Werken, resultaat € 12,3 miljoen
Onder dit thema vallen de voorzieningen die verstrekt worden vanuit de Re-integratie, de Wet Buig, het Armoedebeleid, de Sociale Werkvoorziening en andere regelingen. Bij het Armoedebeleid gaat het om bijzondere bijstand, de BredaPas en schuldhulpverlening. Het positieve resultaat heeft meerdere oorzaken:

  • We zagen - mede door de landelijke en lokale steunmaatregelen - geen massale instroom in de bijstand. Het aantal Bredanaars dat bijstand ontvangt, is vrij stabiel gebleven en we zien zelfs een lichte daling. In de begroting waren we nog uitgegaan van een gemiddeld aantal uitkeringen van 4500-4600. In werkelijkheid bedroeg dit aantal gemiddeld circa 4400. Dit heeft geresulteerd in een resultaat op de Wet Buig van € 2,0 miljoen.
  • De opbrengsten vanuit de post 'terugvordering en verhaal Wet Buig' en de hierbij noodzakelijke mutatie in de voorziening 'dubieuze debiteuren' leveren een resultaat op van € 0,5 miljoen.
  • Het product Werk had een resultaat van  € 0,18 miljoen. (Dit resultaat is deels opgenomen in programma 1 (€ -0,01 miljoen) en deels in programma 5 (€ 0,19 miljoen)). Een hogere omzet van € 0,96 miljoen en extra loonkosten van € 0,77 miljoen geven een positief resultaat van € 0,19 miljoen. Daarnaast waren er coronakosten (€ 0,33 miljoen), veroorzaakt door extra hygiënemaatregelen voor het groepsvervoer. De compensatie vanuit het Rijk voor deze coronakosten bedraagt € 0,32 miljoen, waardoor een resultaat van € -0,01 miljoen ontstaat.
  • De regionale middelen, zoals de regionale samenwerking WerkgeversServicePunt (WSP) en Perspectief op Werk (POW), laten een resultaat zien van bijna € 0,8 miljoen. In 2021 is er op verschillende terreinen samengewerkt, met een focus op crisisdienstverlening voor werkzoekenden en werkgevers. De inzet hiervan is vanuit de tijdelijke middelen voor crisisdienstverlening gefinancierd; het reguliere budget voor de regionale samenwerking is daarbij minder ingezet. We stellen voor om deze middelen over te hevelen naar 2022 en 2023 om de projectdoelen te behalen.
  • Gemeenten uit de regio hebben minder fraudeonderzoeken uitgevoerd. Dat leidde tot een resultaat van € -0,16 miljoen. De afgelopen jaren bleven de inkomsten wel vaker achter bij de begroting. Daarom gaan we onderzoeken hoe we deze post in de toekomst kostendekkend kunnen maken.
  • Op de post 'toezicht en handhaving kinderopvang' resteert een bedrag van € 0,11 miljoen. Ook in 2021 hebben we het toezicht niet voor 100% kunnen uitvoeren: door corona waren voorzieningen gesloten en kampte de GGD met capaciteitsgebrek. 
  • Conform het beleidsplan Armoede en Schulden Breda 2020-2023 zijn we in 2020 gestart met een schuldenafkoopfonds. In 2021 hebben we € 0,14 miljoen uitgekeerd. Er resteert nu nog  € 0,19 miljoen. We hebben afgesproken dat de gelden van dit fonds automatisch worden overgeheveld naar volgende jaren totdat ze zijn verbruikt.
  • Bij de Kinderopvangtoeslagenaffaire worden naast de voorzieningen ook de uitvoeringskosten vergoed. Hiervoor gelden onder andere bepaalde normbedragen per gedupeerde. Pas begin januari 2022 waren de lijsten van de belastingdienst met de werkelijk aantallen 2021 bekend. Op basis van deze aantallen ontvangen we van het Rijk nog een bedrag van € 0,8 miljoen.  Gemiddeld hebben we wekelijks 2 fte. voor de ondersteuning ingezet. Deze is voorgefinancierd vanuit de reguliere begroting.
  • Sportverenigingen, culturele instellingen en wijkcentra zijn in 2021  veelal dicht geweest. Daardoor zijn er minder vergoedingen verstrekt aan BredaPashouders. Naast het bedrag dat vanuit 2020 was overgeheveld (€ 0,13 miljoen) hebben we ook de reguliere middelen van 2021 niet volledig benut. Dit alles leidt tot een positief resultaat van € 0,24 miljoen.
  • We hadden middelen gereserveerd voor de invoering van de nieuwe Wet inburgering (vanaf 1 januari 2022). Mede door corona zijn een aantal activiteiten uitgesteld, wat heeft geleid tot een resultaat van € 0,09 miljoen. 

Corona (resultaat € 7,2 miljoen)

  • Gemeenten worden door het Rijk volledig gecompenseerd voor de uitkeringslasten én de uitvoeringskosten voor de tijdelijke overbruggingsregeling TOZO (Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers). Voor uitvoeringskosten geldt een vast bedrag per genomen besluit. In 2021 hebben we 1898 aanvragen ontvangen voor levensonderhoud en 82 voor bedrijfskapitaal. We hebben € 9,5 miljoen uitbetaald (€ 9,2 miljoen voor levensonderhoud en € 0,3 miljoen voor bedrijfskapitaal).  Het resultaat op de uitvoeringskosten bedraagt € 0,42 miljoen. 
  • Voor de Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) heeft Breda vanuit het Rijk een bedrag van € 3,2 miljoen ontvangen. Daarmee hebben we 384 aanvragen gehonoreerd en in totaal € 1,2 miljoen uitgegeven. Er resteert een positief resultaat van € 2,0 miljoen. Hiervan wordt een bedrag van € 0,6 miljoen volgens afspraak gestort in een Maatwerkfonds Aanvullende Maatregelen (MAM). 
  • Voor het opvangen van de exploitatietekorten van de Sociale Werkbedrijven heeft het Rijk € 45 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 1 januari tot 1 oktober 2021. Breda kreeg hiervan € 0,57 miljoen. Het werkelijke tekort bedroeg € 0,58 miljoen, waardoor de compensatie van het Rijk nagenoeg toereikend was. 

Het kabinet heeft ook extra middelen beschikbaar gesteld voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden, gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand en crisisdienstverlening arbeidsmarktregio’s. Voor 2021 was dit een bedrag van € 4,7 miljoen. Een groot deel daarvan was (nog) niet nodig. 

  • Doordat de crisis op de arbeidsmarkt is uitgebleven en projecten door corona vertraging hebben opgelopen, zijn de re-integratiemiddelen niet volledig uitgegeven. Dit geldt ook voor de middelen vanuit het lokale steunpakket. Er resteert een bedrag van € 2,5 miljoen. 
  • De verwachte toename van het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand en schuldhulpverlening is uitgebleven. Waarschijnlijk hebben de landelijke en lokale steunpakketten, de goed draaiende economie en de lagere uitgaven door de lockdowns aan de situatie bijgedragen. Dit levert een resultaat op van € 0,89 miljoen. 
  • Voor de crisisdienstverlening in de regio hebben we voor 2021 een bedrag van € 2,1 miljoen beschikbaar gesteld. Deze middelen ontvangen we als centrumgemeente voor het regionaal bestrijden van de werkloosheid. Het Rijk heeft ons gevraagd om de crisisdienstverlening op te zetten om zo veel mogelijk inwoners van de arbeidsmarktregio aan het werk te houden. Deze dienstverlening is beschikbaar via West-Brabant Werkt Door. De impact op de arbeidsmarkt blijkt minder groot dan gedacht. Daardoor blijft € 1,6 miljoen beschikbaar voor de regionale crisisdienstverlening in 2022 en 2023.

Thema Leven, resultaat € 0,4 miljoen
Het thema Leven bestaat uit de onderdelen volksgezondheid en sportbeleid. Het gaat om de lasten voor onderwerpen als gezondheidsbeleid, sportstimulering, sportevenementen en talentontwikkeling. Dit zijn de belangrijkste oorzaken van dit positieve resultaat:

  • Toen duidelijk werd dat de Vuelta in 2022 alsnog in Nederland zou gaan starten, hebben we de organisatie van het evenement en het activatieprogramma weer opgestart. In 2021 hadden we hiervoor € 0,2 miljoen begroot. De verwachting was dat de organisatiebijdrage aan La Vuelta Holanda van € 0,11 miljoen in 2021 vanuit dit projectbudget betaald zou worden, en dat er een aantal sub-evenementen georganiseerd konden worden. Over de organisatiebijdrage hebben we in overleg met La Vuelta Holanda besloten om deze bijdrage in 2022 te betalen. Daarnaast een aantal sub-evenementen, zoals het Vuelta café, door corona niet doorgegaan. Hierdoor is een resultaat van € 0,16 miljoen ontstaan. Het restant schuiven we graag door naar 2022 om onder meer de organisatiebijdrage te dekken. 

Corona 

  • Vanuit het lokale steunpakket hebben we € 0,25 miljoen toegevoegd aan de begroting van sportbeleid. Hiervan is € 0,13 miljoen besteed aan de huurrestitutie voor sportaccommodaties. Het restant van € 0,12 miljoen is niet gebruikt.

Thema Ontmoeten, resultaat € 0,9 miljoen
Onder het thema Ontmoeten vind je alles rondom de wijkaanpak en statushouders. Het positieve resultaat heeft meerdere oorzaken: 

Wijkaanpak

  • Het onderhoud van de speelvoorzieningen leverde een resultaat op van € 0,18 miljoen. In 2021 zijn we gestart met de voorbereidingen voor de inclusieve speelplek Wolfslaar. Deze kon afgelopen jaar alleen niet meer aangelegd worden. 
  • De hoeveelheid aanvragen voor wijkdeals heeft geleid tot een resultaat van € -0,06 miljoen.
  • Op de onderdelen wijkplatforms, Breda begroot, wijkgericht werken, kwetsbare wijken en wijk- en dorpsraden hebben we een resultaat behaald van € 0,5 miljoen. Door de coronamaatregelen was er minder interactie in de wijken en dorpen, minder interactie met de wijkbeheerders, en waren er minder mogelijkheden om keuzes te maken.

Statushouders
Dit onderdeel week niet af van de begroting. Zie voor meer informatie over de Wet inburgering (WI) de paragraaf Leren, ontwikkelen en werken.

Corona
Er is minder subsidie aangevraagd vanuit het steunpakket voor wijk- en dorpscentra dan begroot, in totaal € 0,23 miljoen.

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen
Bedragen x € 1.000
Omschrijving Beschikbare investeringen 2021 Werkelijke uitgaven tm 2021 Vrijval 2021 Nog beschikbaar eind 2021 Geplande investeringen opgenomen in begroting 2022 Verwachte uitgaven 2022 Verwachte uitgaven 2023 Verwachte uitgaven 2024 Verwachte uitgaven 2025 Totaal
Vitaal en Sociaal Breda
Wijkontwikkeling 1.135 900 -13 248 1.500 748 500 500 1.748
Speelvoorzieningen 500 499 1 1 1
Algemene voorzieningen jeugd 90 99 -9 -9 -9
Totaal 1.725 1.498 -13 240 1.500 740 500 500 0 1.740

Wijkontwikkeling
Bij de investeringen van Wijkontwikkeling gaat het om de projecten Driesprong, Linie-Doornboslaan en Linie-Zuid. De realisatie van dat laatste project loopt door in 2022 doordat hier veel in- en externe ontwikkelingen door elkaar lopen en veel afstemming en voorbereiding nodig is.

Speeltoestellen
In 2021 is de geplande vervanging van de speelvoorzieningen volledig uitgevoerd.

Algemene voorzieningen jeugd
Grote Broer Grote Zus gebruikt een pand op het terrein van Sportvereniging Advendo. Het krediet voor deze investering is overschreden met € 9.000 wegens een vooraf onterechte aanname dat de btw van deze investeringskosten aftrekbaar zou zijn.

Terug naar navigatie - Reserves
Bedragen x €1.000
Exploitatie Stand 1-1-2021 Bedrag mutaties 2021 Stand 31-12-2021
Sociaal Domein 200 -200 0
Investeringen sportverenigingen 854 -836 18
Vrouwenopvang 2.100 0 2.100

Dit zijn de belangrijkste mutaties in de reserves:

Reserve Sociaal Domein
De reserve Sociaal Domein is met ingang van 2021 komen te vervallen, conform de afspraken in het coalitieakkoord. Het resterende bedrag van € 0,2 miljoen is toegevoegd aan de algemene reserve.

Reserve investeringen sportverenigingen
De mutatie heeft betrekking op onttrekkingen inzake de investeringsregeling die door sportverenigingen zijn aangevraagd en beschikt. 

Reserve Vrouwenopvang
Er heeft in 2021 geen mutatie plaatsgevonden. Het bestedingsdoel van deze reserve betreft de noodzakelijke vernieuwing van de vrouwenopvangvoorziening aan de Assumbrugstraat in Breda. De verwachting is dat er in 2022 concrete plannen/scenario’s worden uitgewerkt.

Terug naar navigatie - Voorzieningen
Bedragen x €1.000
Exploitatie Stand 1-1-2021 Bedrag mutaties 2021 Stand 31-12-2021
Vrz van derden verkregen middelen (progr 1) 111 12 123
Vrz verlies Juzt 820 0 820

toelichting voorzieningen

Terug naar navigatie - toelichting voorzieningen

Voorziening van derden verkregen middelen
De mutatie betreft een ontvangen subsidie van ZonW (Zorg Onderzoek Nederland Medische Wetenshappen) , die wordt ingezet  voor de aanpak verward gedrag inzake complexe problematiek. Uitvoering hiervan gaat verder in 2022. 

Voorziening verlies Juzt
Er heeft in 2021 geen mutatie plaatsgevonden. De voorziening is getroffen voor de financiële afwikkeling van de opheffing van stichting Juzt die medio 2022 verwacht wordt.

Beleidsstukken

Terug naar navigatie - Beleidsstukken

Achterliggende documenten bij dit programma

Naam document Soort document Jaar
Samen voor onze toekomst, beleid jeugd(hulp) 2020-2023 Kaderstellend 2020
Strategische Onderwijsagenda Breda 2019/2020 - 2023/2024 Kaderstellend 2019
Subsidies Breda samen doen, 2021-2022 Kaderstellend 2020
Beleidskader Participatie Kaderstellend 2015
"Werken (aan geldzorgen) loont. Beleidsplan Armoede en schulden Breda 2020-2023" Kaderstellend 2020
Beleidsplan WMO (Goede zorg doen we samen) Kaderstellend 2015
Team Breda Kaderstellend 2017
"Thuis in Breda 2019" Kaderstellend 2019
Alliantie Breda, 2019 tot en met 2022 Uitvoerend 2019
Opvang en bescherming in Regio Breda Kaderstellend 2017
Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Breda 2021 Kaderstellend 2021
Verordening Jeugdhulp Breda 2020 Kaderstellend 2021
Uitvoeringsplan jeugd(hulp) 2020-2023 Samen voor onze toekomst  Uitvoerend 2021
Beleidskader regionale maatwerkvoorziening Beschermd wonen regio Breda Kaderstellend 2021

Aan dit programma gerelateerde verbonden partijen

Terug naar navigatie - Aan dit programma gerelateerde verbonden partijen

GR programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten
Vitaal en Sociaal Breda
Verantwoordelijk bestuurder:
Bestuurlijk vervanger:
Belang in verbonden partij in %:
Soort verbonden partij:
Thema Opgroeien
Marianne de Bie
Arjen van Drunen
45,7%
Gemeenschappelijke regeling

Bijdrage verbonden partij aan programma 
De gemeenschappelijke regeling Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten is beter bekend onder de naam Regionaal Bureau Leren West-Brabant (RBL). Centraal staat niet de ‘leerplicht’, maar het ‘leren’ om uiting te geven aan het belang van een goed opleidingsniveau naar arbeid. Er zijn 16 deelnemende gemeenten. Samenwerken gebeurt op 3 niveaus:

  • Alle deelnemende gemeenten kozen voor het gezamenlijk voeren van één leerplicht en Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC) administratie;
  • Moerdijk, Drimmelen, Alphen-Chaam, Geertruidenberg, Baarle Nassau, Oosterhout en Breda werken intensief samen om alle jongeren van 5 tot 23 jaar te begeleiden naar de juiste opleiding, zorg of werk;
  • Minder intensief maar wel praktisch werken Etten-Leur, Rucphen en Zundert samen in de begeleiding van jongeren op het middelbaar beroepsonderwijs (MBO) en de kwalificatieplicht van jongeren van 16 tot 23 jaar.

Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
Het RBL heeft een reguliere stijging van uitgaven als gevolg van loon- en prijsontwikkeling. Het RBL is een platte organisatie met bijna uitsluitend kosten voor personeel en bedrijfsvoering. De stijging volgt de landelijke trend. Daarmee is de keuze om af te wijken van de financiële richtlijn om een gelijkblijvende deelnemersbijdrage te vragen voldoende onderbouwd. Gezien de wettelijke ontwikkeling bij leerplicht en toeleiding naar arbeid, en daarmee noodzakelijke extra formatie, is het denkbaar dat de gemeentelijke bijdrage op langere termijn wijzigt.

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Het belangrijkste risico van deze GR is uittreden van één van de deelnemende gemeenten. Dit risico is klein, want het gaat om uitvoering van verplichte wettelijke regelingen. Uitvoering via deze GR beperkt kosten voor deelnemers en is effectief.

 

Neovita BV
Vitaal en Sociaal Breda
Verantwoordelijk bestuurder:
Bestuurlijk vervanger:
Belang Breda in verbonden partij in %
Soort verbonden partij:
Thema Leren, ontwikkelen en werken
Boaz Adank
Marianne de Bie
100 %
Vennootschappen en coöperaties

Bijdrage verbonden partij aan programma
Neovita BV is mede opgericht voor begeleiding en re-integratie taken, die niet of niet goed in het publiekelijk domein passen. Gemeente Breda doet de uitvoerende en administratieve taken.

Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
Neovita BV heeft medewerkers in dienst uit de doelgroep van de Participatiewet. Gemeente Breda detacheert hen binnen de eigen organisatie en bij andere werkgevers. Neovita belast de loonkosten door en ontvangt een vaste procentuele bijdrage op de loonsom van gemeente Breda.

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Omdat Neovita een vast percentage op de loonsom ontvangt, is er nauwelijks sprake van risico’s. Voor het risico van hogere loonkosten als gevolg van een in te voeren CAO voor de doelgroep (Aan de Slag) is al eerder een voorziening gevormd. Deze is onderdeel van aan gemeente Breda doorbelaste loonkosten, en komt niet ten laste van het resultaat van Neovita.

 

GR GGD West-Brabant
Vitaal en Sociaal Breda
Website GGD West-Brabant:
Verantwoordelijk bestuurder:
Bestuurlijk vervanger:
Belang Breda in verbonden partij in %:
Soort verbonden partij:
Thema Leven
GGD West-Brabant
Marianne de Bie
Arjen van Drunen
23,3 %
Gemeenschappelijke regeling

Bijdrage verbonden partij aan programma
De GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) voert in opdracht van de West-Brabantse gemeenten de wet Publieke Gezondheid uit. Het GGD-beleid richt zich op het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van alle inwoners, met name van de meest kwetsbaren. Samenwerking staat centraal: de GGD verbindt haar kennis actief aan partijen in het sociaal- en veiligheidsdomein en openbaar bestuur. In 2021 zag de gemeente zijn speerpunten op gezondheidsgebied terug en kregen inwoners die het moeilijk hebben de aandacht die nodig is, in samenwerking met ketenpartners. 

De GGD biedt op basis van cijfers uit onder meer de Gezondheidsmonitor onderbouwing voor en advies over het publieke gezondheidsbeleid (Brabantscan). De GGD sloot goed aan op de lokale aanpak binnen het sociaal domein. De GGD neemt deel aan thematafels in het kader van ‘Breda Doet’, is betrokken bij de wijkaanpak en heeft aandacht voor gezondheidsbevordering onder kwetsbare groepen. Dan gaat het met name om kwetsbare kinderen en hun ouders (via de JGZ), laaggeletterden, dak- en thuislozen, kwetsbare ouderen en verwarde mensen in de wijk (OGGZ). De GGD coördineert het uitstapprogramma prostituees en sinds 2019 wordt nadrukkelijk ingezet op infectieziektebestrijding en -preventie. Binnen Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) stimuleert de GGD samen met de gemeente een gezonde leefstijl onder kinderen en jeugd. In 2020 hebben GGD en gemeente voorbereidingen getroffen voor een Lokaal Preventie Akkoord en 2021 is hier deels een uitwerking van geweest. 

Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij 
De impact van de coronacrisis was groot. Uit cijfers blijkt dat eind 2021 ruim 104.000 van de Bredase inwoners (58%) volledig gevaccineerd zijn tegen corona (vaccinaties). Extra inzet, via onder meer aanvullende voorlichting en fijnmazig vaccineren in de wijk, hebben hieraan bijgedragen. Gemiddeld nam de GGD onder Bredase inwoners in 2021 3.736 testen per week af, waarvan er gemiddeld 480 per week positief werden bevonden (https://brabantscan.nl/jive).
Een andere ontwikkeling is het data-gedreven werken en de digitalisering waardoor de eigentijdse dienstverlening een moderniseringsslag kent. Goede analyses zijn nodig voor het voorspellen en stimuleren van gezondheid. Mede door corona is beeldbellen versneld ingevoerd en transformeert de GGD naar meer digitaal werken. Technologie ondersteunt en biedt de  juiste managementinformatie.

Financieel gewijzigd is de inzet GGD voor wat betreft de inzet ‘Nu niet zwanger’ omdat dit project vanaf heden cofinanciering kent uit de regio zodat de kosten niet alleen door de gemeente Breda hoeven worden gedragen.

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
In tegenstelling tot 2020 heeft de GGD in 2021 haar reguliere taken niet tot nauwelijks hoeven af te schalen omdat er een robuuste corona organisatie stond die de pandemie aanpakt. In 2021 zijn de reguliere GGD-werkzaamheden, binnen de mogelijkheden van de dan geldende coronamaatregelen, weer hervat. Ook de financiële impact van corona op de GGD West Brabant heeft geen invloed op de gemeentelijke bijdrage. De financiële impact wordt door RIVM (laboratoriumkosten) en VWS (meerkosten en minder opbrengsten) gecompenseerd. Daarnaast is er een risico op het gebied van informatiebeveiliging en privacy. Het is belangrijk dat de gegevens goed beveiligd worden, zodat de persoonsgegevens van de Bredaase burger niet openbaar toegankelijk worden. Tevens heeft de GGD ook last van schaarste op de arbeidsmarkt en een hoog ziekteverzuim. Het risico is dat de goede dienstverlening richting de Bredaase burger in het geding komt. Tot slot is in de controleverklaring 2021 een goedkeurend oordeel gegeven op rechtmatigheid; maar gelet op de bijzondere omstandigheden door corona en de snelle doortastende besluitvorming van de GGD die nodig was om de dienstverlening (efficiënt) te continueren ontstaan er risico’s op onrechtmatigheidsfouten bij de GGD in 2022 en verder.

 

GR Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord
Vitaal en Sociaal Breda
Website Regionale Ambulancevoorziening:
Verantwoordelijk bestuurder:
Bestuurlijk vervanger:
Belang Breda in verbonden partij in %:
Soort verbonden partij:

Thema Leven
Regionale Ambulancevoorziening
Marianne de Bie
Arjen van Drunen
2,4 %
Gemeenschappelijke regeling

Bijdrage verbonden partij aan programma
Met de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) zijn Bredanaars verzekerd van toereikende ambulancezorg. Dit betekent hulpverlening op de plaats van een ongeval, goed en snel vervoer naar het ziekenhuis, binnen verplichte aanrijtijden. Hierover zijn prestatieafspraken met zorgverzekeraars en de RAV. De gemeente geeft geen financiële bijdrage aan de GR RAV.

Bijzondere ontwikkelingen bij de verbonden partij
In januari 2021 werd de nieuwe Wet ambulancevoorzieningen van kracht. De vergunning tot ambulancezorg is verleend aan bestaande aanbieders, waaronder de RAV Brabant MWN.
De RAV sluit met haar Meerjarenbeleidsplan 2022–2025, op 1 juli 2021 vastgesteld door het Algemeen Bestuur, goed aan op de recent door het ministerie gepresenteerde denkrichting voor de acute zorg op langere termijn. Daarnaast wordt gelet op zorgdifferentiatie.  Speerpunten zijn: acute zorg thuis, samenwerking tussen ketenpartners in de vorm van zorgcoördinatie, samenwerking tussen ketenpartners bij het bestrijden van het personeelstekort.

De ambulancesector ontwikkelde een kwaliteitskader met 26 indicatoren. Het zwaartepunt verschuift steeds meer van tijdigheid naar kwaliteit van zorg. Tijdig spoedvervoer is één van de indicatoren. De 15 minutennorm bij de meest urgente, A1 ritten, wordt niet losgelaten. De COVID-crisis had afgelopen jaren wel enige invloed op deze tijd, maar hierin is weer sprake van lichte verbetering.

Samen met de zorgverzekeraars werkt de RAV via verbeterplannen aan uitbreiding van paraatheid. De RAV verwacht in 2022 een dekkingspercentage te halen van minimaal 94,5% voor A1-ritten. Op voorwaarde dat het bestaande knelpunt van tekort aan ambulanceverpleegkundigen en centralisten (op de meldkamer) is opgelost.

De belangrijkste risico’s bij de verbonden partij
Vergunningverlening en financiering van ambulancezorg blijft lopen via de zorgverzekeraars. Dit betekent geen financieel risico voor de gemeente.