Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De openbare ruimte in Breda wordt voor een belangrijk deel bepaald door zaken als bomen, wegen, verlichting, water en riolering. Al deze zogenoemde kapitaalgoederen zijn door de gemeente aangekocht of worden door ons in stand gehouden. Ze vormen de ruggengraat van de openbare ruimte en zorgen ervoor dat de stad en de dorpen goed kunnen functioneren. Kapitaalgoederen hebben een langdurig economisch of maatschappelijk nut en een hoge financiële (vervangings)waarde. Daarom houden we ze in stand door regelmatig (groot) onderhoud en door ze tijdig te vervangen.
Hieronder beschrijven we het onderhoudsniveau en daarmee het kwaliteitsniveau van onze kapitaalinvesteringen. Die hebben we onderverdeeld in de volgende categorieën, waar we daarna verder op ingaan:

  • Beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
  • Beheer en onderhoud van de riolering.
  • Beheer en onderhoud van onze accommodaties.
  • Beheer en onderhoud van onze voertuigen.

Beheer en onderhoud van de openbare ruimte

Terug naar navigatie - Beheer en onderhoud van de openbare ruimte

Met ‘openbare ruimte’ bedoelen we de ruimte in de stad en de dorpen die voor iedereen vrij toegankelijk is. Denk daarbij aan: straten, parken, pleinen, speeltuinen en de singels. In deze openbare ruimte vinden veel dagelijkse activiteiten plaats, zoals verplaatsen van A naar B, ontmoeten, verblijven en recreëren. Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte is verdeeld over 6 kapitaalgoederen:

  • Wegverhardingen.
  • Civieltechnische kunstwerken.
  • Openbare verlichting.
  • Bomen .
  • Waterwegen en -voorzieningen.
  • Riolering.*
  • Cultuurgroen.**

* Voor riolering hebben we te maken met bijzondere wettelijke eisen en een aparte financiering. Hierover leest u meer in de aparte paragraaf hieronder. 

** In de actualisatie van het beleidskader kapitaalgoederen in 2019 is door de gemeenteraad vastgesteld dat de stand van zaken met het cultuurgroen wordt mee-gerapporteerd met de kapitaalgoederen. Het vormt een onderdeel van de openbare ruimte waarvan de gemeenteraad op de hoogte wil worden gehouden. Het is niet vastgesteld als een zelfstandig kapitaalgoed. Met cultuurgroen bedoelen we de plantsoenen en plantvakken in de woonwijken en buurten. 

In 2014 heeft de gemeenteraad het Beleidskader kapitaalgoederen van de openbare ruimte vastgesteld. Met dat plan kwam € 20 miljoen beschikbaar om in de periode tot 2021 het achterstallig onderhoud aan de wegverhardingen weg te werken. Ook betekende het plan een financiële impuls om het beheer en onderhoud van alle kapitaalgoederen op peil te houden. Daarnaast reserveren we jaarlijks middelen voor het regulier groot onderhoud. Belangrijk voordeel van deze werkwijze is dat we vanuit de beschikbare middelen toewerken naar planmatig onderhoud, vooruit gepland en geprogrammeerd in periodes van 10 jaar.

In 2018 hebben we het beleidskader geëvalueerd en geactualiseerd. Met het bestuursakkoord Lef en Liefde is vanaf 2018 jaarlijks € 2,1 miljoen extra beschikbaar gekomen voor het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen, vooral voor de wegverhardingen en de civieltechnische kunstwerken. Voor de wegverhardingen was dat nodig om de kwaliteitsdoelstelling voor 2021 te kunnen halen. Het geld voor de civieltechnische kunstwerken besteden we de komende jaren aan onderzoek naar de technische staat daarvan. 

In 2021 hebben we het geactualiseerde beleidskader opnieuw geëvalueerd. Daaruit bleek dat het beheer en onderhoud van de openbare ruimte steeds verder achter begon te lopen. Vooral de wegverhardingen, de civieltechnische kunstwerken, de bomen en het cultuurgroen verdienen meer aandacht. De inhoudelijke toelichting hierop volgt per kapitaalgoed hieronder. In het bestuursakkoord ‘Dichtbij doen, samen sterk vooruit’ uit 2022 hebben we ingespeeld op de uitkomsten van de evaluatie en is voor de periode 2022-2024 € 14,5 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast brengen we in beeld waar we achterstanden moeten inlopen en hoe we het beheer en onderhoud structureel op een hoger niveau kunnen brengen.

Wegverhardingen
De gemeente beheert zo’n 10 miljoen vierkante meter aan wegverhardingen. Deze onderhouden we op een gemiddeld niveau van B min. Tot 2020 lagen we goed op koers om het achterstallige onderhoud aan de wegverhardingen in te lopen vóór 2021. De inspectie van 2020 liet echter een trendbreuk zien in de opwaartse lijn; de achterstanden bleken juist te zijn opgelopen en er kwam ook achterstallig onderhoud aan het licht. Uit een analyse is gebleken dat dit is ontstaan door een samenloop van factoren. Zo hadden we te maken met een aantal extreem droge jaren op rij. Ook legden we de nadruk op asfaltverhardingen. Verder hanteerden we een standaard onderhoudssystematiek die te beperkt rekening bleek te houden met de specifieke omstandigheden in Breda.

In de begroting van 2021 hebben we daarom € 3,2 miljoen beschikbaar gesteld om de achterstand in te lopen. We stellen daar een aanpak voor vast bij de actualisatie van het beleidskader kapitaalgoederen in 2022-2023.

Civieltechnische kunstwerken
In de gemeente Breda staan zo’n 500 civieltechnische kunstwerken, zoals bruggen en viaducten. Die beheren en onderhouden we op onderhoudsniveau C. Het uitgangspunt is dat ze veilig zijn en dat de kwaliteit voldoende is voor snel en comfortabel gebruik. Voor het beheer en onderhoud hebben we begin 2020 een beheerplan vastgesteld. Hierin staat dat we het onderhoud de komende 5 jaar meer risicogestuurd gaan uitvoeren, in plaats van reactief. Zo krijgen we meer grip op de kwaliteit en kunnen we kapitaalvernietiging voorkomen.

Tot en met 2024 onderzoeken we wat de technische staat van de kunstwerken is. We pleiten voor een vervangingsprogramma met landelijke scope voor civieltechnische kunstwerken (bruggen en viaducten) en gaan in gesprek met het Rijk over de benodigde middelen.

Openbare verlichting
Veel van onze 40.000 lantaarnpalen en armaturen zijn aan onderhoud of vervanging toe. Met het regulier onderhoud werken we aan goed werkende openbare verlichting die de (verkeers)veiligheid bevordert. Daarbij werken we ook aan verduurzaming. Energievretende, versleten armaturen vervangen we door ledverlichting. In 2021 hebben we de eerste verduurzamingsslag van zo’n 8.400 armaturen afgerond. Voor de periode 2021-2030 werken we verder aan deze verduurzaming. Vóór 2030 vervangen we de resterende 25.000 armaturen door ledverlichting en vervangen we zo’n 13.500 lichtmasten. 

Bomen
Breda heeft ruim 110.000 bomen, die gemiddeld een hoge leeftijd hebben en veelal vervangen moeten worden. Het gemeentelijke bomenplan geeft ons houvast voor de herplant en vervanging van bomen. We maken onderscheid tussen waardevolle bomen, structuurbomen en omgevingsbomen. Het regulier onderhoudsplan (niveau B min) gaat ervan uit dat de bomen zo worden onderhouden dat ze er aantrekkelijk uit blijven zien. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd en onderhouden én vervangen. Dat wordt echter steeds lastiger: onder andere door de klimaatverandering, die zorgt voor stormen, droogte, ziekte en plagen.

Jaarlijks verdwijnen er tussen de 600 en 900 bomen uit de stad omdat ze niet veilig genoeg meer zijn. Volledige herplant daarvan is momenteel niet mogelijk. Daarom is voor 2023 € 0,7 miljoen uit het Strategisch Investerings Plan (SIP) beschikbaar gesteld om dit te realiseren. 

Een ander probleem is wortelopdruk. Dat gebeurt op plaatsen waar bomen te weinig ruimte hebben om te groeien. Met een boomwortelprotocol stellen we prioriteiten en nemen we tijdelijke maatregelen die de boom zo veel mogelijk sparen. Als we het gemeentelijke bomenplan evalueren, maken we meteen de financiële consequenties inzichtelijk voor het wegwerken van de wortelopdruk in de komende jaren.

Waterwegen en watervoorzieningen
Breda heeft ongeveer 290 km waterlopen, 80 km duikers en diverse vijvers, plassen, havens en overige watervoorzieningen zoals watertappunten, bluswatervoorzieningen, grondwatermeetnet en waterspeelplekken. Een ander taakveld hierbinnen is het nautisch beheer, waaronder het scheepvaartverkeer en waterrecreatie op het water vallen. Hiervoor is als basis een strategische visie over het varen in Breda opgesteld.

Deze visie omschrijft naast de ambities tevens de benodigde projecten op de korte en langere termijn. Waterrecreatie wordt hierin parallel opgepakt. Met het vorige bestuursakkoord, het beheerplan waterwegen en watervoorzieningen en het vaststellen van de begroting is budget beschikbaar om het beheer en onderhoud op C-niveau te beheren en onderhouden. Dit betekent dat de waterwegen en watervoorzieningen veilig zijn.

Voor waterwegen geldt vooral dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om water af te voeren of om in te varen. Beheer-technisch gezien is sprake van een grote achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en het baggeren. Deze achterstand kunnen we de aankomende periode inhalen met de beschikbare middelen en het vastgestelde kwaliteitsniveau. In het vastgestelde beheerplan staat de samenhang van het beheer en onderhoud van de waterwegen met waterschap Brabantse Delta. Afgelopen periode is een eerste stap gezet in het preventief / cyclisch beheer en onderhoud. Calamiteiten lossen we nog steeds reactief op. 

Cultuurgroen
Voor het cultuurgroen in Breda hanteren we onderhoudsniveau C. Tijdens de evaluatie in 2021 bleek dat een groot deel van het cultuurgroen aan het eind van zijn levenscyclus is. Bij onderhoudsniveau C vindt geen vervanging plaats. Dit is ook opgemerkt in het bestuursakkoord in 2022. Daarin wordt aandacht besteed aan de vervanging en instandhouding van het groen en het verhogen van de kwaliteit daarvan. In 2023 stellen we hiervoor een plan op.

Beheer en onderhoud riolering

Terug naar navigatie - Beheer en onderhoud riolering

Het Stedelijk Waterplan 2019-2023 (SWP) beschrijft het beheer en onderhoud van het afvalwater, het hemelwater en het grondwater. Dat bestaat uit een combinatie van het in stand houden en verbeteren van het huidige riool- en watersysteem. De gemeente is verantwoordelijk voor het transport van het stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuivering van het waterschap. Daarvoor hebben we 1.300 kilometer rioolbuizen en 800 grote en kleine gemalen en overige voorzieningen in beheer. Ook onderhouden we regenwaterriolen, sloten en wadi’s om het regenwater te verwerken. Verder is de gemeente het aanspreekpunt voor het grondwater in de openbare ruimte. 

In het SWP hebben we vastgelegd dat we het natuurlijke watersysteem willen herstellen door te ontharden en vergroenen. We willen regenwater afkoppelen van de riolering en motiveren inwoners en bedrijven om ook duurzaam met water om te gaan. Dat doen we bijvoorbeeld met projecten in het kader van Groene Buurtjes. De komende jaren maken we werk met werk, waarbij we een klimaatadaptieve inrichting bereiken en waarbij onze assets op orde zijn. Op aandringen van de gemeenteraad maken we meer werk van de communicatie en participatie van bewoners, bedrijven en andere partners binnen het stedelijk water. Denk aan het verbreden van de subsidie voor water en groen, en een subsidie voor huurders. 

Hierbij past ook de verbreding van onze structurele communicatie en een verdere verdieping van de Week van ons Water en de rioolwandelingen in de Oude Vest. Daarnaast vragen we bewoners en bedrijven om op hun eigen grond maatregelen te treffen. De gemeente verbetert het riool- en watersysteem qua energiebesparing en de circulaire economie. In het najaar van 2023 leggen we het nieuwe SWP 2024-2028 voor aan de gemeenteraad.

Beheer en onderhoud accommodaties

Terug naar navigatie - Beheer en onderhoud accommodaties

Onderhoud
Voor het bouwkundig onderhoud van onze accommodaties gaan we uit van conditieafhankelijk onderhoud (NEN 2767). Daarbij hanteren we onderhoudsniveau 3 (redelijk), zodat het waardebehoud en de bedrijfsvoering geborgd zijn. Minimaal 1 keer in de 5 jaar actualiseren we de meerjarenonderhoudsplannen. Naast het planmatig onderhoud voeren we jaarlijks ook de keuringen, controles en het correctief onderhoud uit.
Voor het civiel- en cultuurtechnisch onderhoud van buitensportcomplexen (exclusief de opstallen) werken we sober en doelmatig. We sluiten hierbij aan met ons groenbeheer, dat uitgaat van de wettelijk verplichte BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en IMGeo (Informatiemodel Geografie). Voor sportaccommodaties zijn de normeringen van NOC*NSF en overkoepelende sportbonden van toepassing, die door Kiwa Isa Sport zijn vastgelegd in het handboek voor sportaccommodaties.

Wet- en Regelgeving
Het gemeentelijk vastgoed moet voldoen aan alle wettelijke verplichtingen. We letten op 4 aandachtsgebieden die een raakvlak hebben met veiligheid::

  • Elektra.
  • Legionellabeheersing.
  • Brandveiligheid.
  • Dakveiligheid.

Ook het gedrag van de gebruiker of huurder speelt hierbij een rol. 

Elektra
We willen veilige gebouwgebonden installaties. Daarom voeren gecontracteerde aannemers de inspecties en het noodzakelijk herstel voor ons uit. Dit doen zij volgens het Programma van Eisen Veiligheidsinspecties voor elektrische installaties, Uneto-VNI, 2015. Het doel van de inspecties is te beoordelen of de installatie voldoet aan de eisen van NEN 1010.

Legionellabeheersing
Waterinstallaties inspecteren en herstellen we volgens NEN 1006. Het Drinkwaterbesluit en de ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’ noemen 2 soorten installaties: prioritaire en niet-prioritaire. De gemeente voert beheersmaatregelen uit voor de legionellapreventie. Dit is een contract waarin 127 (prioritaire en niet-prioritaire) gebouwen zijn opgenomen. Concreet gaat het om de verplichte jaarlijkse legionellabeheersmaatregelen, het controleren van terugstroombeveiligingen, het controleren en registreren van koudwatertemperaturen en het controleren en registreren van boilertemperaturen.

Brandveiligheid
Brandveiligheid verdient continu aandacht. Brandscans helpen ons om het brandveiligheidsniveau van gebouwen in kaart te brengen. De maatregelen voeren we naar prioriteit en urgentie uit. Daarbij sluiten we zo veel mogelijk aan bij andere projecten, zoals maatregelen voor verduurzaming. Dat is efficiënter en de gebruiker van het gebouw wordt hiermee zo min mogelijk gestoord. Inmiddels zijn de meeste maatregelen aan onze panden uitgevoerd. In 4 gebouwen voeren we in 2023 nog maatregelen uit. Ook ronden we in enkele gebouwen de maatregelen af die in 2022 zijn gestart.

Dakveiligheid
Op platte daken worden steeds meer installaties geplaatst, die veilig onderhouden moeten kunnen worden. Wij zorgen er als vastgoedeigenaar en opdrachtgever voor dat iedereen veilig kan werken op onze daken. Hiervoor hebben we een risico-inventarisatie opgesteld. Waar nodig brengen we extra veiligheidsvoorzieningen aan. Dat gebeurt in 2023 nog in 2 gebouwen. Daarnaast ronden we nog enkele projecten af die in 2022 zijn gestart.

Duurzaamheid
Breda wil in 2044 een energieneutrale gemeente zijn. Een speerpunt in die ambitie is de verduurzaming van alle gemeentelijke gebouwen. Hiervoor hebben we de volgende doelen vastgesteld:

  1. We maken in 2020 gemiddeld 2 labelstappen voor het totale gebouwenbestand.
  2. We bereiken in 2030 een gemiddeld label A (energie-index < 1,05) voor het totale gebouwenbestand.
  3. Alle gebouwen zijn in 2044 gemiddeld energieneutraal.

Voor een groot deel van onze gebouwen kunnen we bovenstaande doelen halen en 40% energie besparen via rendabele investeringen en de inzet van onderhoudsmiddelen op de korte termijn. Voor accommodaties die in de verkoop staan, of waarvan de toekomst onzeker is, investeren we alleen in duurzaamheid als dat verplicht is op basis van wet- en regelgeving

Kerncijfers

Aantal m2 bvo Aantal objecten
Afvalservice 6.117 20
Voormalig ATEA 21.593 4
Bibliotheken/Nieuwe Veste 12.767 4
Binnensport 32.099 20
Brandweer 9.394 4
Buitensport 6.135 24
Cultureel erfgoed 2.950 5
Cultuur (museum, theater, atelierruimten 12.012 7
Diversen 36.881 14
Kinderopvang 2.664 5
Maatschappelijke opvang 6.718 3
MFA's/Bredescholen 25.784 6
Onderwijs/educatief overig 2.728 9
Stadskantoren/gemeentehuis 36.336 4
Uitvoering (District)sposten 7.632 7
Wijkcentra 8.358 12
Wijkzaken (Speeltuinen/zwemplassen) 340 12
Zwembad/ijsbaan 25.514 4
256.022 164

Beheer en onderhoud voertuigen

Terug naar navigatie - Beheer en onderhoud voertuigen

De voertuigen die we aanschaffen, zijn zo duurzaam mogelijk. Elektrische varianten en/of andere technieken zijn echter nog niet voor alle werkzaamheden beschikbaar of er is geen budget voor de meerkosten. We stappen over zodra dit technisch en financieel mogelijk is en de huidige voertuigen zijn afgeschreven. Tot die tijd gebruiken we voor die werkzaamheden de meest milieuvriendelijke diesels.

Eind 2019 hebben we het convenant ‘Convenant duurzame voertuigen en brandstoffen in de reinigingsbranche’ ondertekend. Daarmee committeren we ons aan de aanschaf van emissievrije reinigingsvoertuigen vanaf 1 januari 2030 of zo veel eerder als mogelijk is. Dit convenant heeft betrekking op al onze reinigingsvoertuigen, zoals inzamelvoertuigen, veegmachines en afvalbakkenwagens.

Het gemeentelijke wagenpark bestaat uit:

  • 36 afvalinzamelwagens, 5 kraan/perswagens, 1 waswagen hoogbouw, 1 waswagen ondergronds, waarvan er 2 op waterstof, 2 vol hybride, 19 op diesel met elektrische opbouw en 20 volledig op diesel rijden.
  • 14 haakarm-kraanwagens volledig op diesel.
  • 3 lichte vrachtwagens volledig op diesel.
  • 4 zware aanhangwagens.
  • 174 bedrijfswagens, waarvan 38 volledig elektrisch, 5 cng (aardgas) benzine, 20 benzine, 109 volledig diesel en 2 hybride.
  • 52 rijdende machines volledig op diesel.
  • 85 items voor de winterdienst.
  • 3 hybride voertuigen onder leasecontract.

Daarnaast gebruiken we zo'n 5.000 andere items (zoals boormachines, bladblazers, ladders, verlengsnoeren, meters, aggregaten en kettingzagen).

De indeling naar aandrijving van de wagens is als volgt:

  • 2 waterstofvoertuigen.
  • 38 volledig elektrische voertuigen.
  • 5 cng (aardgas) benzinevoertuigen.
  • 198 volledig dieselvoertuigen.
  • 4 vol hybride voertuigen. ( en 3 lease hybride ).
  • 19 dieselvrachtwagens met elektrische opbouw.
  • 20 benzinevoertuigen.

 

Onderhoud
Jaarlijks voeren we een onderhoudsprogramma uit aan de hand van de technische staat van de voertuigen. Een achterstand in de vervangingsinvesteringen leidt ertoe dat het moelijker is om onze voertuigen tegen acceptabele kosten te laten rijden. Dit komt onder meer door hogere onderhouds- en reparatiekosten. 

Vervanging
De vervanging van alle tractiemiddelen is vastgelegd in een vervangingsplan. Daarbij willen we blijven voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit en de landelijke milieueisen. Op het moment van afroep kijken we onder andere naar de beschikbaarheid en toepasbaarheid van hybride, low-emissie en elektrische voertuigen, en houden we rekening met de duurzaamheidscriteria van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ook handelen we naar de ambities van het convenant ‘Duurzame voertuigen en brandstoffen in de reinigingsbranche’. 

Financiën
De nieuwwaarde van het totale wagen- en machinepark is zo’n € 31 miljoen. De afschrijvingsperiode is gemiddeld 9 jaar. De jaarlijkse vaste kosten voor onderhoud, brandstof, afschrijving, rente en verzekering zijn zo’n € 6,9 miljoen.

De afgelopen jaren is er sprake van een structureel tekort. Dit tekort is in 2022 behoorlijk toegenomen. De reden is voornamelijk de prijsstijgingen, maar tevens extra inhuur, onderhoud, investeringen inclusief de integratie voormalig ATEA. Dit betekent voor een aantal interne afnemers, te weten afdeling beheer openbare ruimte, werk, vastgoedbeheer, servicecentrum en veiligheid en leefomgeving, een extra kostenpost. Deze wordt met het beschikbaar stellen van € 0,99 miljoen in 2023 deels opgelost. Daarnaast werken we aan toekomstscenario's voor de inzet en gebruik van ons wagenpark.