Organisatie en financiën van Breda

Thema Een toekomstbestendige organisatie

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat van het thema bedraagt € -2,5 miljoen.

  • Lagere doorbelasting van overhead naar projecten als gevolg van lagere investeringen (verwacht resultaat: € -0,8 miljoen).
  • Knelpunt verwerking productieve uren: de werkelijke doorbelasting van productieve uren naar niet-overhead afdelingen is lager dan begroot (verwacht resultaat: € -0,6 miljoen).
  • Hogere kosten contracten en licenties door gestegen contractprijzen in combinatie met stijging van kosten door groei van datagedreven werken en transitie naar werken in de cloud (verwacht resultaat: € -0,6 miljoen).
  • Het percentage opleidingsbudget in verhouding tot het personeel is niet marktconform. Dit jaar ontstaat een tekort van € 0,3 miljoen op het budget leren en ontwikkelen. Dit tekort ziet de gehele gemeente Breda en is in deze rapportage ondergebracht onder programma 5.
  • Hogere kosten van salarissen en inhuur overhead (verwacht resultaat: € -0,2 miljoen).

Thema Solide financiën

Afwijkingen en prognose

Terug naar navigatie - Afwijkingen en prognose

Het te verwachten resultaat van het thema bedraagt € 7,4 miljoen. 

Saldo meerjarenperspectief: € 4,9 miljoen
Het saldo van het meerjarenperspectief bedraagt na de meicirculaire en na de compensatie CAO 2023 € 4,9 miljoen en is in bovenstaand positief saldo opgenomen. Dit saldo wordt ingezet ter dekking van het totaal van de tekorten.

Vennootschapsbelasting: € 2,7 miljoen
De gemeente heeft in grote lijnen afspraken kunnen maken met de Belastingdienst over de belastingplichtige activiteiten. De grondexploitaties worden hierbij gewaardeerd op basis van de berekenmethoden die zijn overeengekomen tussen de gemeente en de Belastingdienst. Het clusteren van de parkeeractiviteiten laten we achterwege. Enkel de resultaten van de parkeergarages worden betrokken bij de resultaatberekening. De landelijk procedure over de belastingheffing van reclameactiviteiten is door de rechter in het voordeel van de Belastingdienst beslist. Wij kiezen er dan ook voor om de resultaten van reclameactiviteiten definitief mee te nemen in de resultaatberekening van het vennootschapsbelasting (vpb). Op basis van de huidige cijfers wordt het resultaat over 2023 geschat op € 3,6 miljoen met een bijbehorende vpb-last van € 0,9 miljoen. Dankzij de afstemming met de Belastingdienst krijgen we nu ook een beter beeld bij de vpb-lasten over de jaren 2016 tot en met 2022. In de jaarrekening 2021 en 2022 is een vpb-last van € 8,1 miljoen opgenomen voor de jaren 2016 tot en met 2022. Op basis van de huidige berekeningen verwachten wij een vpb-last van ongeveer € 5,5 miljoen exclusief belastingrente. Over al deze jaren hebben we definitieve of voorlopige aanslagen inclusief belastingrente ontvangen en betaald. Doordat deze aanslagen hoger zijn opgelegd, verwachten wij niet dat we extra belastingrente moeten betalen. Het bovenstaande heeft tot gevolg dat de vpb-last over het jaar 2023 € 0,1 miljoen en over de jaren 2016 tot en met 2022 € 2,6 miljoen lager worden geraamd.

Treasury-resultaat: € -0,4 miljoen
Het treasury-resultaat is neerwaarts bijgesteld door de sterk gestegen geldmarktrente. De lasten van de kortlopende schulden wordt € 0,2 miljoen hoger ingeschat. Daarnaast wordt er € 0,2 miljoen meer rente toegerekend aan het eigen vermogen en de voorzieningen.

Bijdrage BWB: € -0,2 miljoen
De bijdrage BWB is begroot conform de vastgestelde begroting van de BWB. In december 2022 heeft de BWB laten weten dat als gevolg van de loon- en prijsstijgingen een verhoging van de BWB-bijdrage noodzakelijk is. De verwachte hogere bijdrage voor het product OZB is ongeveer € 0,2 miljoen.

Stelpost onvoorzien: € 0,4 miljoen
De stelpost onvoorzien is nu nog niet volledig benut. Voor een bedrag van € 0,2 miljoen zijn voorstellen besloten en/ of onderhanden. Omdat we nu halverwege het jaar zitten, verwachten we over het restant van € 0,8 miljoen een resultaat van € 0,4 miljoen.