Klimaatbegroting Breda 2024 -2027

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De EU-lidstaten hebben met elkaar afgesproken dat de EU in 2030 minimaal 55% minder broeikasgassen moet uitstoten, om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Medio 2023 is door het college het klimaatplan ‘Breda klimaatneutraal in 2044’ vastgesteld gepresenteerd. Daarmee haalt Breda alles uit de kast om al in 2044 geen aardgas meer te gebruiken en klimaatneutraal te zijn. Dit is een ambitieus doel, dat haalbaar is als we er met z'n allen hard aan werken. 

De meeste broeikasgassen in Breda zijn afkomstig uit het energieverbruik. Een ander deel is afkomstig uit de veeteelt en industriële productieprocessen. Het klimaatplan gaat over deze totale uitstoot en opname, net als het nationale klimaatplan. Met het klimaatplan willen we nog méér bereiken:

  • De lokale kracht versterken met bijvoorbeeld lokale energiegemeenschappen, kringlooplandbouw en een ambachtscentrum, zodat er een beter vestigingsklimaat ontstaat.
  • Een gezonde leefomgeving voor mens en dier met schone lucht door verduurzaming van het vervoer en de bouwsector, en een robuuste groenstructuur voor biodiversiteit.
  • Het verminderen van de kwetsbaarheid van mensen, onze systemen en de natuur. Het gaat dan bijvoorbeeld om aandacht voor energie-armoede, het behoud van een betrouwbaar energiesysteem en aandacht voor kwetsbare dieren en planten.

Deze klimaatbegroting is een uitwerking van het klimaatplan 'Breda klimaatneutraal in 2044'. Het klimaatplan is een nadere invulling van de beleidsnota ‘Steek positieve energie in het klimaat’ uit 2008, inclusief de bijbehorende update ‘Strategie duurzame energietransitie gemeente Breda’ uit 2016. Met de klimaatbegroting 2024 kijken we vooruit naar de maatregelen en middelen voor de periode 2024-2027. Deze zijn onderverdeeld in 6 thema’s:

  • energiearchitectuur
  • gebouwde omgeving
  • werklocaties
  • schone mobiliteit
  • natuurherstel en landbouw
  • duurzame overheid

Hieronder is het verloop van de uitstoot van broeikasgassen binnen de gemeente Breda opgenomen voor de 4 inhoudelijke thema’s. We streven naar een structurele daling binnen al deze thema’s richting 2044. Een vertaling naar concrete prognoses volgt nog. De thema’s Energiearchitectuur en Duurzame overheid zijn ondersteunend aan de overige thema’s.

Deze klimaatbegroting heeft een kortere looptijd dan het klimaatplan. Daarom hebben we de tussendoelen voor de broeikasgasemissies voor 2025 vermeld. We willen dat de totale uitstoot in Breda in 2025 is gedaald naar 664 kiloton CO2-equivalenten.

Per thema geeft dit plan een toelichting op de acties vanuit de gemeente. Daarna volgt een overzicht van de financiële middelen per thema. Deze begroting is al geactualiseerd ten opzichte van het klimaatplan. Het Rijk heeft € 2,4 miljoen ter beschikking gesteld om energiearmoede te bestrijden. Daarmee hebben we het bestaande ondersteuningspakket verlengd naar 2024 en 2025.

1. Energie architectuur: naar een rechtvaardige transitie

Terug naar navigatie - 1. Energie architectuur: naar een rechtvaardige transitie

Dit thema vormt de basis voor alle andere thema’s en gaat over het energiesysteem van de toekomst: de infrastructuur voor gas, elektriciteit en warmte, inclusief bronnen en opslag. De gemeente streeft naar een rechtvaardige energietransitie en wil dat duurzame energie toegankelijk en betaalbaar blijft voor iedereen. Daarvoor zetten we de volgende beleidsinstrumenten in:

  • samenwerking met de betrokken partijen voor onderzoek en afstemming
  • regulering in de openbare ruimte
  • lobby en agendering voor de optimalisatie van wetsvoorstellen

De gemeente werkt samen met de netbeheerders en ontwikkelaars van energiebronnen aan de volgende opgaven:

  • Samen met onze partners werken we aan het lokale energiesysteem van de toekomst. Dit doen we door:
    • Gemeentelijke beleidsontwikkeling en positiebepaling rondom nieuwe wetgeving, technieken, economische modellen en digitaliseren voor het nieuwe energiesysteem.
    • Een strategie voor duurzame energiebronnen uit te werken. Met de Transitievisie Warmte hebben we de beschikbare bronnen in beeld gebracht. De bronnenstrategie geeft inzicht in het verdelingsvraagstuk van de beschikbare (regionale en lokale) bronnen over Breda, inclusief de benodigde opslagvoorzieningen.
  • Energieplanologie:
    • We programmeren en prioriteren, waarbij de ambities van Breda naast de investeringsplannen van de netbeheerders worden gelegd. Dit gebeurt in afstemming met de regio en de provincie, en komt samen in het Provinciaal Meerjareninvesteringsprogramma Energie en Klimaat (PMIEK). 
    • We maken een ontwerpschets van het energiesysteem van de toekomst voor onze gemeente. Daarbij beginnen we met elektriciteit, in nauwe samenwerking met de netbeheerder. We kijken daarbij ook meteen naar andere thema’s die impact hebben op de ondergrond, zoals klimaatadaptatie en bodemkwaliteit. 
    • We stellen in 2024 de Regionale Energiestrategie 2.0 vast, die gaat over het regionale energiesysteem van de toekomst.
  • Systeemintegratie: met concrete projecten werken we aan een gebiedsgerichte aanpak waar we het aanbod en de afname van energie zo veel mogelijk gelijktijdig met elkaar afstemmen. Daardoor kunnen we tot semi-autonome energiesystemen komen, waardoor we slimmer en efficiënter gebruikmaken van het huidige energienet (Steenakker, Rithmeesterpark, Frankenthalerstraat).

2. Gebouwde omgeving: tussendoel 2025 190 kiloton CO2-eq

Terug naar navigatie - 2. Gebouwde omgeving: tussendoel 2025 190 kiloton CO2-eq

Dit thema richt zich op de verduurzaming van alle 88.000 huizen en appartementen in de stad. Dit gaat dus om particulieren (koopwoningen), Verenigingen van Eigenaren (VVE’s), sociale verhuur en particuliere verhuur. De eerste jaren staat isolatie daarbij centraal. De ambities voor 2030 bij dit thema zijn:

  • een daling van de CO2 -uitstoot naar 190 kiloton in 2025
  • 4000 tot 6000 woningen volledig aardgasvrij maken in de periode 2022-2030
  • ongeveer 20.000 woningen aardgasvrij-ready maken in de periode 2022-2030

Dit is in het Bredase Isolatieprogramma vertaald naar ruim 4500 isolatie-ingrepen per jaar. 

Hieronder staat de verdeling van de uitstoot in 2015 en 2019, met daarbij de ambitie voor 2025 en 2030. De daling in het elektriciteitsverbruik is een gevolg van de toename van duurzame elektriciteit.

Bij dit thema zet de gemeente de volgende beleidsinstrumenten in:

  • voorlichting aan particulieren
  • samenwerking met vastgoedeigenaren
  • ondersteunen van de collectieve aanpak van particulieren
  • verstrekken van subsidies en leningen

De gemeente werkt met een gebiedspecifieke en een gemeentebrede aanpak. De gebiedspecifieke aanpak richt zich op het stimuleren van isolatie en zicht ontwikkelen op het toekomstige energiesysteem, dat er 8 jaar later moet liggen. Het gaat dan om buurten van ongeveer 1000 woningen (88 in totaal). De gemeente:

  • Start elk jaar met het opstellen van 3 tot 4 wijkenergieplannen, die na 2 jaar worden afgrond. Daarna start de uitvoeringsperiode van 8 jaar om het energiesysteem van de toekomst aan te leggen. Eind 2024 worden de eerste 2 plannen (Wisselaar en Doornbos) afgerond.
  • Evalueert en actualiseert de huidige werkwijze met de wijkenergieplannen en actualiseert de Transitievisie Warmte in 2025.
  • Levert ondersteuning aan bewonerscollectieven, waarbij we uitgaan van ongeveer 2 buurtcollectieven per jaar. Ook hier verwachten we dat de eerste buurtplannen eind 2024 afgerond worden.
  • Werkt voor kwetsbare wijken met een specifieke subsidieregeling vanuit het Volkshuisvestingsfonds (VHF) voor de verduurzaming van ruim 1.550 woningen. Het gaat dan om de wijken Doornbos-Linie en Hoge Vucht. We gaan een aanvraag doen voor het VHF tweede tranche voor de wijk Tuinzigt. In de uitwerking van al deze VHF wijken gaan we in 2024 extra inzetten op ondersteuning van Verenigingen van Eigenaren (VVE’s) en kleine particuliere verhuurders. 

Met de gemeentebrede aanpak stimuleren we mensen vooral om te isoleren:

  • We geven voorlichting, digitaal (energieloket) en via gesprekken (Greenhopper en in samenwerking met energiecoöperatie BRES). Daarbij besteden we ook aandacht aan het verminderen van milieu-effecten, zoals geluidsdemping van bepaalde isolatiematerialen en het verminderen van houtstook.
  • We zorgen voor toegankelijke financieringsconstructies, waaronder de optimalisatie van het klimaatfonds en de subsidieregeling ‘Energiek Breda’ uit het Uitvoeringsprogramma Klimaat en besluitvorming over het revolverend isolatiefonds in 2024.
  • We zetten de uitvoering van het Energiepakket voort in 2024 en 2025.
  • We geven voorlichting aan inwoners over de verduurzaming van woningen. Dat doen we digitaal (via het energieloket) en via gesprekken (Greenhopper, in samenwerking met energiecoöperatie BRES en boerderij Wolfslaar).
  • We zetten een stimuleringsprogramma op voor particuliere verhuur.
  • We creëren bewustwording en bieden eerste hulp met kleine isolatiemaatregelen voor inwoners met een smalle beurs (via de energiebespaarcoaches, een klusbus, en dergelijke).
  • We bieden ondersteuning aan VVE's voor de verduurzaming van hun gebouwen.
  • We werken samen met woningcorporaties voor de wijkenergieplannen en de uitwerking van de collectieve aanpak van losse particuliere woningen (gespikkeld bezit) op basis van de proefprojecten uit 2023.
  • We voeren het Bredase Isolatieprogramma uit, waarbij we rekening houden met de Wet natuurbescherming.
  • We zetten het onderzoek voort naar beschermde diersoorten die in gebouwen leven. Zo kunnen we passende maatregelen treffen voor het behoud van deze diersoorten.

3. Werklocaties: tussendoel 2025 280 kiloton CO2-eq

Terug naar navigatie - 3. Werklocaties: tussendoel 2025 280 kiloton CO2-eq

Dit thema gaat over de verduurzaming van alle utiliteitsgebouwen op de ruim 40 bedrijventerreinen, maar ook over de bedrijfsgebouwen die verspreid liggen in woongebieden. Ons eigen vastgoed valt hier ook onder. De strategie voor deze werklocaties is - net als voor de gebouwde omgeving - sterk gericht op isoleren en besparen. Een concreet tempo voor de isolatie-ingrepen moet nog worden bepaald. De ambities voor 2030 zijn:

  • een daling van de CO2 -uitstoot naar 280 kiloton in 2025
  • ruim 5000 panden aardgasvrij-ready maken in de periode 2022-2030

Hieronder is de verdeling van de uitstoot weergegeven in 2015 en 2019, met daarbij de ambitie voor 2025 en 2030. Bij vrijwel alle sectoren is er sprake van een daling.

Bij dit thema zet de gemeente de volgende beleidsinstrumenten in:

  • voorlichting
  • samenwerking met bedrijfscollectieven en vastgoedeigenaren
  • ondersteunen van de collectieve aanpak van ondernemers
  • verstrekken van leningen

Dit is onze aanpak voor de komende jaren:

  • We stimuleren het bedrijfsleven om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen door isolatie, besparing en verbeterde bedrijfsprocessen. Zo zijn er energiescans beschikbaar voor bedrijven, waarbij zij advies krijgen over een lager energieverbruik.
  • We houden toezicht op de naleving van de regels voor isolatie (minimaal energielabel C voor kantoren) en besparing.
  • We stimuleren de afstemming van vraag en aanbod op het gebied van energie (zie ook Systeemintegratie bij Energiearchitectuur). Waar nodig gebeurt dit in combinatie met lokale opslagvoorzieningen. Zo komt er ruimte vrij om bedrijven verder te verduurzamen. Ook op de nieuwe terreinen Steenakker-Noord en Rithmeesterpark Fase II brengen we het energiesysteem in beeld, zodat hier later bij de uitrol en uitgifte van het terrein rekening mee kan worden gehouden.
  • We werken samen met het bedrijfsleven aan een bedrijventerreinenenergieplan. Daarin staat hoe we de doelstellingen gaan halen voor de duurzame opwek van energie, laadinfrastructuur en van-het-gas-af. 
  • We voorkomen problemen door onverwacht hoge energierekeningen.

Om energiearmoede bij bedrijven te voorkomen, hebben we verschillende maatregelen voor ondernemers opgenomen in het Energiepakket, dat is verlengd naar 2024 en 2025.

4. Schone mobiliteit: tussendoel 2025 124 kiloton CO2-eq

Terug naar navigatie - 4. Schone mobiliteit: tussendoel 2025 124 kiloton CO2-eq

Bij dit thema gaat het om al het verkeer en vervoer op de Bredase wegen en over de inzet van mobiele werktuigen voor bijvoorbeeld de bouw. De strategie is gericht op een toename van het gebruik van duurzame vervoersmiddelen. We streven naar een daling van de CO2 -uitstoot naar 124 kiloton in 2025.

Hieronder staat de verdeling van de uitstoot in 2015 en 2019, met daarbij de ambitie voor 2025 en 2030. Bij mobiliteit is geen daling te zien. Het effect van schonere en elektrische auto’s is vrijwel net zo groot als de toename van het verkeer in de stad, waardoor de emissies gelijk blijven. Richting 2030 verwachten we wel een kentering.

Bij dit thema zet de gemeente de volgende beleidsinstrumenten in:

  • voorlichting
  • samenwerking met marktpartijen om de groei van schone mobiliteit te stimuleren
  • regulering met bijvoorbeeld milieuzones

Dit is onze aanpak voor de komende jaren:

  • We helpen 160 ondernemers met het verduurzamen van hun zakelijke mobiliteit via het Brabants Mobiliteitsnetwerk in de periode 2023-2025.
  • Samen met stakeholders stellen we een plan van aanpak op voor de invoering van de Zero Emissie-zone. In 2024 nemen we hierover een besluit, waarna we het plan gaan uitvoeren.
  • We stimuleren de groei van het aantal laadpalen in de stad met meer dan 150 per jaar via samenwerkingsovereenkomsten met de markt.
  • We voeren een hubstrategie uit voor een optimaal gebruik van duurzame vervoersmiddelen en multimodale reizen.
  • We werken de meest effectieve maatregelen uit die in het beleidsonderzoek uit 2023 naar voren kwamen.

Daarnaast zorgt de provincie voor de elektrificatie van het busvervoer in de stad. Eind 2024 is de nieuwe busremise klaar. Van daaruit zullen ongeveer 180 elektrische bussen in Breda en omgeving gaan rijden.

5. Duurzame overheid: ondersteunend aan thema 3 en 4

Terug naar navigatie - 5. Duurzame overheid: ondersteunend aan thema 3 en 4

Binnen dit thema verkleinen we als gemeente onze eigen voetafdruk volgens de CO2 -prestatieladder. We verkennen hoe we een trede hoger kunnen komen en zetten daarvoor de volgende beleidsinstrumenten in:

  • We voeren onze eigen verduurzamingsopgave uit (panden, wagenpark en mobiliteit van de werknemers).
  • We zorgen voor de duurzame inkoop en aanbesteding van bedrijfsfaciliteiten en projecten in stadsontwikkeling.
  • We werken samen met marktpartijen voor een duurzame stadsontwikkeling.

Dit is onze aanpak:

  • We verbeter het inzicht in onze eigen voetafdruk met een energiemonitoringssysteem.
  • We passen ledverlichting toe als we reguliere verlichting vervangen. 
  • We kopen schonere wagens als we de oude vervangen.
  • We werken het plan voor de duurzame mobiliteit van onze eigen medewerkers (voor woon-werkverkeer en dienstreizen) verder uit.
  • We werken de aanpak voor een duurzame grond-, weg- en waterbouw in onze eigen organisatie verder uit.
  • We faciliteren een schone en emissieloze bouwsector in 2030:
    • We geven invulling aan ons eigen opdrachtgeverschap om te komen tot een schone en emissieloze bouw in 2030.
    • We verkennen welke faciliteiten we als gemeente kunnen bieden om zero-emissie bouwlogistiek mogelijk te maken.
  • De ontwikkeling naar een circulaire bouwsector ondersteunen we door:
    • Deel te nemen aan Cirkelstad. Daarin werken we samen met marktpartijen aan voorbeeldprojecten om te komen tot een nieuw normaal voor de bouwsector.
    • Samen met marktpartijen te werken aan een digitale marktplaats voor bouwmaterialen.
    • Een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden voor een gemeentelijk depot voor de tijdelijke opslag van materialen.

6. Landbouw en natuurherstel: tussendoel 2025 70 kiloton CO2-eq

Terug naar navigatie - 6. Landbouw en natuurherstel: tussendoel 2025 70 kiloton CO2-eq

Dit thema gaat over het toekomstperspectief voor het buitengebied voor ondernemers, natuur en recreanten. Het herstel van natuurwaarden met extra bos, struweel en minder veenoxidatie zorgt voor minder broeikasgassen in de lucht. Dat geldt ook voor de transitie van de landbouw. Kassen en veeteelt hebben een vrij hoge uitstoot van broeikasgassen. De ambities voor dit thema zijn:

  • een daling van de CO2 -uitstoot naar 55 kiloton in 2030
  • de realisatie van zo'n 130 hectare nieuw bos tot 2030 via de gemeentelijke bomen- en bossenstrategie. Die vormt een concretisering van de Europese, landelijke en provinciale bossenstrategie, waarbij we rekening houden met het bestaande landschap en leefgebied.

Hieronder staat de verdeling van de uitstoot van de landbouwsector in Breda in 2015 en 2019, met daarbij de ambitie voor 2025 en 2030. Het grote aandeel aan uitstoot door aardgas komt door de glastuinbouw. Voor de effecten van veranderingen in landgebruik is momenteel alleen een landelijke rapportage beschikbaar.

Bij dit thema zetten we de volgende beleidsinstrumenten in:

  • samenwerking met lokale partijen, de provincie en het waterschap
  • grondbeleid, om gronden te verwerven voor natuurdoelen
  • ruimtelijke ordening, zoals een afwegingskader voor activiteiten in het buitengebied

Dit is onze aanpak:

  • We werken samen een natuurherstelplan uit met aandacht voor:
    • Een bos(bouw)buffer rondom het Ulvenhoutse Bos, waarmee de stikstofdepositie op dit kwetsbare natuurgebied afneemt en er meer CO2 wordt vastgelegd.
    • Het versterken van de natuurwaarden in weidevogelgebied De Lage Vuchtpolder, waarbij we met hogere waterpeilen de uitstoot van broeikasgassen door veenoxidatie verminderen.
    • Bufferzones rondom de Aa of Weerijs, de Turfvaart en de Bijloop om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Daarvoor versterken we ook de natte verbindingen voor watergebonden dieren in de stad.
  • We stellen een handelingsperspectief met een afwegingskader op voor ondernemers in het buitengebied. Voor de 210 agrarische ondernemers gaat het om een nadere invulling van de gebiedsgerichte aanpak van het landelijk gebied.

Overzicht middelen

Terug naar navigatie - Overzicht middelen

In de periode 2022-2023 zijn verschillende middelen beschikbaar gekomen voor meerdere doelgroepen binnen deze thema’s. Onderstaande tabel toont het totale overzicht aan beschikbare middelen per thema en doelgroep voor het begrotingsjaar 2024 en de periode 2025-2027. De bedragen voor de periode 2025-2027 zijn een indicatie, omdat nog niet bekend is wat de extra inzet vanuit de gemeente en het Rijk zal zijn. Daarom zijn de minimale bedragen opgenomen.

Bedragen x € 1
Budgetpost Doelgroep (thema) Totaal 2024 Indicatie 2025-2027 Type budget
Regie op lokale transitie Verdeling per thema: Energie architectuur 12,5%, Gebouwde omgeving > 50%, Werklocaties 12,5%, Schone mobiliteit 10%, Landbouw en natuurherstel <5% Breda 1.691.924 5.025.772 Personeel, inhuur, onderzoek en subsidie (rijksbudget 2023-2025 beschikt)
Rijk 4.265.556 10.154.075
Aanpak energie armoede (energiepakket) Kwetsbare inwoners en instellingen (Gebouwde omgeving) Breda Vooral subsidie voor 2024 en 2025 (deels beschikt)
Rijk 2.632.501 2.270.000
Aanpak kwetsbare wijken (volkshuisvestingsfonds) Woning eigenaren in Doornbos-Linie, Hoge Vucht en Tuinzigt (Gebouwde omgeving) Breda 4.800.000 6.541.100 Vooral subsidie (deels beschikt, met cofinanciering)
Rijk 11.200.000 15.262.567
Lokale Isolatie Aanpak Woning eigenaren, energielabel D,E,F,G (Gebouwde omgeving) Rijk 1.294.000 6.032.000 Vooral subsidie, nog niet beschikt
Klimaatfonds Inwoners en ondernemers ( Gebouwde omgeving en Werklocaties) Breda 1.402.818 2.130.318 Risicobuffer voor leningen, vanaf 2015
Bredaas isolatiefonds Eigenaren (Gebouwde omgeving en Werklocaties) Breda 5.000.000 5.000.000 Leningen via de balans, vanaf 2024

Het overzicht laat het exploitatiebudget van de gemeente zien. Daarnaast is er nog € 500.000 aan investeringsgeld gereserveerd voor de aanleg van een buurtbatterij. 

De verdeling per thema voor 2024 is hieronder weergegeven. Het totaal van € 25,8 miljoen is exclusief het klimaatfonds en isolatiefonds, omdat deze laatste twee alleen balansposten betreffen. Het overzicht is exclusief de middelen die vanuit het Rijk of Provincie aangevraagd moeten worden. De gemeente heeft vooral voor het thema gebouwde omgeving uitvoeringstaken van het Rijk gekregen. Daarom heeft dit thema een zeer groot aandeel in besteding van middelen. 

 

De coördinatie vanuit de gemeente op alle thema’s zit in de budgetpost ‘regie op transitie’. Het vermelde budget is exclusief de overheveling van resterende middelen uit 2023 (overheveling van Rijksmiddelen is toegestaan). De verdeling per thema is voor deze budgetpost apart weergegeven.

Monitoring en bijsturen

Terug naar navigatie - Monitoring en bijsturen

We gaan onze resultaten volgen met een monitor. Denk aan: het aantal isolatie-ingrepen, het aantal subsidieaanvragen en het aantal laadpalen. Dit doen we voor de inhoudelijke thema’s waarvoor we ook een CO2 -doel hebben vastgesteld. In 2023 ontwikkelen we een dashboard om de resultaten te monitoren, waarbij we lokale informatie en informatie uit de landelijke klimaatmonitor combineren.

Op basis van de verwachte en behaalde resultaten laten we een prognose maken van de verwachte effecten op de uitstoot van broeikasgassen. Voor het thema Schone mobiliteit hebben we in 2023 laten onderzoeken wat de meest effectieve maatregelen zijn en wat de verwachte CO2 -uitstoot is. Ook voor de andere thema’s laten we een externe analyse uitvoeren om tot een concrete prognose te komen van de CO2 -emissies. Deze prognoses verwerken we vanaf 2024 in de jaarlijkse klimaatbegroting (begroting 2025).

De gemeente kijkt ook naar mogelijke risico’s, zoals:

  • Knelpunten in het elektriciteitsnet, waardoor mensen niet van het aardgas af kunnen. De gemeente stimuleert daarom de opzet van lokale energiesystemen, die voor een groot deel zelfvoorzienend worden en daarmee minder afhankelijk zijn van het regionale en landelijke netwerk. 
  • Knelpunten in de warmte-infrastructuur en de duurzame warmtebronnen. De gemeente verkent samen met andere partijen de kansen om restwarmte uit de productie van waterstof in te zetten. Die productie is voorzien op de locaties waar de elektriciteit van de windmolens op de Noordzee aan land komt.

De energietransitie verloopt zeer dynamisch. Daarom bekijken we regelmatig of we onze strategie moeten aanpassen.